16 april 2008
Om 7:00 u staan we op na een redelijke nachtrust, ook al werden we tegen 23:00 u verrast door de 2 Zwitserse dames die laat terug kwamen van het avondeten en in het stapelbed kropen. Het ontbijt wordt niet veel, koffie, thee, een “cakeje” en op het laatste moment een croissant. Daar moeten we het mee doen. Tegen 8:00 u vertrekken we op een dag die warm gaat worden. We verlaten Zubiri via de stenen brug over de Rio Arga. We volgen het dal van deze rivier. Het eerste gedeelte is niet aantrekkelijk, de route loopt langs een groot fabrieksterrein waar mineralen zoals magnesiet verwerkt worden. Zodra we deze fabriek gepasseerd hebben wordt het landschap mooier.
Het pad leidt ons door een landschap met beekjes en watervalletjes. We lopen door het gehucht Illaratz, dat slechts uit enkele huisjes bestaat. Even later zien we aan de overzijde van de rivier in de verte het plaatsje Urdaitz.
Dit dal zou in een vakantiefolder niet misstaan: bos, weides, bergen op de achtergrond. Via kleine bruggetjes stappen we over beekjes met helder stromend water. Het enige wat er misschien aan mankeert is dat er hier paarden ipv. koeien met een grote bel rondlopen. Als we bij Larrasoaina aankomen willen we een bar opzoeken en wat eten ( de maag roept!), maar alles is dicht.
Het is dus goed dat we gisteravond in de supermarkt nog wat koekjes gekocht hebben. Na een korte pauze bij de plaatselijke kerk en een karige maaltijd vervolgen we onze tocht.
We blijven het dal in het glooiende landschap volgen. Na ruim een uur lopen we door het dorpje Irotz dat langs de helling van de rivier Arga ligt. Het is er stil. We blijven doorstappen en komen bij het plaatsje Villava.
Hier steken we de Rio Ulzama over.
Vervolgens lopen we naar Burlada, een voorstadje van Pamplona. Hier vinden we een barretje waar we pauzeren. Daarna lopen we door naar Pamplona over een lange rechte weg, waar veel winkels langs liggen. Na op het eind door een park gelopen te hebben doemen de stadsmuren van Pamplona op.
We lopen de stad binnen via de Puerta de Zunalagarregui, een poort met het wapen van Filips II. Pamplona, de stad die bekend is vanwege de jaarlijkse Sanfermines waarbij de stieren ( en de nodige waaghalzen) door de oude binnenstad rennen, heeft smalle straatjes met hoge gebouwen. Het is de hoofdstad van de regio Navarra.
Rond dit tijdstip zijn veel winkels gesloten, maar het lijkt ons wel een gezellige plaats. Wij willen gaan overnachten in de kerk San Saturnino die als herberg dient, maar deze blijkt nog dicht te zijn. Daarom besluiten we door te lopen naar Cizur Menor, een klein plaatsje dat 4 km verder ligt.
We verlaten Pamplona door het park langs de citadel en de universiteitscampus waar we nog een stempel voor onze pelgrimspas krijgen. Na een enigszins omhoog lopende weg bereiken we Cizur Menor waar we bij de herberg van de familie Roncal onderdak vinden. De herberg heeft wat weg van een verbouwde boerderij, met een gezellige binnenplaats. Het is er redelijk druk, maar het is inmiddels ook al 16:30 u. Tiny gaat de was doen, en Jack ontdekt een PC met internet. We sturen een eerste reisverslag naar het thuisfront.
’s Avonds eten we in het plaatselijk restaurant, waar de bediening “la-la” is, maar de maaltijd oké. Om 21:00 u liggen we in onze slaapzak.
Lees verder Cizur Menor - Puenta la Reina