4 mei 2009
Het is een beetje mistig als we om ca. 8:00 u vertrekken. Via een voetgangersbrug over een "baai" van het stuwmeer verlaten we Portomarín.
We werpen een laatste blik op de lange brug over het stuwmeer.
De brug waar we gisteren over liepen fungeert als een scheidslijn tussen de grijze lucht en het eveneens grijze water van het meer. Een plaatje dat zo uit een avonturenfilm zou kunnen komen: mysterieus, schimmig, maar ook mooi.
Aan de overzijde van de baai gaat het behoorlijk bergop over een onverhard pad. Daarna volgt de wandelroute voornamelijk de verharde weg, die we soms moeten oversteken. Dit stuk is niet zo gevarieerd.
Tussen de plaatsjes Toxibo en Gonzar komen we bij een picknickplaats waar we lekker in het zonnetje ontbijten. Verschillende pelgrims volgen ons voorbeeld, zo ook Anya uit Duitsland. Anya loopt alleen, we schatten haar leeftijd tussen de 20 à 25 jaar. Ze is wel vriendelijk, maar verder niet zo spraakzaam. Ze gaat al sjokkend haar eigen weg.
Achter Gonzar komen we op een pad dat tussen natuurstenen loopt, dit is wel prettig. En een mooi stuk tussen kleurig struikgewas.
Maar dit duurt niet lang, want na het volgende dorpje Castromaior volgt weer een lange stijging. Iedereen heeft het over de lange beklimming naar O Cebreiro, maar vele venijnige korte klimmetjes zijn ook vermoeiend. In de buurt van Hospital de la Cruz drinken we koffie in een barretje. Hier maken we een praatje met 2 Duitse dames die al aan het bier zijn. Zij blijken uit de buurt van Keulen te komen en keuren het bier goed, al is het natuurlijk geen Kölsch.
Wij gaan vervolgens verder via een brug over een drukke weg. Er komt meer variatie in de wandeling en we ontmoeten een gezelschap van 3 mannen.
We zijn in de buurt van het dorp Ligonde. Ze hebben duidelijk plezier. Het blijken twee Ieren en een “Welshman” te zijn. De gangmaker, wij noemen hem John Wayne, loopt een beetje moeilijk en heeft het warm. Maar zoals het een echte cowboy betaamt houdt hij zijn hoed bij een bron onder het water en zet hem daarna weer op zijn hoofd voor de nodige afkoeling.
Cruceiro de "Lameiros" Ligonde
kruis bij Airexe
In dit gebied staan veel stenen kruisen, zoals het bijzondere Cruceiro de "Lameiros". Een kruis met 2 afbeeldingen. Wat ons ook opvalt is dat men hier nog veel sneeuwballenbomen hebben. “Ja, die hadden wij vroeger ook”, zegt Jack. Ook zien we veel horreo’s. Dit zijn typische Galicische opslagplaatsen voor maiskolven. Aan de zijkant zijn openingen, zodat de wind er doorheen kan en de mais niet gaat rotten. Verder staan ze op verhogingen en tussen de bodem en de verhogingen zijn platen aangebracht die uit steken, zodat er geen muizen in kunnen komen. Eigenlijk hetzelfde idee zoals de “Spycher” die we in Saas Fee ( Zwitserland) gezien hebben.
Het verdere gedeelte lopen we vaak langs een hoofdweg. Gelukkig is er een voetpad.
De binnenkomst in Palas de Rei doet een beetje vreemd aan. Over een breed steenslagpad dat langzaam omlaag loopt bereiken we het stadje. Bij de kerk komen we in het stadje waar het redelijk druk is en veel verkeer. We vinden snel onze herberg, waar we met 11 personen op een nette kamer liggen.
Als we rondlopen zien we dat veel pelgrims zich verzameld hebben bij een bar. Iedere pelgrim die hier voorbij komt wordt met luid gejuich ontvangen, zoals bij ons bij de Kennedymars.
Zo langzaam kennen we de meeste aanwezigen wel, zoals de Spaanse dames-armada, het Duits gezelschap, Anya, de 2 Ieren met hun Welshman en ook de Deense dame. Het Nederlandse echtpaar bevindt zich eveneens in het stadje.
Onder het avondeten maken we kennis met Jan uit Nederland. Hij loopt alleen.
Lees verder Palas de Rei - Melide