13 mei 2008
Jack heeft slecht geslapen. Om 6:15 u staan we op en een uurtje later vertrekken we. Vandaag gaan we over de Montes de Léon, het belooft een bijzondere dagtocht te worden
We lopen langs het kerkje van Rabanal en zijn 100 mtr verder alweer in de open natuur. Aan de rand van het dorpje zien we nog een klein monument.
Het is mistig, en we lopen door een schilderachtige omgeving. Het gaat bergop, maar niet steil en over goed begaanbare paadjes.
We lopen door een mooie kleurrijke natuur, met eerst witte, daarna lila-paars en uiteindelijk gemengd gekleurde struiken. Prachtig. Ondanks de mist hebben we toch fantastische uitzichten.
Na 1½ uur doemt het buurtschap Foncebadón uit de mist op. Het oogt een beetje als een verlaten spookdorp. Toch kunnen we hier een kop koffie drinken, maar meer is er ook niet. Jammer, maar de koffie doet ons goed. Vanuit Foncebadón gaat het verder omhoog. Om ongeveer 10 u zijn we bij het Cruz de Ferro op de Monte Irago.
Eigenlijk stelt het niet zoveel voor; een klein ijzeren kruisje op een hoge paal. Pelgrims leggen er al eeuwen een van thuis meegebracht steentje neer, zodat in loop van de tijd er een behoorlijke berg stenen is ontstaan rondom het kruis. Dat maakt het toch weer bijzonder.
Wij leggen ook een steentje dat we van thuis meegenomen neer. Hier is ook ongeveer het hoogste punt van de Camino , we zitten op 1504 mtr. Vanuit het kruis gaan we verder. Het gaat nu wisselend omlaag en dan weer omhoog.
Na een half uurtje komen we bij het verlaten dorp Manjarin. Het is een spookdorp met ruïnes en ….. een herberg die “gerund” wordt door een of ander genootschap die Tempeliersgebruiken in stand willen houden. In onze ogen ziet het er uit als een restant van het idealistische hippie-tijdperk.
De koffie die aangeboden wordt is niet meer dan donker gekleurd lauw water. Het begint te regenen, nadat we de regenkleding aangedaan hebben gaan we verder.
De mist neemt toe, en de wandeling wordt zwaarder, vooral als we omlaag moeten. De grote keien op het dalende pad zijn verschrikkelijke hindernissen. Elke stap omlaag die Jack doet is pijnlijk. Om 13:30 u bereiken we El Acebo waar we vermoeid aankomen.
El Acebo is niet meer dan een klein gehucht. Maar ze hebben er wel een kleine kruidenierswinkel, die gerund wordt door een vriendelijk vrouwtje. We kopen er alvast proviand voor morgen.
In de herberg is het druk. Althans in het restaurant waar we wat gaan eten. Voor de mogelijkheid om hier te overnachten is weinig belangstelling, de meeste pelgrims lopen verder. Dus slapen we de komende nacht met slechts 7 personen op de slaapzaal, waaronder 2 Spaanse fietsers die het laatste moment nog komen binnenvallen. Het eten in het restaurant is goed, er wordt royaal opgediend ( vooral vlees). Uiteraard liggen we op tijd in bed na een vermoeiende dag.
Lees verder El Acebo - Ponferrada