25 april 2008
Om 8:00 u verlaten we de Tosantos. De eerste 1½ uur schieten we goed op. De eerste dorpjes, zoals Villambistia, laten we snel achter ons. Echter na 2 uur lopen komen we in Villafranca-Montes de Oca. Bij een herberg zien we 2 ezels.
Hier houden we kort pauze om wat te eten en te drinken. We kopen tevens een paar sinasappels, voor de broodnodige vitaminen die we wel kunnen gebruiken.
Als we onze weg vervolgen gaat het steil bergop, de “favoriete wandelstukken” van Tiny. Al puffend komt ze boven, maar toch, ze heeft het weer gered. Even later zien we de ezels weer. Het is een leuk gezelschap dat bestaat uit een Frans gezin, waarbij de ouders de ezels begeleiden waar hun 2 kinderen op zitten en de bagage.
Ook Bartholomeus ( de oudere Duitser) geniet van het schouwspel en begint spontaan voor de kinderen op zijn mondharmonica te spelen. Alsof het zijn eigen kleinkinderen zijn ( hij heeft er 19). Geweldig toch! We lopen langzaam van het gezelschap vandaan en komen in een eikenbos.
Na een steile afdaling bij een gedenkteken, gevolgd door een bruggetje over een rivier en daarna een felle klim wordt het vlak. We zullen wel ongeveer het hoogste punt van deMontes de Oca bereikt hebben. We lopen nu lange tijd door een bos over een breed pad waar veel bomen zijn gekapt, een soort brandgang. In het bos nemen we pauze. We zitten op boomstronken en genieten van de verse sinasappels die we in Villafranca gekocht hebben.
De Franse “ezelstoet” komt weer langs. Anniek zien we ook weer. Even later komt ook een wat oudere “gezette” man langs, zonder rugzak. Wij gaan ook weer verder. Bij een splitsing moeten we het linker pad nemen dat glooiend omlaag loopt naar het klooster San Juan de Ortega.
Dit klooster werd in de middeleeuwen gesticht door de Juan de Ortega, een monnik die veel bruggen en herbergen liet bouwen voor de vele pelgrims. Hierbij kreeg hij steun van de koning en ook de paus. Enfin, we hoorden onderweg dat we in het klooster niet kunnen overnachten, want de priester zou zijn overleden. Wel is er een kleine bar bij het grote complex, en we zijn wel toe aan een lekkere Café con leche. Als we plaats hebben genomen aan een tafeltje samen met Anniek meent Jack de man die ons passeerde te herkennen.
En jawel hoor, het is de voormalige burgemeester van Geleen, Hans Lurvink, samen met zijn echtgenote. We praten gezellig met hem. Hij doet de camino gedeeltelijk te voet ( de bergetappes) en met de fiets ( de vlakke delen). Wat een toeval. Zijn echtgenote begeleidt hem met een camper.
Na afscheid te hebben genomen lopen we door naar Agés, een klein dorpje, waar we willen overnachten.
Gelukkig zijn we redelijk op tijd, want het wordt druk in het dorp en de beide herbergen zitten vol met pelgrims. Het wordt een gezellige middag en avond. Waar kun je nog op straat onder een tentje zitten zonder last te hebben van voorbijkomend verkeer? In Agés dus. Als we een kleine kruidenier gevonden hebben waar we stokbrood en drank voor de dag van morgen kunnen kopen spreekt de verkoper ons in "plat Limburgs" dialect aan. Hij hoorde ons praten en begreep dat we Limburgers zijn. Hij blijkt uit Aken te komen, en woont nu in dit dorpje.
Grappig. Tiny blijkt dus weer gelijk te hebben: "kal mér geweun plat, ze versjtaon dich waal".
's Avonds eten we samen met Anniek. Daarna lopen we nog een klein rondje door het dorpje.
Lees verder Agés - Burgos