17 april 2008
Het heeft hard geregend vannacht. Als we om 7:00 u opstaan druppelt het nog steeds een beetje. Het ontbijt is sober, met koffie uit een automaat. Om 8:30 u vertrekken we met de hoezen om de rugzakken.
Als we Cizur Menor verlaten komen we in open veld met akkers. In de verte zien we dan de bergrug Puerto del Perdón, ook wel de Perdónkam genoemd. Daar moeten we dus overheen. Eerst komen we door het dorpje Zariquiegui, waar het doodstil is. De Perdónkam staat vol met windmolens, logisch want het schijnt er altijd hard te waaien.
Het eerste gedeelte van de klim is vrij gemakkelijk. We komen langs een kruis dat ter gedachtenis aan een overleden pelgrim is geplaatst. Dat is toch tragisch.
Dan begint de beklimming toch zwaarder te worden, niet zo zeer vanwege de helling maar vooral door de modder ( het heeft immers hard geregend). De modder heeft een zuigende werking op de voeten die steeds zwaarder lijken te worden. We moeten goed uitkijken om niet uit te glijden.
Vlak bij ons lopen ook 2 oudere dames uit Zweden, zonder stokken. Knap dat ze overeind blijven onder deze omstandigheden. Maar 2 Spanjaarden die ons passeren schijnen geen enkele moeite te hebben met de voor ons toch alles behalve gemakkelijke beklimming.
Boven aangekomen zien we gelijk het pelgrimsmonument en een kapel. Het is een plek waar veel foto's gemaakt worden. We blijven hier niet lang, de wind waait behoorlijk en het voelt koud aan. Dus beginnen we gelijk aan de afdaling, die in het begin vrij steil is. Het pad is wel breed. Beneden in het dal lopen we tussen akkers maar ook langs stroken met eikenbomen. Onderweg komen we in enkele kleine dorpjes, zoals Uterga. Na ongeveer twee uur zijn we in het plaatsje Obanos.
Obanos
We zien hier dat de route van de camino is aangegeven door schelpen in het wegdek. Is wel leuk. Onderweg hebben we al wat regendruppels gehad, maar het begint nu echt hard te regenen. We schuilen een tijdje onder een afdak, maar gaan dan toch maar verder. De schelpen in het wegdek zien we bij het verlaten van Obanos niet meer. Vroeg in de namiddag komen we in Puenta la Reina.
Hier herkennen we meteen het monument van de Hl. Jacobus. Puenta la Reina is een oud stadje, dat vooral bekend is vanwege een middeleeuwse brug over de Rio Arga. Deze brug werd in opdracht van een koningin die in de 12e eeuw leefde gebouwd. Met als doel dat de pelgrims makkelijker de rivier Rio Arga konden oversteken. Vandaar de naam Puenta la Reina ( brug van de koningin).
We steken de rivier over en lopen door naar de herberg Santiago Apostol, net buiten de stad. Het is er nog niet zo druk. Maar dit komt doordat de meeste pelgrims afgelopen nacht in Pamplona zijn gebleven en dus later zullen arriveren. Wat dat betreft kunnen wij blij zijn dat we door zijn gelopen naar Cizur Menor, want later op de middag begint het hard te regenen. Om 17:30 u komt daar nog een flink onweer bij.
De meeste pelgrims, waaronder ook Manon en de Zwitserse dames, komen drijfnat aan in de herberg. Vooral Manon uit Quebec heeft het er zwaar mee, haar eerste woorden zijn: "Don't talk to me". Dat is duidelijk! De herberg is koud, het is dus maar de vraag of morgen alles droog is.
Maar wat betreft de bedden en de sanitaire voorziening is het wel in orde.
Het avondeten is ook in orde, maar de bediening is wat gauw van de kaart!
Lees verder Puenta la Reina - Estella