Jesus son of God -
Jezus zoon van God

God the son or son of God

Many church communities in our present world speak of God the Father, god the Son and God the Holy Spirit. If those believers in the 'Holy Trinity' read the Bible carefully, they would have to wonder whether it must be 'god the son' or 'son of God'.

There are religious groups in Christendom which teaches that from eternity past, Jesus has always existed as the 'Son of God' and say that we could likewise refer to him as 'God the Son'. For them he has always existed in a so-called perfect relationship with God the Father and God the Holy Spirit, though he would have been those two other people as well.

In Christendom, the majority believes that God would have come down to earth in the form of Jesus taking on flesh. By thinking so they forget that God Himself declares to be an eternal unchangeable God, meaning He does not change and does not have a beginning (birth) or end (death). They also seem to forget that the Bible teaches that God is an Almighty, All-knowing Spirit Who can not be seen by man.

Already in his time there were many people who debated who he was. Some people considered him to be the son of a carpenter. Others thought he was a troublemaker. Some thought he was a prophet and a worker of miracles, but Jesus asked his disciples who they thought he was. Peter, who would often be the first person to speak up in the group, answered Jesus and testified that he was

"the Christ, the Son of the living God."

Jesus affirmed the accuracy of this statement and he also stressed that the reason Peter understood this was because God the Father had revealed it to him.

God de zoon of zoon van God

In heel wat kerkgemeenschappen in onze huidige wereld wordt er gesproken over God de Vader, god de zoon en God de Heilige Geest.
Indien die gelovigen in de 'Heilige Drie-eenheid' de Bijbel aandachtig zouden lezen, zouden zij zich moeten afvragen of het nu wel 'god de zoon' moet zijn of 'zoon van God'.

Er zijn religieuze groeperingen in het christendom die leren dat Jezus van eeuwigheid af altijd heeft bestaan ​​als de 'Zoon van God' en zeggen dat we hem ook 'God de Zoon' zouden kunnen noemen. Voor hen heeft hij altijd bestaan ​​in een zogenaamde perfecte relatie met God de Vader en God de Heilige Geest, hoewel hij ook die twee andere mensen zou zijn geweest.

In het christendom gelooft de meerderheid dat God naar de aarde zou zijn gekomen in de vorm van Jezus die vlees aannam. Door zo te denken vergeten ze dat God Zelf verklaart een eeuwige onveranderlijke God te zijn, wat inhoudt dat Hij niet verandert en geen begin (geboorte) of einde (dood) heeft. Ze lijken ook te vergeten dat de Bijbel leert dat God een Almachtige Ene, Alwetende Geest is die niet door de mens kan worden gezien.

Al in zijn tijd waren er veel mensen die debatteerden over wie hij was. Sommige mensen beschouwden hem als de zoon van een timmerman. Anderen dachten dat hij een onruststoker was. Sommigen dachten dat hij een profeet was en een wonderdoener, maar Jezus vroeg zijn discipelen wie ze dachten dat hij was. Petrus, die vaak de eerste persoon was die het woord nam in de groep, antwoordde Jezus en getuigde dat hij

"de Christus, de Zoon van de levende God."

was

Jezus bevestigde de juistheid van deze verklaring en hij benadrukte ook dat de reden dat Petrus dit begreep, was omdat God de Vader het hem had geopenbaard.

Declaration of Jesus' sonship during his baptism and during the transfiguration

What the apostle Peter said about Jesus was in line with what Jehovah God Himself declared by the baptism of Jesus and on the mount of transfiguration.

When the appointed time had come God sent an angel to a devout young Essene Jewish girl who had God’s approval. In the Garden of Eden God had already spoken about that woman who would bear a child. She would give birth to a son, and his name would be Jeshua (later in many bible translations given as: Jesus). The girl heard that her son would be great, and will be named the Son of the Most High. Like many people before her she came to hear that God will give him the kingdom of David, his forefather. She, like us, came to hear that this son of man will have rule over the house of Jacob for ever, and of his kingdom there will be no end.

“30 Then the angel Gabriel said to Mary: “Do not be frightened, Mary, for you have found favor with God. 31 And, behold, you will conceive in your womb and will give birth to a son, and you will give him the name Jesus. 32 He will become a renowned person and will be called a son of the Most High. YHWH The God will give to him David's throne, 33 and he will reign over Jacob's House throughout the Ages. There will never be an end to his kingdom.” 34 But in response Mary said to the angel Gabriel: “How can this be since I have never known a man?” 35 So the angel answered her: “Holy Pneuma will come over you and the Most High's power will overshadow you. As a result the One to be born will be also called Holy, God's Son.” (Lu 1:30-35 mhm)

Having about 30 years Jesus also stepped in the water to be baptised. Having had baptism with them, he was in prayer, when, the heaven being opened. The Holy Spirit came down in the form of a dove, and a Voice came from heaven declaring that man in the Jordan to be His dearly loved son, with whom God is well pleased.

“21 Now it happened during the time that time when all the people were being baptized Jesus also was baptized. While he was praying the sky opened up, 22 and the holy Pneuma descended upon Jesus in the bodily shape of a dove. Then a Voice came out of the sky, “You are my beloved Son! I confirm you!” 23 And so when Jesus began his work he was about thirty years old, and according to others the son of Joseph, the son of Heli … ” (Lu 3:21-23 mhm)

Several months later Jesus took Peter, John and James with him and went up into a mountain for prayer. And while he was in prayer, his face was changed and his clothing became white and shining. Now Peter and those who were with him were overcome with sleep: but when they were fully awake, they saw Jesus his glory and the two men who were with him. And when they were about to go away from him, Peter wanted to make three tents, one for Jesus, one for Moses and one for Elijah. Suddenly a shade of a cloud came over them, and they were full of fear when they went into the cloud. And there was a Voice from the cloud saying,

“This is my Son, the Chosen One–listen to him!” (see Lu 9:28-36)

All those who accept Jesus for God do not take all of these words of God seriously and simply ignore them, taking the liberty to twist them. Those who love God cannot pass up those words as if they have no meaning or value. They are very important for understanding the work of liberation with the ransom sacrifice.











Verklaring van Jezus zoonschap tijdens zijn doop en tijdens de transfiguratie

Wat de apostel Petrus over Jezus zei, was in overeenstemming met wat Jehovah God Zelf verklaarde door de doop van Jezus en op de berg der transfiguratie.

Toen de afgesproken tijd gekomen was, stuurde God een engel naar een vroom jong Esseens Joods meisje dat Gods goedkeuring had. In de hof van Eden had God al gesproken over die vrouw die een kind zou baren. Ze zou een zoon baren, en zijn naam zou Jeshua (Jesjoea) zijn (later in veel bijbelvertalingen weergegeven als: Jezus).

Het meisje hoorde dat haar zoon groot zou zijn en de zoon van de Allerhoogste zal worden genoemd. Zoals veel mensen voor haar kwam ze om te horen dat God hem het koninkrijk van David, zijn voorvader, zal geven. Zij kwam, net als wij, te horen dat deze mensenzoon voor altijd over het huis van Jakob zal heersen en dat er geen einde zal komen aan zijn koninkrijk.

“30 Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. 31 Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. 32 Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven. 33 Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ 34 Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit gemeenschap met een man gehad.’ 35 De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God.” (Lu 1:30-35 NBV)

Op ongeveer 30-jarige leeftijd stapte Jezus in het water van de Jordaan om gedoopt te worden. Nadat hij met anderen was gedoopt, was hij in gebed, toen de hemel werd geopend. De Heilige Geest kwam neer in de vorm van een duif, en een Stem kwam uit de hemel verklaarde dat die man in de Jordaan zijn zeer geliefde zoon was, met wie God welbehagen heeft.

“21 Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend 22 en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ 23 Jezus begon zijn verkondiging toen hij ongeveer dertig jaar was. Hij was, zoals algemeen werd aangenomen, de zoon van Jozef, die de zoon was van Eli,” (Lu 3:21-23 NBV)

Enkele maanden later nam Jezus Petrus, Johannes en Jakobus mee en ging een berg op om te bidden. En terwijl hij in gebed was, veranderde zijn gezicht en werd zijn kleding wit en glanzend. Nu vielen Petrus en degenen die bij hem waren in slaap; maar toen ze helemaal wakker waren, zagen ze Jezus zijn heerlijkheid en de twee mannen die bij hem waren. En toen ze op het punt stonden bij hem weg te gaan, wilde Petrus drie tenten maken, een voor Jezus, een voor Mozes en een voor Elia. Plotseling kwam er een schaduw van een wolk over hen heen, en ze waren vol angst toen ze de wolk ingingen. En er was een stem uit de wolk die zei:

"Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene - luister naar hem!" (zie Lu 9: 28-36)

Al diegenen die Jezus voor God aannemen nemen al deze woorden van God niet ernstig en negeren ze gewoon, de vrijheid nemend ze te verdraaien. Zij die van God houden kunnen die woorden niet laten voorbij gaan alsof ze van geen betekenis of waarde zijn. Ze zijn namelijk heel belangrijk om het werk van de bevrijding met het loskoopoffer of zoenoffer te kunnen begrijpen.


To see and to believe

God can not be seen by man, but Jesus was. Jehovah God said:

"you cannot see my face, for no-one may see me and live."” (Ex 33:20 NIV)

In contrast, many people could see Jesus (without falling dead) and there were even people who were brought to life by Jesus.

If you believe Jesus is the Christ, the Son of the living God, like Peter did, it's only because your eyes have been opened to see that truth.

“ In contrast, the psychical human does not accept the things of the Pneuma of The God, for they are foolish to him. So, such a person is unable to know them because they are pneumatically discerned.” (1Co 2:14 mhm)


Te zien en te geloven

God cannot be seen by man, but Jesus was. Jehovah God said:

"mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want geen mens kan mij zien en in leven blijven.” (Ex 33:20 NBV)

Daartegenover konden vele mensen Jezus zien (zonder dood te vallen) en waren er zelfs mensen die door Jezus tot leven werden gewekt.

Als u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God zoals Petrus deed, is dat alleen omdat uw ogen zijn geopend om die waarheid te zien.

“Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid. Hij kan het ook niet begrijpen, omdat het geestelijk moet worden beoordeeld.” (1Co 2:14 NBV)


Preferring to do God's Will

All the time Jesus was here on earth he made it clear to others that what he did, he did in God's Name. He also made it clear that he could do nothing out of himself. All the works he did were accomplished because the one greater than him allowed it to happen.

“17 However, Jesus answered them, “My Father has been working to the present, and I continue to work.”18 Therefore, because of this, the Jews were seeking for a way to kill Jesus because they thought he not only was breaking the Sabbath, but also he was saying The God was his own Father, making himself equal to The God. 19 Therefore, Jesus answered them: “I tell you this truth: The Son is unable to do anything from himself unless he sees something the Father is doing. For whatever that One may do, it is possible the Son also may do likewise.20 For the Father has affection for the Son and He is showing the Son what He is doing. And He will show the Son even greater works so that you may struck with awe.21 For just as the Father raises the dead and makes them alive, so also the Son makes alive those he wishes.22 Because the Father judges no one, but all the judgment He has given to the Son,23 so that everyone may honor the Son just as they honor the Father. The person not honoring the Son is not honoring the Father who sent him.24 I tell you this truth: The person who listens to my word and continues to believe in the One who sent me possesses endless Life. And so that person does not come into condemnation, but has crossed over from the Death unto the Life.25 “I tell you this truth: The hour is coming, and is now present, when the dead will listen to the voice of the Son of The God, and those who have responded will live.26 For just as the Father has Life within Himself, so also He gave to the Son to have Life within himself.27 Also, the Father has given to the Son to perform judgment because he is the Son of Humankind.28 Do not wonder about this, because the hour is coming in which all those in the memorial tombs will hear the Son's voice29 and those having done good things will come out unto a resurrection of Life. Those who have habitually done corrupt things unto a resurrection of condemnation.30 I am not able to do anything from myself. Just as I hear I judge, and my judgment is just because I am not seeking my own will, but the will of the One who sent me.31 “If I ever testify about myself my testimony is true.32 There is someone else who testifies about me and I know that his testimony about me is true.33 You Jews sent representatives to approach John, and he has testified regarding the truth.34 However I do not accept human testimony, but these things I tell you are so that all of you might be saved.35 John was the burning and illuminating lamp, and all of you wished to rejoice facing toward the light in him for an hour.36 But, I possess a testimony greater than John, for the works the Father has given to me so that I might complete them–these works that I am doing–testify that the Father has sent me forth. (Joh 5:17-36 mhm)

“ Jesus said to them: “If your Father was The God you would likely continue to love me. For I came out from The God and then I arrived. Nor did I come from myself, but that One sent me forth.” (Joh 8:42 mhm)

“27 Peace I leave you. I give you apostles my own peace. I am not giving it to you as the world of humankind gives it. Do not let your hearts be troubled nor cowardly.28 You apostles heard that I said to you, ‘I am departing and I am returning to you apostles.’ If you loved me you would certainly rejoice, because I am going toward the Father, because the Father is greater than me.29 And now I have told you apostles before it happens, so that whenever it does happen you should believe.30 I shall not speak with you much longer, for the ruler of the world of humankind is coming, and yet he has nothing on me.31 But, so that the world of humankind may realize that I continue to love the Father, and just as He gave me a commandment, just so I am doing. Rouse yourselves, and let us continue from here.” (Joh 14:27-31 mhm)

Jesus always wanted to do God's will. Knowing that his end was near and was very fearful, he prayed to his Heavenly Father and indicated that not his own will but Heavenly Father, God, could do His will.

“ “Father, if you wish remove this cup from me. However, let Your will occur and not my own will.”” (Lu 22:42 mhm)


Liever Gods wil doende

De hele tijd dat Jezus hier op aarde was, maakte hij anderen duidelijk dat wat hij deed, hij deed in Gods Naam. Hij maakte ook duidelijk dat hij niets uit zichzelf kon doen. Alle werken die hij deed, werden tot stand gebracht omdat degene die groter was dan hij, het toestond.

“17 Maar Jezus zei: ‘Mijn Vader werkt aan één stuk door, en daarom doe ik dat ook.’ 18 Vanaf dat moment probeerden de Joden hem te doden, omdat hij niet alleen de sabbat ondermijnde, maar bovendien God zijn eigen Vader noemde, en zichzelf zo aan God gelijkstelde. 19 Jezus reageerde hierop met de volgende woorden: ‘Waarachtig, ik verzeker u: de Zoon kan niets uit zichzelf doen, hij kan alleen doen wat hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier. 20 De Vader heeft de Zoon immers lief en laat hem alles zien wat hij doet. Hij zal hem nog grotere dingen laten zien, u zult verbaasd staan! 21 Want zoals de Vader doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie hij wil. 22 De Vader zelf velt over niemand een oordeel, maar hij heeft het oordeel geheel aan de Zoon toevertrouwd. 23 Dan zal iedereen de Zoon eer betuigen zoals men de Vader eert. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet die hem gezonden heeft. 24 Waarachtig, ik verzeker u: wie luistert naar wat ik zeg en hem gelooft die mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven; over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven. 25 Ik verzeker u: er komt een tijd, en het is nu al zover, dat de doden de stem van Gods Zoon zullen horen en dat wie hem horen, zullen leven. 26 Zoals de Vader leven heeft in zichzelf, zo heeft ook de Zoon leven in zichzelf; dat heeft de Vader hem gegeven. 27 En omdat hij de Mensenzoon is, heeft hij hem ook gezag gegeven om het oordeel te vellen. 28 Wees hierover niet verwonderd, er komt een moment waarop alle doden zijn stem zullen horen 29 en uit hun graf zullen komen: wie het goede gedaan heeft staat op om te leven, wie het slechte gedaan heeft staat op om veroordeeld te worden. 30 Ik kan niets doen uit mijzelf: ik oordeel naar wat ik hoor, en mijn oordeel is rechtvaardig omdat ik mij niet richt op wat ik zelf wil, maar op de wil van hem die mij gezonden heeft. 31 Als ik nu over mezelf zou getuigen, dan was mijn verklaring niet betrouwbaar, 32 maar iemand anders getuigt over mij, en ik weet dat zijn verklaring over mij betrouwbaar is. 33 U hebt boden naar Johannes gestuurd en hij heeft een betrouwbaar getuigenis afgelegd. 34 Niet dat ik het getuigenis van een mens nodig heb, maar ik zeg dit om u te redden. 35 Johannes was een lamp die helder brandde, en u hebt zich een tijd in zijn licht verheugd. 36 Maar ik heb een belangrijker getuigenis dan Johannes: het werk dat de Vader mij gegeven heeft om te volbrengen. Wat ik doe getuigt ervan dat de Vader mij heeft gezonden.” (Joh 5:17-36 NBV)

“‘Als God uw Vader was, ‘zei Jezus tegen hen, ‘zou u mij liefhebben, want ik ben bij God vandaan gekomen toen ik hiernaartoe kwam. Ik ben niet namens mezelf gekomen, maar hij heeft mij gezonden.” (Joh 8:42 NBV)

“27 Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. 28 Jullie hebben toch gehoord dat ik zei dat ik wegga en bij jullie terug zal komen? Als je me liefhad zou je blij zijn dat ik naar mijn Vader ga, want de Vader is meer dan ik. 29 Ik vertel jullie dit nu, voordat het gebeurt, zodat jullie het geloven wanneer het zover is. 30 Ik kan niet lang meer met jullie spreken, want de heerser van deze wereld is al onderweg. Hij heeft geen macht over mij, 31 maar zo zal de wereld weten dat ik de Vader liefheb en doe wat de Vader me heeft opgedragen. Kom, laten we hier weggaan.’” (Joh 14:27-31 NBV)

Jezus wenste steeds Gods wil te doen. Toen hij wist dat zijn einde nabij was en zeer angstig was bad hij tot zijn hemelse Vader en gaf te kennen dat niet zijn eigen wil maar zijn hemelse vader, God Zijn wil best kon gebeuren.

“‘Vader, als u het wilt, neem dan deze beker van mij weg. Maar laat niet wat ik wil, maar wat u wilt gebeuren.’” (Lu 22:42 NBV)


Childhood of Jesus

The date of Jesus’s birth (born as Jeshua Ben Ha Elohim on October 4 B.C.E.) was in the last years of the reign of Herod the Great (died 4 BCE) when also particular signs in heaven of a great falling star was to be seen and the killing of the newborns happened.

Jesus’smother Myriam / Miriam or Mary came with child in a special way, without interference of a human male. There is the fact that the child was conceived between betrothal and wedding; the birth at Bethlehem (the City of David - associated with the Davidic descent). Soon after Jesus birth his parents flee with him to Egypt and came only back to their home town Nazareth, after it was safe again.

Jesus was brought up in Nazareth. His earthly father is said to have been a carpenter or manual labourer, and Jesus is said to have been one himself. Since sons habitually followed their father’s trade, this is not improbable. Presumably, Jesus received the education of the devout poor in Israel, with thorough instruction in the Hebrew scriptures.

There is an incident described in the Bible where 12-year-old Jesus was left in the temple and everyone was amazed at his knowledge of the Scriptures.

Kinderjaren van Jezus

De geboortedatum van Jesus of Jezus (geboren als Jeshua Ben Ha Elohim op 17 oktober 4 vGT) was in de laatste jaren van de regering van Herodes de Grote (gestorven in 4 vGT), toen er ook bijzondere tekenen in de hemel te zien waren van een grote vallende ster en het doden van de pasgeborenen is gebeurd.

Jezus 'moeder Myriam / Miriam of Maria kwam op een speciale manier zwanger, zonder tussenkomst van een menselijke man. Er is het feit dat het kind werd verwekt tussen verloving en huwelijk; de geboorte in Bethlehem (de Stad van David - geassocieerd met de Davidische afkomst). Kort na de geboorte van Jezus vluchtten zijn ouders met hem naar Egypte en kwamen pas terug naar hun geboorteplaats Nazareth, nadat het weer veilig was.

Jezus werd opgevoed in Nazareth. Zijn aardse vader zou een timmerman of handarbeider zijn geweest, en van Jezus wordt gezegd dat hij er zelf ook een was. Aangezien zonen gewoonlijk het beroep van hun vader volgden, is dit niet onwaarschijnlijk. Vermoedelijk ontving Jezus de opleiding van de vrome armen in Israël, met grondige instructie in de Hebreeuwse geschriften.

Er is een voorval beschreven in de Bijbel waarbij de 12-jarige Jezus in de tempel was achtergebleven en iedereen verbaasde van zijn kennis van de Geschriften.

Beginning of public life

Jesus’s public career began when he left home for the Jordan River to be baptized by John the Baptist. At that baptism a dove appeared in the air and people could hear a Voice from heaven, declaring that man to be the only beloved son of God.

Jesus conducted a ministry of bringing the message of the kingdom and the need of people to repent and to prepare themselves for that Kingdom of God.

Jesus often went to the synagogues where he more than once went into discussion with Biblescholars. But Jesus also directed himself to the common people and spoke in the open air, reaching out to the people instead of waiting for them to come to him; but still like the Baptist, he continued preaching the coming kingdom.

Jesus never defined what he meant by the kingdom, but it means God’s Kingdom coming in saving power and strength, defeating the powers of evil and inaugurating salvation for Israel.
It is basically future (“your kingdom come” in the Lord’s Prayer) but also presently operative in Jesus’s words and works. In the parables of the kingdom, Jesus seeks to engage his hearers, persuading them to see the present operation of the kingdom in his own words and works, and to secure from them the response of faith and confidence in its future consummation – parables of the sower, the seed growing secretly, the mustard seed; also the leaven.

Jesus appeared first and foremost as eschatological prophet, one who announced the definitive coming of God’s kingly rule, the salvation of the end time.


Begin van het openbare leven

Jezus 'openbare carrière begon toen hij het huis verliet om zich door Johannes de Doper in de Jordaan te laten dopen. Bij die doop verscheen er een duif in de lucht en konden mensen een Stem uit de hemel horen, die verklaarde dat die man de enige geliefde zoon van God was.

Jezus leidde een bediening om de boodschap van het koninkrijk te brengen en de noodzaak van mensen om zich te bekeren en zich voor te bereiden op dat koninkrijk van God.

Jezus ging vaak naar de synagogen waar hij meer dan eens in gesprek ging met Bijbelscholers. Maar Jezus richtte zich ook tot het gewone volk en sprak in de open lucht: contact zoekend met de mensen in plaats van te wachten tot ze naar hem toe zouden komen; maar nog steeds zoals de Doper ging hij door met de prediking van het komende koninkrijk.

Jezus heeft nooit gedefinieerd wat hij bedoelde met het koninkrijk, maar het betekent dat Gods koninkrijk komt in reddende kracht en kracht, de machten van het kwaad verslaat en de zaligheid voor Israël inwijdt.
Het is in wezen toekomstig ("uw koninkrijk kome" in het Onze Vader) maar ook momenteel werkzaam in de woorden en werken van Jezus. In de gelijkenissen van het koninkrijk probeert Jezus zijn toehoorders te betrekken en hen over te halen om de huidige werking van het koninkrijk in zijn eigen woorden en werken te zien, en om van hen de reactie van geloof en vertrouwen in de toekomstige voltooiing ervan te verzekeren - gelijkenissen van de zaaier, het zaad dat in het geheim groeit, het mosterdzaad; ook het zuurdeeg.

Jezus verscheen in de eerste plaats als eschatologische profeet, iemand die de definitieve komst van Gods koninklijke heerschappij aankondigde, de redding van de eindtijd.

Jesus’s teaching: ethics

Jesus had chosen himself some men to be with him and to learn from him. Outside those talmidim or disciples there were others who followed Jesus wanting to learn from him. As such he became recognised as a rabbi (teacher) and later even as a rebbe (rebbe Jeshua Melech haMoshiach the master teacher).

Like the rabbis, he taught in synagogues, collected a band of disciples, and discussed Torat haElohim (Torah) with them as well as with inquirers and critics. Jesus used parables and aphorisms, that is, sayings, often of a wisdom type, enunciating general truths about human life and manners and took the authority of the Tanakh (Hebrew Bible) for granted. It enunciates the demands of God: prohibition of divorce; the second tablet of the Ten Commandments; the Shema and the summary of the Law.

Yet there are differences between Jesus’s teaching and those of the Pharisees. He emphasizes more strongly than they, that God demands not just outward conformity to the Law but the whole person, and not just love of neighbour but love of enemy (see the antitheses of the Mountain sermon). The rich young man must not only keep the commandments but sell all he has and follow Jesus. For Jesus, God’s demand is summed up in the double commandment of love.

Jesus addresses God as his heavenly Father and wants people also to come to that God of Israel as children of God. The use of “abba” was characteristic of Jesus. He did not enunciate the fatherhood of God as an abstract doctrine or a general truth but himself experienced God as his own Father (i.e., in his call to his unique mission mediated through his baptism and temptations), and he offered to those who responded to his prophetic message a similar experience and the privilege of addressing God as abba (note the opening address of the Lord’s Prayer in its original Lucan form, Luke 11.2).

“ So Jesus told them: “When you pray, say: Our Father, let Your Name be sanctified. Let Your Kingdom come.” (Lu 11:2)


Jezus' leer: ethiek

Jezus had voor zichzelf een paar mannen uitgekozen om bij hem te zijn en van hem te leren. Buiten die talmidim of discipelen waren er anderen die Jezus volgden en van hem wilden leren. Als zodanig werd hij erkend als rabbijn (leraar) en later zelfs als rebbe (rebbe Jeshua Melech haMoshiach de meesterleraar).

Net als de rabbijnen gaf hij les in synagogen, verzamelde hij een groep discipelen en besprak hij de Torat haElohim Torah met hen, evenals met onderzoekers en critici. Jezus gebruikte gelijkenissen en aforismen, dat wil zeggen uitspraken, vaak van een wijsheidstype, die algemene waarheden over het menselijk leven en manieren verkondigden en nam het gezag van de Tenach (Hebreeuwse Bijbel) als vanzelfsprekend aan. Het verkondigt de eisen van God: verbod op echtscheiding; de tweede tablet van de tien geboden; het Shema en de samenvatting van de Wet.

Toch zijn er verschillen tussen de leer van Jezus en die van de Farizeeën. Hij benadrukt sterker dan zij dat God niet alleen uiterlijke conformiteit met de Wet eist, maar de hele persoon, en niet alleen liefde voor de naaste maar liefde voor de vijand (zie de antithesen van de Bergrede). De rijke jongeman moet niet alleen de geboden onderhouden, maar alles wat hij heeft verkopen en Jezus volgen. Voor Jezus wordt Gods eis samengevat in het dubbele gebod van liefde.

Jezus spreekt God aan als zijn hemelse Vader en wil dat mensen ook als kinderen van God naar die God van Israël komen. Het gebruik van "abba" was kenmerkend voor Jezus. Hij verkondigde het vaderschap van God niet als een abstracte leerstelling of een algemene waarheid, maar ervoer zelf God als zijn eigen Vader (d.w.z. in zijn roeping tot zijn unieke missie, bemiddeld door zijn doop en verleidingen), en hij bood degenen die reageerden op zijn profetische boodschap een soortgelijke ervaring en het voorrecht aan om God aan te spreken als abba (let op de openingsrede van het Onze Vader in zijn oorspronkelijke Lucan vorm, Lucas 11.2).

'Dus zei Jezus tegen hen:' Als je bidt, zeg dan: Onze Vader, laat je Naam geheiligd worden. Laat uw koninkrijk komen. " (Lu 11: 2)


Miracle worker

Those following Jesus were surprised to see he could do impossible things. Not only could many hearing about his special way of teaching, soon the news spread that this man also was a charismatic healer. This was a further implementation of the prophetic mission set forth in Isaiah 35 and 61.

Never did Jesus claimed that he was doing those miracles. Always he pointed out that he only could do those wonders because God, His heavenly Father, allowed him to do such things. In that way he also performed exorcisms, which he claimed were the action in him of the Spirit (Matthew) or finger (Luke) of God. To deny this Spirit or Power of God, at work in his exorcisms was blasphemy, a sin for which there would be no forgiveness. Thus, both healings and exorcisms are related to his message. The actual miracle stories may not be direct reports, but they reflect a general memory that Jesus did do such things.

The Bible tells us no man can see God and live. The son of man and son of God, was seen by many and Jesus even brought people back to life. The Messianic Scriptures tell us about three raising stories – Jairus’s daughter, the widow’s son at Nain, and Lazarus.

Wonderdoener

Degenen die Jezus volgden, waren verrast te zien dat hij onmogelijke dingen kon doen. Niet alleen konden velen horen over zijn speciale manier van lesgeven, al snel verspreidde het nieuws zich dat deze man ook een charismatische genezer was. Dit was een verdere implementatie van de profetische missie uiteengezet in Jesaja 35 en 61.

Jezus heeft nooit beweerd dat hij die wonderen uit zichzelf deed. Hij wees er altijd op dat hij die wonderen alleen maar kon doen omdat God, Zijn hemelse Vader, hem zulke dingen toestond. Op die manier voerde hij ook exorcismen uit, waarvan hij beweerde dat het de actie in hem was van de Geest (Mattheüs) of vinger (Lucas) van God. Om deze Geest of Kracht van God te ontkennen, aan het werk in zijn exorcismen, was godslastering, een zonde waarvoor geen vergeving zou zijn. Dus zowel genezingen als exorcismen zijn gerelateerd aan zijn boodschap. De eigenlijke wonderverhalen zijn misschien geen directe rapporten, maar ze weerspiegelen een algemene herinnering dat Jezus zulke dingen deed.

De Bijbel vertelt ons dat niemand God kan zien en leven. De mensenzoon en zoon van God werd door velen gezien en Jezus bracht zelfs mensen weer tot leven. De Messiaanse Geschriften vertellen ons over drie opvoedingsverhalen: de dochter van Jaïrus, de zoon van de weduwe in Naïn en Lazarus.


Jesus' last days

Like John the Baptist, Jesus addressed his message of repentance in view of the coming kingdom to Israel as a whole. But he called some to follow him, accompany him, and share in the work of proclaiming the message. From these he selected twelve to symbolize the restoration of Israel. It would seem that much of Jesus’s radical demand “was intended for these followers, who constituted a band of wandering charismatic preachers and therefore had to dispense, as he did, with the normal securities of human life, including family ties.

After some time Jesus transferred his activities form Galilea to Jerusalem, knowing his time had come near to its end. Jesus had celebrated 14 Nisan (Passover) twice during the Galilean ministry. His third 14 NIsan with his disciples was his last remembrance meal.

Jesus engaged in theological conflicts with the religious authorities in Jerusalem made himself a target to be get rid off.

On the eve of Passover Jesus celebrated a farewell meal with his disciples. In the course of it, he interpreted his impending death as the climax of his life of self–giving service, him having always wanted to do the Will of his heavenly Father. He now wished to give himself as a sacrificial lamb to God, the ransom for taking away the guilt of sin. Jesus associated the bread with his body (i. e., his person) and the wine with his blood (i. e., the giving of his life in death) and with the inauguration of a (new) covenant. He also assured his disciples that beyond his death lay the coming of the kingdom of God.

After the supper, Jesus and the disciples went out to the garden of Gethsemane where he was arrested by Temple police, and by Roman soldiers. This would indicate that the priestly party and the Roman prefect Pilate were in close collusion over the matter. A preliminary investigation was held before the Jewish authorities.
This was not a formal trial, but more like a grand jury proceeding. By this investigation they established to their satisfaction that there was sufficient ground to warrant an accusation of high treason before Pilate’s court. There Jesus was condemned to death as a messianic pretender. He was then taken out to Golgotha and put to death by impalement with two criminals who were guilty of sedition. Jesus died later that same day and was buried by sympathizers. This marks the end of his earthly career.

Jezus laatste dagen

Net als Johannes de Doper sprak Jezus zijn boodschap van berouw met het oog op het komende koninkrijk over Israël als geheel. Maar hij riep sommigen om hem te volgen, hem te vergezellen en een aandeel te hebben aan het verkondigen van de boodschap. Hieruit koos hij twaalf om het herstel van Israël te symboliseren.

Het lijkt erop dat een groot deel van Jezus 'radicale eis' bedoeld was voor deze volgelingen, die een bende rondzwervende charismatische predikers vormden en daarom, net als hij, moesten afzien van de normale zekerheden van het menselijk leven, inclusief familiebanden.

Na enige tijd verplaatste Jezus zijn activiteiten van Galilea naar Jeruzalem, wetende dat zijn tijd ten einde was gekomen. Jezus had tweemaal 14 Nisan (Pascha) gevierd tijdens de bediening in Galilea. Zijn derde 14 Nisan met zijn discipelen was zijn laatste herdenkingsmaaltijd.

Jezus, die in theologische conflicten met de religieuze autoriteiten in Jeruzalem verwikkeld was, maakte van zichzelf een ​​doelwit dat moest worden verwijderd.

Aan de vooravond van het Pascha vierde Jezus een afscheidsmaaltijd met zijn discipelen. In de loop ervan interpreteerde hij zijn naderende dood als de climax van zijn leven van zelfverzekerde dienst, steeds de Wil van zijn hemelse Vader doende. Hij wenste zich nu als een offerlam voor God de losprijs voor het wegnemen van de zondeschuld. Jezus associeerde het brood met zijn lichaam (d.w.z. zijn persoon) en de wijn met zijn bloed (d.w.z., zijn persoon) het geven van zijn leven in de dood en met de inauguratie van een (nieuw) verbond. Hij verzekerde zijn discipelen ook dat na zijn dood de komst van het koninkrijk van God lag.

Na het avondeten gingen Jezus en de discipelen naar de tuin van Getsemane, waar hij werd gearresteerd door de tempelpolitie en door Romeinse soldaten. Dit zou erop duiden dat de priesterlijke partij en de Romeinse prefect Pilatus in nauwe samenspraak over de kwestie waren. Er werd een vooronderzoek ingesteld bij de Joodse autoriteiten.
Dit was geen formeel proces, maar meer een procedure van een grand jury. Door dit onderzoek stelden zij tot hun tevredenheid vast dat er voldoende grond was om voor de rechtbank van Pilatus een beschuldiging van hoogverraad te rechtvaardigen. Daar werd Jezus ter dood veroordeeld als een messiaanse pretendent.

Hij werd vervolgens naar Golgotha ​​gebracht en ter dood gebracht door aan een paal te hangen met twee misdadigers die schuldig waren aan opruiing. Jezus stierf later diezelfde dag en werd begraven door sympathisanten. Dit markeert het einde van zijn aardse carrière.

Death and resurrection of Christ, the King of the Jews

Jesus all his life made it clear he was the sent one from God. From the writings of his closest disciples we learn he thought of himself as a prophet, but there was a final quality about his message and work that entities us to conclude that he thought of himself as God’s final, definitive emissary to Israel.

Jesus, being a human being of flesh and blood, was more interested in what God was doing through him than in what he was in himself. He did not obtrude his own ego, yet his own ego was included as part of his message:

“ “The person accepting you disciples accepts me also; and the person accepting me accepts the One who sent me.” (Mt 10:40 mhm)

“ Whoever listens to you, listens to me. Whoever rejects you, rejects me. Also, the person rejecting me rejects the One who sent me.”” (Lu 10:16 mhm)

Three days after his death, his friends could no longer find him in his grave because he had risen from the dead. To prove that he was not spirit, as God is spirit, for example, he showed and let them feel his wounds. They were amazed that the one they had seen die was now alive again. Even later, after they saw Jesus ascend to heaven and the Holy Ghost came upon them, all that Jesus had spoken about and how his resurrection from the dead is an example of what lies ahead for man; they now understood that one day we will also be raised from the dead.

The apostles now came convinced that their teacher Jesus spoke and acted as the most important authority given by God.

“ Upon approaching Jesus he said to them, “All authority in heaven and upon earth was given to me.” (Mt 28:18 mhm)

“ Everything has been given me by my Father. No one perfectly knows the Son but the Father. Nor does anyone know the Father perfectly but the Son; and whom ever the Son wishes to unveil Him.” (Mt 11:27 mhm)

“ over and above every hierarchy and authority and power and lordship and every name named–not only in this time period but also in the New Age to come–” (Eph 1:21 mhm)

“ Because of this The God highly exalted him, and graciously gave to him the name over every name.” (Php 2:9 mhm)

People should come to know that this man of flesh and blood, the sent one from God, is not at all God, but is the authorised one from God who for his unselfish act has been raised, made higher than angels, and having become a high priest for God and a mediator between God and man.

“ However, when that appointed season arrived, The God sent forth His Son–born of a woman and born under the Law of Moses –” (Ga 4:4 mhm)

“ Upon approaching Jesus he said to them, “All authority in heaven and upon earth was given to me.” (Mt 28:18 mhm)

“ Also, the Father has given to the Son to perform judgment because he is the Son of Humankind.” (Joh 5:27 mhm)

“ No one takes my soul from me, but rather I lay it down of my own accord. This authority I possess to receive my soul again. I have received this commandment when I was beside my Father.”” (Joh 10:18 mhm)

“ In response to the above, holy “brothers” –partakers of a heavenly calling–thoughtfully consider Jesus, the Apostle and High Priest of our confession.” (Heb 3:1 mhm)

“ where a forerunner in our behalf, Jesus, has already entered, according to the lineage of Melchizedek, having become a High Priest throughout all future periods of time.” (Heb 6:20 mhm)

“ For, there is one God! Also one mediator of humans–a human, Christ Jesus.” (1Ti 2:5 mhm)

“ and to Jesus, to a mediator of a New Covenant –and to the blood of sprinkling which speaks in a better way than Abel.” (Heb 12:24 mhm)

Jesus is the way to God and the way to life, in which we should believe.

“ I am the Living Bread, the One who descended from the Celestialum. If ever anyone should eat from this Bread, such will live in the New Age. But the Bread that I will give is my flesh in behalf of the life of the world of humankind.”” (Joh 6:51 mhm)

“ For God's righteousness is being revealed out of faith resulting in more faith. Just as it is written: “But, those righteous will live because of their faith.” (Ro 1:17 mhm)

“ Jesus said to Martha: “I am the Resurrection and the Life. The person who continues to believe in me, though dying, will live.” (Joh 11:25 mhm)

“ Jesus said to Thomas: “I am the Way and the Truth and the Life. No one can approach the Father, if not through me.” (Joh 14:6 mhm)

“ But, this is the endless Life–that they may continue to know You, the only True God, and the One whom You sent forth, Jesus Christ.” (Joh 17:3 mhm)

“ For, it is as even some of your poets have said: ‘In Him we continue living and we continue moving and we continue to exist.’ And also, ‘For we are also of this One's race.’ ”” (Ac 17:28 mhm)

“ “For The God loved the world of humankind so much that He gave His only-begotten Son,so that everyone believing in him might not be destroyed but may have endless life.” (Joh 3:16 mhm)

“ I tell you this truth: The person who listens to my word and continues to believe in the One who sent me possesses endless Life. And so that person does not come into condemnation, but has crossed over from the Death unto the Life.” (Joh 5:24 mhm)

“ Indeed, without faith it is impossible to please The God well. For the person who approaches The God must of necessity be convinced that The God exists as well as believing He is the Rewarder of those who seek Him out.” (Heb 11:6 mhm)

“ Moses considered the reproach of the anointed greater riches than the treasures of Egypt, looking forward to the payment of the reward.” (Heb 11:26 mhm)

“ Every person believing that Jesus is the Christ has been born of The God, and every person loving the One born continues to love the One who caused his birth.” (1Jo 5:1 mhm)


Dood en opstanding van Christus, de Koning der Joden

Jezus maakte zijn hele leven duidelijk dat hij door God gezonden was. Uit de geschriften van zijn naaste discipelen leren we dat hij zichzelf als een profeet beschouwde, maar er was een laatste kwaliteit aan zijn boodschap en werk dat ons ertoe bracht te concluderen dat hij zichzelf beschouwde als Gods laatste, definitieve afgezant naar Israël.

Jezus, een mens van vlees en bloed, was meer geïnteresseerd in wat God door hem heen deed dan in wat hij in zichzelf was. Hij drong zijn eigen ego niet op, maar zijn eigen ego maakte deel uit van zijn boodschap:

“Wie jullie ontvangt ontvangt mij, en wie mij ontvangt ontvangt hem die mij gezonden heeft.” (Mt 10:40 NBV)

“Wie naar jullie luistert, luistert naar mij, en wie jullie afwijst, wijst mij af. En wie mij afwijst, wijst hem af die mij gezonden heeft.’” (Lu 10:16 NBV)

Drie dagen na zijn dood konden zijn vrienden hem niet meer in zijn graf vinden omdat hij was opgestaan uit de doden. Om te bewijzen dat hij geen geest was, zoals God bijvoorbeeld geest is, liet hij zijn wonden zien en voelen. Zij stonden versteld dat zij hem die ze hadden zien sterven nu terug levend was.
Nog later, nadat zij Jezus naar de hemel hadden zien opstijgen en de Heilige Geest over hen kwam, werd alles duidelijk waarover Jezus had gesproken en hoe zijn opstanding uit de doden een voorbeeld is voor wat de mens nog te wachten staat; zij begrepen nu dat wij ook op een dag uit de doden zullen opstaan.

De apostelen waren er nu van overtuigd dat hun leraar Jezus sprak en handelde als de belangrijkste autoriteit die door God was gegeven.

“Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.” (Mt 28:18 NBV)

“Alles is mij toevertrouwd door mijn Vader, en niemand dan de Vader weet wie de Zoon is, en wie de Vader is, dat weet alleen de Zoon, en iedereen aan wie de Zoon het wil openbaren.” (Mt 11:27 NBV)

“hoog boven alle hemelse vorsten en heersers, alle machten en krachten en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomstige.” (Efe 1:21 NBV)

“Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat,” (Flp 2:9 NBV)

Mensen zouden te weten moeten komen dat deze man van vlees en bloed, de door God gezondene, helemaal niet God is, maar de geautoriseerde van God die vanwege zijn onzelfzuchtige daad is opgewekt, hoger is dan engelen en een hogepriester voor God en een middelaar tussen God en mens.

“Maar toen de tijd gekomen was zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet,” (Ga 4:4 NBV)

“Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.” (Mt 28:18 NBV)

“En omdat hij de Mensenzoon is, heeft hij hem ook gezag gegeven om het oordeel te vellen.” (Joh 5:27 NBV)

“Niemand neemt mijn leven, ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen-dat is de opdracht die ik van mijn Vader heb gekregen.’” (Joh 10:18 NBV)

“U allen, heilige broeders en zusters, die deel hebt aan de hemelse roeping, richt uw aandacht op Jezus, de apostel en hogepriester van het geloof dat wij belijden,” (Heb 3:1 NBV)

“waar Jezus als voorloper al is binnengegaan, ten behoeve van ons: hij is hogepriester voor eeuwig, zoals ook Melchisedek dat was.” (Heb 6:20 NBV)

“Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus,” (1Ti 2:5 NBV)

“voor de bemiddelaar van een nieuw verbond, Jezus, en voor het gesprenkelde bloed dat krachtiger spreekt dan dat van Abel.” (Heb 12:24 NBV)

Jezus is de weg naar God en de weg naar het leven, waarin we moeten geloven.

“Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.’” (Joh 6:51 NBV)

“In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.’” (Ro 1:17 NBV)

“Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft,” (Joh 11:25 NBV)

“Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij.” (Joh 14:6 NBV)

“Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus.” (Joh 17:3 NBV)

“Want in hem leven wij, bewegen wij en zijn wij. Of, zoals ook enkele van uw eigen dichters hebben gezegd: “Uit hem komen ook wij voort.”” (Hnd 17:28 NBV)

“Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” (Joh 3:16 NBV)

“Waarachtig, ik verzeker u: wie luistert naar wat ik zeg en hem gelooft die mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven; over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven.” (Joh 5:24 NBV)

“Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie hem wil naderen moet immers geloven dat hij bestaat, en wie hem zoekt zal door hem worden beloond.” (Heb 11:6 NBV)

“omdat hij uitzag naar de beloning waardeerde hij de smaad van Christus hoger dan de schatten van Egypte.” (Heb 11:26 NBV)

“Ieder die gelooft dat Jezus de christus is, is uit God geboren, en ieder die de Vader liefheeft, heeft ook lief wie uit hem geboren zijn.” (1Jo 5:1 NBV)