niets dan uw handen moeder
niets dan uw handen
leeg van verlangen.
Niets dan uw tranen moeder
niets dan uw tranen
over uw wangen.
Niets dan uw ogen moeder
niets dan uw ogen
gedoofde sterren.
Niets dan uw zonen moeder
niets dan uw zonen
oneindig verre
Door alle waan verlaten
van alle dromen moe
wat kunnen tranen baten
voor ogen stil en toe ?
Wat kunnen handen raken ?
Een voorhoofd en wat haar
en verder ‘t witte laken
in teer sereen gebaar.
Zo eindigt dan een leven :
zacht heengaan tot de rust.
Een mond met pijn omweven
en door de dood gekust.
uw zonen moeder
vlees van uw vlees
bloed van uw bloed.
En slechts dit simpel weten
boven de wrangheid om uw dood
maakt alles goed.
van je gelaat
het aanschijn steeds bewaren
en van je ogen nog het wijkend licht
en van je handen nog het aarzelend gebaren
en van je lippen nog het laatste woord
en alles
wat jou eenmaal heeft behoord.
novembermaand en alle vogels zwijgen.
Wit vlekken de chrysanten langs de straat
en weer komt door mijn oud verdriet zich nijgen
mijn moedertje je lief-bemind gelaat.
Ik zal de zerk der vrienden gaan bezoeken
hun strijd herdenken en hun schoonste daad
jij moedertje moet ik niet vèrder zoeken
wijl jij steeds schoon en levend vóór me staat.
Waar ik ook ben met mijn doorstreden dromen
waar ik ook leef tussen de liefde en haat
ten alle tij zal helpend tot mij komen
moedertje mijn je eeuwig-goed gelaat.
boven de treurnis om voorbije dagen
rijst klaarder mij uw beeld
ontdaan van alle vragen
schaduw en verdriet
en van vertwijfeld klagen.
Rijst klaarder mij uw beeld
met onbevangen lach
zo open en zo goed
in deze winterdag.
Ik had niet durven wagen
uw beeld te teeknen in mijn droom
zoals het vóór me staat.
Boven de treurnis heen
van de vergeten dagen
rijst klaarder uw gelaat.
nu groei je
elke dag mij nader moeder
ook deze avond zijn wij weer bijeen.
Ik leefde ver van je verwijderd moeder
je waart zo lang vergeten en alleen.
Nu blijf je elke dag mij dichter
moeder
ben je me dierbaarder dan ooit voorheen.
Ik moet je vragen om vergeven moeder
je bleef zo lang vergeten en alleen.
niets is er schoner moeder
dan deze avond met zijn tere kleuren
die zacht zijn donkre vleugels vouwt
boven de huizen van de straat
waar wij nu wonen.
Dit
is een groot geluk
dat jij nooit hebt geweten.
Jij waart zo ver van mij
begraven en vergeten.
Maar nu
in deze avond
die zo teder rust
op de goede aarde
heb ik je foto uitgestald
die ik sinds zoveel jaar
diep in mijn hart bewaarde.
jij
moeder
zult geen roze-rode lucht
noch sterrenglans meer weten
geen vogels en geen zon
geen bloeien van de rozen
geen vreugde die ik won.
Als ik nu door de dagen schrijd
de zon ontmoet
mijn vrouw omhels
en met de vrienden
voor een schoner morgen strijd
dan wou ik
moeder
dat jij naast ons stond
met je ogen door liefde gewijd
met je handen naar het licht gespreid
met je trotse Mond
die slechts waarheid spreekt
met je open hart
waar de zon uit breekt.
zeepbelletje
gouden lichtje
dag moe dag ma dag moedertje-mijn
dagen met hun blauwe schijn
nachten waar de maan door reist
haren met de tijd vergrijsd.
Tijd :
manneke-maan
en dag zon
en dag moe
en ma en moedertje-mijn.
Hartje
vergeet-mij-nietje
zonnetje
dansend ballonnetje
zwevend bij de ochtendster
zo dicht
en zo ver.