Trinity -
Drie-eenheid

The Trinity: in the Christian religion, the name given to the supposed three forms of God – the Father, the Son (Jesus Christ), and the Holy Spirit – which are according a lot of name-Christians all part of the same one God, but according to the real Christians is a false human doctrine, the Biblical doctrine speaking only of One God Who is One.

De Drie-eenheid of Drievuldigheid: in de christelijke religie, wordt die naam Drie-eenheid gegeven aan de drie veronderstelde vormen van God - de Vader, de Zoon (Jezus Christus) en de Heilige Geest - die volgens veel naamchristenen allemaal deel uitmaken van dezelfde ene God, maar volgens de echte of ware christenen is het een valse menselijke leer, waarbij de Bijbelse leer alleen spreekt over één God die één is.

Thought of Deity up to Christ

At the beginning of times the first man had felt life coming into him by the Breath of God. He also heard His Causer or Divine Maker or Creator God His Voice telling what he was to do and could not do.

The first human beings rebelled against God and therefore were banned from the Royal Garden or Garden of Eden, an earthly Paradise. They had come to know not only God but also what is good and what is bad.

Adam and Eve their children in turn had children who had children again and thus increased the number of inhabitants on this globe. The stories of what had happened to their first ancestors went by word of mouth. One would think that the knowledge of the Creator God also continued with that. But several people chose to make other gods in the hope that they would be more willing to them. An entire pantheon came into being. But still there were people who kept to That One True God, the Elohim Hashem Jehovah, the God who was above all gods.

Those ancient worshippers of One God were recognized and chosen by God to be His People. That People of Israel looked throughout history to That One God and eternal Source Who was the God of Israel, the God of Abraham, the God of Isaac, the God of so many prophets of God, and always made His faithfulness feel to them.

That People of God grew and became also known as the People of Judah the or the Jewish People.

It was from that tribe, especially from the tribe of David, that the Nazarene Jew Yeshua / Jeshua was born. The son of very faithful and devout people, Joseph and Myriam (Joseph and Mary), he grew up with the teaching of the One True God, Jehovah.


Gedachte over de Godheid tot aan Christus

In het begin van alle tijden had de eerste man het leven in hem gevoeld door de Adem van God. Hij hoorde ook Zijn Veroorzaker of Goddelijke Maker de Schepper God Zijn Stem vertellen wat hij wel en niet kon doen.

De eerste mensen kwamen in opstand tegen God en werden daarom verbannen uit de koninklijke tuin of de tuin van Eden, een aards paradijs. Ze hadden niet alleen God leren kennen, maar ook wat goed en wat slecht is.

Adam en Eva hun kinderen op hun beurt kregen kinderen die weer kinderen kregen en zo het aantal inwoners op deze aardbol deden aangroeien. De verhalen van wat er met hun eerste voorouders was gebeurd gingen van mond tot mond. Men zou daarbij denken dat de kennis van de Schepper God daarmee ook verder ging. Maar meerdere mensen verkozen zich andere goden te maken in de hoop dat deze meer gewillig naar hun toe zouden zijn. Een veel godendom kwam tot stand. Maar steeds bleven er mensen die zich hielden aan Die Ene Ware God, de Elohim Hashem Jehovah, de God die boven alle goden stond.

Die aanbidders van één God werden door God erkend en uitverkoren om Zijn Volk te zijn. Dat Volk Israël keek in de loop van de geschiedenis naar Die Ene Ware God Die de God van Israël, de God van Abraham, de God van Isaak, de God van zovele profeten van God was en steeds Zijn trouw aan hen liet voelen. Dat Volk van God groeide uit en werd ook gekend als het Volk van Juda of het Joodse Volk.

Het was uit die stam, in het bijzonder uit de stam van David, dat de Nazareense Jood Yeshua / Jeshua werd geboren. Als zoon van zeer gelovige en godsvruchtige mensen, Josef en Myriam (Jozef en Miriam / Maria) groeide hij op met de leer in De Enige Ware God, Jehovah.

Jesus praying to his God and not to himself

During his public life, Jesus longed others to get to know about his God. He never prayed to himself or wished that people would worship him. He always asked them to pray to the One who is much greater than him. Jesus also taught people how to pray to his Heavenly Father and God, and gave them 'the Lord's Prayer' as a model prayer.

Towards the end of his life, Jesus prayed intensely to his Father and indicated that instead of his own will, God's Will must be done. Of course, if Jesus were God, it was always his own will.

“ Let your Kingdom come. Let your Will take place, as in heaven, also on earth.” (Mt 6:10 mhm)

“ “Father, if you wish remove this cup from me. However, let Your will occur and not my own will.”” (Lu 22:42 mhm)

“ Now Jesus went forward a little way and fell forward on his face, praying: “My Father! If it is possible allow this cup to pass me by. But not as I wish, as You will!”” (Mt 26:39 mhm)

“ Then again Jesus went away and prayed the same words he had before.” (Mr 14:39 mhm)

“ Let your Kingdom come. Let your Will take place, as in heaven, also on earth.” (Mt 6:10 mhm)

“ So, Jesus said: “Abba! Father! Anything is possible for You. Remove this cup from me! Still, not what I wish, but as You will.”” (Mr 14:36 mhm)

“ I am not able to do anything from myself. Just as I hear I judge, and my judgment is just because I am not seeking my own will, but the will of the One who sent me.” (Joh 5:30 mhm)

“ Because I have not descended from the Celestialum to do my own will, but rather the will of the One who sent me.” (Joh 6:38 mhm)

When he could no longer avoid his death and was impaled, he asked God why He had forsaken him. Of course, neither God nor himself (if he were God) had left himself.

“ About three in the afternoon Jesus screamed in a loud voice, “Eli, eli, lama sabachthani?” (or, “‘My God, my God, why have You abandoned me?’”)” (Mt 27:46 mhm)

“ And at three in the afternoon Jesus screamed in a loud voice: “Eloi eloi lama sabakhthani?” (which means when translated: “‘My God, my God, why have you forsaken me?’”)” (Mr 15:34 mhm)


Jezus biddende tot zijn God en niet tot zichzelf

Tijdens zijn openbaar leven verlangde Jezus er naar anderen zijn God te leren kennen. Hij bad nooit naar zichzelf noch wenste hij dat mensen hem zouden aanbidden. Hij verzocht hen steeds te bidden naar Diegene Die veel groter is dan hem. Hij leerde de mensen ook hoe naar zijn hemelse Vader en God te bidden, en gaf hen als modelgebed 'het Onze Vader'.

Naar het einde van zijn leven bad Jezus intens tot zijn Vader en maakte kenbaar dat in plaats van zijn eigen wil, Gods Wil moest gebeuren. Indien Jezus God zou zijn was het natuurlijk altijd ook zijn eigen wil.

“laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.” (Mt 6:10 NBV)

“‘Vader, als u het wilt, neem dan deze beker van mij weg. Maar laat niet wat ik wil, maar wat u wilt gebeuren.’” (Lu 22:42 NBV)

“Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’” (Mt 26:39 NBV)

“Weer ging hij weg om te bidden, met dezelfde woorden als daarvoor.” (Mr 14:39 NBV)

“laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.” (Mt 6:10 NBV)

“Hij zei: ‘Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt.’” (Mr 14:36 NBV)

“Ik kan niets doen uit mijzelf: ik oordeel naar wat ik hoor, en mijn oordeel is rechtvaardig omdat ik mij niet richt op wat ik zelf wil, maar op de wil van hem die mij gezonden heeft.” (Joh 5:30 NBV)

“want ik ben niet uit de hemel neergedaald om te doen wat ik wil, maar om te doen wat hij wil die mij gezonden heeft.” (Joh 6:38 NBV)

Toen hij zijn dood niet meer kon ontwijken en aan de paal hing, vroeg hij aan God waarom Deze hem had verlaten. Natuurlijk had noch God noch hijzelf (indien hij God zou zijn) hemzelf verlaten.

“Aan het einde daarvan, in het negende uur, gaf Jezus een schreeuw en riep luid: ‘Eli, Eli, lema sabachtani?’ Dat wil zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’” (Mt 27:46 NBV)

“Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?’, wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’” (Mr 15:34 NBV)


Worship of God and gods after Jesus

Throughout the Old Testament times, God made it clear that one could only worship Him as the Only God and that one should not make graven images of Him or other gods to glorify them.

That prohibition against prostrating before images was ignored with time, and after Jesus' death and resurrection, there were false teachers who introduced a false teaching in Greco-Roman traditional teachings that gained popularity. The thought appealed to extrapolate the three-divinities of the ancient times to Yeshua / Jeshua and therefore they changed his name to Issou or Hail Zeus, to honour that Roman deity.

When Jesus, sent by God, came to this earth as son of man and son of God, he came with a task from God and with the goal of accomplishing all that was necessary for mankind's salvation to become a reality. History prior to his coming looked forward to his arrival. He did not exist until he came into the flesh some 2 millennia ago. History since his coming has been looking back at what he accomplished while also looking forward to his return.

There are many people who understand exactly who Jesus truly is, and plenty who still struggle to accept him and what he taught. Most people do not know their Scriptures and prefer to go by the teachings of clergy, who belong to the popular churches, which are the Trinitarian churches, or churches that teach that Jesus would be three people in one, contrary to the Biblical teaching that says God is Only One Eternal Spirit and Jesus is his only begotten beloved son.

Nicene Creed

Those believing in the Trinity also teach that Jesus would have "existed from eternity past in perfect relationship with God the Father and God the Holy Spirit".

Not long after Christ's earthly ministry and the New Testament Scriptures were complete, believers in the Truth and other believers, clinging to Greek-Roman philosophy came to debate the role and position of Jesus. Several said they wanted to take the time to clarify who they believed Jesus to be, based on what was revealed through his life and the Scriptures.

The result of several teachers preferring to suit the Roman rulers made that The Nicene Creed, written in 325 C.E. became one of the clearest statements why the true early followers of Christ Jesus broke away with others in the early church. The Nicene Creed states:

"We believe in one God, the Father, the Almighty, maker of heaven and earth, of all that is, seen and unseen. We believe in one Lord, Jesus Christ, the only Son of God, eternally begotten of the Father, God from God, Light from Light, true God from true God, begotten, not made, of one Being with the Father. Through him all things were made. For us and for our salvation he came down from heaven: by the power of the Holy Spirit he became incarnate from the Virgin Mary, and was made man. For our sake he was crucified under Pontius Pilate; he suffered death and was buried. On the third day he rose again in accordance with the Scriptures; he ascended into heaven and is seated at the right hand of the Father. He will come again in glory to judge the living and the dead, and his kingdom will have no end."

Scripture, the Bible, which we consider to be the infallible Word of God, does not at all teaches that Jesus is God. Those who take him as God make of God a very cruel being Who does not always speaks the truth. Because God says He is an Unchangeable Eternal Spirit no man can see, but Jesus who had a birth and death was seen by many.

“But," he said, "you cannot see my face, for no-one may see me and live."” (Ex 33:20 NIV)

“God is spirit, and his worshippers must worship in spirit and in truth."” (Joh 4:24 NIV)

“Now the Lord is the Spirit, and where the Spirit of the Lord is, there is freedom.” (2Co 3:17 NIV)

“Now to the King eternal, immortal, invisible, the only God, be honour and glory for ever and ever. Amen.” (1Ti 1:17 NIV)

“"I the LORD do not change. So you, O descendants of Jacob, are not destroyed.” (Mal 3:6 NIV)

“God is not a man, that he should lie, nor a son of man, that he should change his mind. Does he speak and then not act? Does he promise and not fulfil?” (Nu 23:19 NIV)

“He who is the Glory of Israel does not lie or change his mind; for he is not a man, that he should change his mind."” (1Sa 15:29 NIV)

“Anyone who believes in the Son of God has this testimony in his heart. Anyone who does not believe God has made him out to be a liar, because he has not believed the testimony God has given about his Son.” (1Jo 5:10 NIV)

Man cannot do anything to God either, but Jesus who is a man can be tempted, tortured and even killed by man.

“When tempted, no-one should say, "God is tempting me." For God cannot be tempted by evil, nor does he tempt anyone;” (Jas 1:13 NIV)

Let us not forget how Jesus was tested in the wilderness, just as the Pharisees regularly subjected him to near cross-examination.

Theologians refer to the 100% being man and 100% being God of Christ his union of two natures as the "hypostatic union" and say Jesus would often operate within the limits of humanity as an act of humility, submission to the Father, and with the goal of fulfilling all righteousness on behalf of mankind.

Many believers of the Trinity also forget that after Jesus death (whilst God cannot die) he was made higher than angels (him having been lower before, though we know God was, is, and always will be the Highest). They forget that at present, Christ has a ministry of intercession and advocacy. Jesus Christ namely sits not on God's throne but at the right hand of God the Father and pleads our case like a defence lawyer. We are defended from accusation by Jesus our Advocate or Mediator by God, who testifies to the fact that our sin has been atoned for by his shed blood.

“ “For The God loved the world of humankind so much that He gave His only-begotten Son,so that everyone believing in him might not be destroyed but may have endless life.” (Joh 3:16 mhm)

“ However, full of the holy Pneuma, Stephen gazed into the Celestialum, and he saw God's glory and Jesus standing at the right hand of The God.” (Ac 7:55 mhm)

“ However, after this Person approached with a single sacrifice accomplishing the covering of sins perpetually, he sat down at the right hand of The God.” (Heb 10:12 mhm)

“ Who is the one judging against them? Christ Jesus–the one who died–rather, the one who was raised up from those dead–who is at the right hand of The God –who also pleads our case in our behalf.” (Ro 8:34 mhm)

“ My little children, I am writing you this so that you may not commit a sin. And every time anyone commits a sin, we have a Helper facing the Father, a righteous person, Jesus Christ,” (1Jo 2:1 mhm)

“ For, there is one God! Also one mediator of humans–a human, Christ Jesus.” (1Ti 2:5 mhm)

“ However, now Jesus has acquired a very different priestly office in behalf of the people, as he is a mediator of a much better covenant, which is also lawfully based on superior promises.” (Heb 8:6 mhm)

“ and to Jesus, to a mediator of a New Covenant –and to the blood of sprinkling which speaks in a better way than Abel.” (Heb 12:24 mhm)

The word of God also tells us that the day will come when Christ will return to this earth to rule and reign. He will show Himself to be the King of kings and Lord of lords, and His kingdom will have no end. The world should come to know that when everything and everyone is finally under God’s rule, the Son will step down, taking his place with everyone else, showing that God’s rule is absolutely comprehensive — a perfect ending!

“ But, whenever everything will also be subjected to the Son, he himself will subject himself to the One who subjected everything to him, so that The God may be everything to everyone.” (1Co 15:28 mhm)


Aanbidding van God en goden na Jezus

Doorheen de tijden van het Oude testament maakte God het duidelijk dat men enkel Hem als Enige God mocht aanbidden en dat men geen gesneden beelden van Hem noch van andere goden mocht maken om deze te verheerlijken.

Dat verbod voor het neerknielen voor beelden werd met de tijd genegeerd en na Jezus dood en verrijzenis waren er valse leraren die in de Grieks-Romeinse traditionele leerstellingen een valse leer brachten die aan populariteit won. Hierbij viel de gedachte in de smaak om de drie-goddelijkheden van de oude tijd te extrapoleren naar Jeshua toe en zijn naam daarom te veranderen tot Issou of Heil Zeus, om die Romeinse godheid te eren.

Toen Jezus, door God gezonden, naar deze aarde kwam als mensenzoon (niets uit zichzelf doende) en zoon van God, kwam hij met een taak van God en met het doel alles te volbrengen wat nodig was om de redding van de mensheid te verwezenlijken. De geschiedenis voorafgaand aan zijn komst keek uit naar zijn komst. Hij bestond niet totdat hij zo'n 2 millennia geleden in het vlees kwam. De geschiedenis heeft sinds zijn komst teruggekeken op wat hij bereikt heeft, terwijl zij ook uitkijkt naar zijn terugkeer.

Er zijn veel mensen die precies begrijpen wie Jezus werkelijk is, en er zijn er nog veel die nog steeds moeite hebben om hem te accepteren en wat hij leerde. De meeste mensen kennen hun Schrift niet en geven er de voorkeur aan de leringen van geestelijken te volgen, die tot de populaire kerken behoren, de trinitarische kerken, of kerken die leren dat Jezus drie mensen in één zou zijn, in tegenstelling tot de Bijbelse leer die zegt dat God de Enige Eeuwige Geest is en dat Jezus zijn eniggeboren geliefde zoon is.

Geloofsbelijdenis van Nicea

Degenen die in de Drie-eenheid geloven, leren ook dat Jezus "van eeuwigheid af zou hebben bestaan ​​in perfecte relatie met God de Vader en God de Heilige Geest".

Niet lang nadat Christus' aardse bediening en de nieuwtestamentische geschriften compleet waren, kwamen gelovigen in de waarheid samen met andere gelovigen die zich vast klampten aan Grieks-Romeinse filosofie, om de rol en positie van Jezus te bespreken. Verschillenden zeiden dat ze de tijd wilden nemen om duidelijk te maken wie ze geloofden dat Jezus was, op basis van wat er door zijn leven en de Schrift werd geopenbaard.

Het resultaat van het feit dat verschillende leraren er de voorkeur aan gaven de Romeinse heersers te voldoen, maakte dat De Geloofsbelijdenis van Nicea, geschreven in 325 G.T., een van de duidelijkste verklaringen werd waarom de ware vroege volgelingen van Christus Jezus zich van anderen in de vroege kerk afscheidden. De geloofsbelijdenis van Nicea luidt als volgt:

"Wij geloven in één God, de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde, van alles wat is, gezien en ongezien. Wij geloven in één Heer, Jezus Christus, de enige Zoon van God, eeuwig verwekt door de Vader, God uit God, Licht uit Licht, ware God uit de ware God, verwekt, niet gemaakt, uit één Wezen met de Vader. Door hem zijn alle dingen gemaakt. Voor ons en voor ons heil is hij uit de hemel neergedaald: door de kracht van de Heilige Geest werd hij geïncarneerd uit de Maagd Maria en werd hij mens. Omwille van ons werd hij gekruisigd onder Pontius Pilatus; hij leed de dood en werd begraven. Op de derde dag stond hij weer op in overeenstemming met de Schrift; hij is opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van de Vader. Hij zal terugkomen in heerlijkheid om de levenden en de doden te oordelen, en zijn koninkrijk zal geen einde hebben. "

De Geschriften of de Bijbel, die we beschouwen als het onfeilbare Woord van God leert helemaal niet dat Jezus God is. Degenen die hem als God beschouwen, maken van God een zeer wreed wezen dat niet altijd de waarheid spreekt. Omdat God zegt dat Hij een onveranderlijke eeuwige Geest is die niemand kan zien, maar Jezus die een geboorte en dood had, werd door velen gezien.

“Maar, ‘zei hij, ‘mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want geen mens kan mij zien en in leven blijven.’” (Ex 33:20 NBV)

“want God is Geest, dus wie hem aanbidt, moet dat doen in Geest en in waarheid.’” (Joh 4:24 NBV)

“Welnu, met de Heer wordt de Geest bedoeld, en waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid.” (2Co 3:17 NBV)

“Aan de koning der eeuwen, de onvergankelijke, onzichtbare en enige God, zij de eer en glorie tot in alle eeuwigheid. Amen.” (1Ti 1:17 NBV)

“Door zijn geloof verliet hij Egypte zonder angst voor de woede van de koning; hij volhardde, als zag hij de Onzienlijke.” (Heb 11:27 NBV)

“Ik, de HEER, ben niet veranderd, en jullie gedragen je nog altijd als nakomelingen van Jakob.” (Mal 3:6 NBV)

“God is geen mens, dat hij zijn woord zou breken of terug zou komen op zijn besluit. Zou hij beloven en niet vervullen, zijn woord geven en het niet gestand doen?” (Nu 23:19 NBV)

“En u weet dat de Glorie van Israël nooit zijn woord breekt en nimmer van zijn besluiten terugkomt. Hij is immers geen mens, dat hij van zijn besluiten terug zou komen.’” (1Sa 15:29 NBV)

“Wie in de Zoon van God gelooft, draagt het getuigenis in zich. Wie God niet gelooft, maakt hem tot leugenaar, omdat hij geen geloof hecht aan het getuigenis dat God over zijn Zoon gegeven heeft.” (1Jo 5:10 NBV)

De mens kan God ook niets aandoen, maar Jezus die een mens is kan wel door de mens verleid, gemarteld en zelfs gedood worden.

“Wie in verleiding komt, moet niet beweren: ‘Die verleiding komt van God.’ Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht.” (Jak 1:13 NBV)

Vergeten wij niet hoe Jezus in de woestijn op de proef werd gesteld, net als hoe de Farizeeën hem regelmatig bijna aan een kruisverhoor onderlegden.

Theologen verwijzen naar het 100% mens-zijn en 100% God zijn van Christus, of zijn vereniging van twee naturen als de 'hypostatische vereniging' of 'Hypostatische eenheid' en zeggen dat Jezus vaak zou opereren binnen de grenzen van de mensheid als een daad van nederigheid, onderwerping aan de Vader, en met het doel om alle gerechtigheid namens de mensheid te vervullen.

Veel gelovigen van de Drie-eenheid vergeten ook dat na de dood van Jezus (terwijl God niet kan sterven) hij hoger werd gemaakt dan engelen (hij was eerder lager geweest, hoewel we weten dat God de Hoogste was, is en altijd zal zijn). Ze vergeten ook dat Christus op dit moment een bediening heeft van voorbede en belangenbehartiging. Jezus Christus zit namelijk niet op Gods troon maar aan de rechterhand van God de Vader en bepleit onze zaak als een advocaat. We worden tegen beschuldiging beschermd door Jezus, onze Advocaat of Bemiddelaar bij God, die getuigt van het feit dat onze zonde verzoend is door zijn vergoten bloed.

“Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” (Joh 3:16 NBV)

“Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond,” (Hnd 7:55 NBV)

“terwijl hij, na zijn eenmalig offer voor de zonden, voorgoed zijn plaats aan Gods rechterhand heeft ingenomen,” (Heb 10:12 NBV)

“Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons.” (Ro 8:34 NBV)

“Kinderen, ik schrijf u dit opdat u niet zondigt. Mocht een van u echter toch zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige.” (1Jo 2:1 NBV)

“Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus,” (1Ti 2:5 NBV)

“Maar Jezus is dus aangesteld voor een eerbiedwaardiger dienst, in die zin dat hij bemiddelaar is van een beter verbond, dat zijn wettelijke grondslag heeft gekregen in betere beloften.” (Heb 8:6 NBV)

“voor de bemiddelaar van een nieuw verbond, Jezus, en voor het gesprenkelde bloed dat krachtiger spreekt dan dat van Abel.” (Heb 12:24 NBV)

Het woord van God zegt ons ook dat de dag zal komen waarop Christus naar deze aarde zal terugkeren om te oordelen en te regeren. Hij zal laten zien dat Hij de Koning der koningen en Heer der heren is, en Zijn koninkrijk zal geen einde hebben. De wereld zou moeten weten dat wanneer alles en iedereen eindelijk onder Gods heerschappij is, de Zoon zal aftreden, zijn plaats innemen met alle anderen, laten zien dat Gods heerschappij absoluut alomvattend is - een perfect einde!

“En op het moment dat alles aan hem onderworpen is, zal de Zoon zichzelf onderwerpen aan hem die alles aan hem onderworpen heeft, opdat God over alles en allen zal regeren.” (1Co 15:28 NBV)