a-dwaitha

a-dwaitha. Non-dualisme, monisme, de leer dat alles God is, de filosofie van de absolute eenheid van God, ziel en universum. agni. Vuur-element. Agni. God van vuur; het vuurelement; naam voor vuur wanneer het buiten zichtbereik is. aham. De kenner, het ‘ik’. ahamkara. Ego, eigenliefde, egoïstische individualiteit. ahimsa. Geweldloosheid. aikya. Eenheid met God, vereniging van de individuele ziel (jiva) met God. a-jnana. Onwetendheid, domheid. akasa. Ruimte, ether, de subtielste vorm van materie. amritha. Goddelijke nectar (letterlijk: geen dood of onsterfelijk). Ananda. Goddelijke gelukzaligheid. Het Zelf is onvermengde, eeuwige gelukzaligheid. Genoegens zijn slechts de vage en vergankelijke schaduwen ervan. an-atma. Niet Atma, of niet-Zelf. anga. Ledematen, deel, feit, kenmerk, “aardstuk”. Anritha. Niet waar, onwaar. anthah-karana. Innerlijke psychosomatische viervoudige instrumenten van geest, intellect, geheugen en ego. a-parigraha. Niet-aanvaarding van geschenken, afstand doen. Arjuna. Krishna's discipel, in de Bhagavad Gita; derde van de vijf Pandava-broers. Zie Mahabharata. artha. Rijkdom, voorspoed, materieel object, ding, doel, doel, verlangen. Arisch. (a) Letterlijk nobel. (b) Volger van het Vedische of spirituele pad. (c) Oude bewoners van India die de Rig-veda schreven; de belangrijkste stam was die van de Bharata's. asana. Yogahouding; zithouding. a-santhi. Gebrek aan vrede; opgewonden geest; rusteloosheid. Tegenovergestelde van santhi. a-sat . Onwaarheid, onwerkelijk, niet-bestaand, slecht. a-stheya. Niet-stelen. asthika. Gelovige; theïst; Godvererende persoon. a-sura. Demon; De term ontstond toen Diti’s zonen weigerden de goddelijke drank (suraa) te drinken die werd aangeboden door Varuni, de dochter van Varuna. Atma. Zelf; Ziel. Het zelf, met beperkingen, is de individuele ziel. Het zelf, zonder beperkingen, is Brahman, de Allerhoogste Realiteit. Atma-ananda. Atmische gelukzaligheid, gelukzaligheid van zelfrealisatie. Atma-droha. Zelfkwelling, verraad aan het hogere Zelf. Atma-rama. Eeuwige gelukzaligheid; Rama in het hart. Atma-santhi. Individuele vrede. Atma-swarupa. Belichaming van het allesdoordringende goddelijke Zelf. Atmisch. Van of gerelateerd aan het Atma. Aum. Om; Benaming van de Universele Brahman; heilig, oergeluid van het universum. Avatar. Incarnatie van God. Elke keer dat het dharma afneemt, komt God naar de wereld en neemt een lichamelijke vorm aan om de goeden te beschermen, de slechten te straffen en het dharma te herstellen. Een Avatar wordt geboren en leeft vrij en is zich altijd bewust van Zijn missie. Door Zijn voorschrift en voorbeeld opent Hij nieuwe wegen in spiritualiteit, waarbij Hij Zijn genade over iedereen uitstort. Ayodhya. Stad waar Rama werd geboren en regeerde.