Gebed

De toegewijde kan heel goed voor de Heer bidden en om het geschenk van een dergelijke vrede vragen, evenals om de deugden (sat-guna's) die nodig zijn voor hun groei. Welnu, de aspirant heeft slechts één ding als kapitaal om welk doel dan ook te bereiken: gebed.

Sommige mensen hebben hierover misschien enige twijfel. Wat voor nut heeft gebed? Zal de Heer alles bevredigen waar we in onze gebeden om vragen? Hij geeft ons alleen wat we volgens Hem nodig hebben of verdienen, nietwaar? Zal de Heer ons alles geven waar we om vragen in onze gebeden tot Hem? Wat is onder zulke omstandigheden het nut van gebed? Natuurlijk kunnen al deze twijfels worden opgelost.

Als de toegewijde alles – lichaam, geest en bestaan – aan de Heer heeft opgedragen, zal Hij zelf voor alles zorgen, want Hij zal altijd bij de toegewijde zijn. Onder zulke omstandigheden is gebed niet nodig. Maar hebt u zich zo toegewijd en alles aan de Heer overgegeven? Nee. Als er verliezen plaatsvinden, er zich calamiteiten voordoen of plannen mislopen, geeft de toegewijde de Heer de schuld. Sommigen daarentegen bidden tot Hem om hen te redden. Als u deze beide vermijdt, evenals uw vertrouwen op anderen, als u te allen tijde volledig vertrouwen stelt in de Heer, waarom zou Hij u dan Zijn genade ontzeggen? Waarom zou Hij ervan afzien u te helpen? Mensen vertrouwen niet volledig en onwankelbaar op de Heer.

Blijf daarom bidden met toewijding en geloof, ook al moet je het instrument en het instrument zijn dat alles doet. Geloof is het product van vrede, niet van haast. Voor het verwerven van de genade van de Heer en het daaruit voortvloeiende besef van de werkelijkheid is de kwaliteit van vrede de voornaamste behoefte.

Iedere aspirant is zich ervan bewust hoe Droupadi, door haar dharma en vrede, de genade van de Heer verdiende. Hoewel haar echtgenoten machtige helden en beroemde vorsten waren, zocht ze haar toevlucht bij Heer Krishna, omdat ze het gevoel had dat alle anderen geen nut hadden. Maar Prahlada zocht geen toevlucht onder soortgelijke omstandigheden. Bij zijn geboorte had hij alles aan de Heer overgegeven. Hij wist dat de Heer altijd aan zijn zijde stond en dat hij altijd aan de zijde van de Heer stond, dus hoefde hij Hem niet om bescherming te vragen. Prahlada was zich van niets anders bewust dan van de Heer; hij kon geen onderscheid maken tussen de ene functie van de Heer en de andere. Hoe kon hij dus om bescherming bidden, als hij niet wist dat Hij gestraft werd? Voor al zulke door God bedwelmde en toegewijde zielen is gebed onnodig.

Maar totdat dat stadium is bereikt, is gebed in een vredelievende houding essentieel voor aspiranten. Gebed met deze houding zal gelijkmoedigheid in genieten (sama-rasa) bevorderen. Er kan tot de Heer worden gebeden door middel van het reciteren van de naam van God, het voortdurend herhalen van de naam van de Heer, meditatie of devotioneel zingen. In elk van deze is het voornaamste item de goddelijke naam. Dat is de reden waarom Krishna in de Gita sprak over het reciteren van de naam.

Wanneer de naam herhaald wordt, is het beter om hardop te reciteren en er devotioneel zingen van te maken. Dit zal de bijeenkomst inspireren. Als devotionele liederen met een zoete stem worden gezongen, zullen mensen zich tot de Heer aangetrokken voelen. Geleidelijk zal het zich ontwikkelen tot liefde voor God, en Zijn genade zal te zijner tijd volgen. Op die genade moet men geduldig wachten.

Zelfs als je gezegend wordt door de genade van de Heer, moet je vrede hebben en geduldig wachten. Alleen sereniteit slaagt erin het resultaat van spirituele oefening tot stand te brengen. Voeg deze les toe aan de oefeningen waarmee je dag en nacht bezig bent, en aan de volgende mantra voor vrede:

Leid ons vanuit onwaarheid naar de waarheid

Vanuit de duisternis, leid ons naar het licht

Van de dood naar onsterfelijkheid

Asatho maa sadgamaya

Thamaso maa jyothir gamaya

Mrityor maa amritham gamaya

De betekenis van deze mantra wordt door verschillende mensen op verschillende manieren gegeven, sommige uitvoerig, andere beknopt. Hier is de echte betekenis van de mantra. Het eerste gebed is: “O Heer, als ik geluk ontleen aan de voorwerpen van deze wereld, laat mij dan de onwerkelijke voorwerpen vergeten en wijs mij de weg naar blijvend geluk.” Het tweede gebed is: “O Heer, wanneer de objecten van de wereld mij aantrekken, verwijder dan de duisternis die het allesdoordringende Atma verbergt, wat elk van deze objecten werkelijk is.” Het derde gebed is: “O Heer, zegen mij door Uw genade met de onsterfelijkheid (Paramananda) die voortkomt uit het besef van de uitstraling van het Atma dat in elk object aanwezig is.”

Vervolg