In de radiotelefonie, vallend onder de Aeronautical Mobile Service, zijn soorten van berichten naar belangrijkheid te onderscheiden. De soorten van berichten, met van boven naar beneden hun voorrang, zijn als volgt:
noodberichten - distress messages
spoedberichten - urgency messages
berichten i.v.m. radiopeilingen - messages relating to direction finding
vluchtveiligheidsberichten - flight safety messages
meteorologische berichten - meteorological messages
vluchtregelmatigheidsberichten - flight regularity messages
Op de afzonderlijke berichten wordt hierna wat dieper ingegaan. Deze berichten moeten zeer goed worden gekend (ook de volgorde).
Alvorens op dit soort van berichten in te gaan moet eerst de (ICAO) definitie van Distress worden gegeven: “EEN SITUATIE VAN GROTE EN/OF DREIGEND GEVAAR WAARBIJ ONMIDDELLIJK HULP IS VEREIST”.
In eerste instantie zal een noodoproep worden gepleegd op de frequentie (werk-frequentie) waar reeds contact mee is gemaakt.Alleen als er geen contact (geweest) is met een grondstation, dan wordt de noodoproep gepleegd op de noodfrequentie (121.500 MHz).Aangezien elk grondstation deze frequentie beluistert is dan de oproep: ‘all stations’, waarna één van de stations zal antwoorden.
Het noodbericht luidt:
MAYDAY (Dit is het noodsignaal en indien mogelijk driemaal noemen);
roepnaam van het opgeroepen station of: all stations (*);
roepnaam van het luchtvaartuig;
aard van het noodgeval;
voornemens van de gezagvoerder;
positie, hoogte en koers van het vliegtuig;
andere nuttige informatie.
De transpondercode om een emergency aan te geven is code 7700, voor kaping is dit code 7500.
Zowel het vliegtuig als het grondstation kunnen aan een bepaald vliegtuig of aan alle vliegtuigen radiostilte opleggen op de betreffende frequentie d.m.v. de volgende fraseologie (voorbeeld grondstation):
roepnaam grondstation of: all stations (*);
stop transmitting;
MAYDAY.
De situatie wordt opgeheven met:
- All Stations, Call Sign (C/S = Roepnaam) grondstation, 'distress traffic ended'. Wanneer het de vlieger is die zelfde noodsituatie opheft: ‘cancel distress’. Bij noodberichten is in ieder geval direct hulp op de grond nodig voor het oproepende vliegtuig (brandweer, ambulance, enz.), in tegenstelling tot bij spoedberichten.
(*) Ook in het geval dat een grondstation een bericht naar alle vliegtuigen tegelijk uitzendt, wordt dit bericht voorafgegaan door "All Stations". De vliegtuigen zullen de ontvangst hiervan niet bevestigen, tenzij apart opgeroepen voor ontvangstbevestiging. Voorbeeld: ‘All Stations, Lelystad Radio, leave the circuit due to emergency traffic.
Noot: 121.500 MHz of alternatieve beschikbare VHF frequenties mogen worden gebruikt voor Mayday en Pan Pan berichten.
Ook voor Urgency bestaat er een (ICAO) definitie:
“EEN SITUATIE BETREFFENDE DE VEILIGHEID VAN EEN VLIEGTUIG OF ANDER VOERTUIG OF VAN EEN PERSOON AAN BOORD OF DAARBUITEN, WAARBIJ NIET ONMIDDELLIJKE HULP IS VEREIST”.
Ook hier geldt dat in eerste instantie een spoedoproep zal worden gepleegd op de frequentie (werkfrequentie) waar reeds contact mee is gemaakt. Is er geen contact geweest met een grondstation, dan wordt de spoedoproep gepleegd op de noodfrequentie (121.500 MHz).
Het is moeilijk een goed verschil aan te geven tussen nood- en spoedberichten. Bij een noodgeval is in ieder geval direct hulp op de grond nodig. Een spoedbericht zou kunnen zijn dat u ziet dat een schip in de brand staat; u bent niet direkt betrokken. Het spoedbericht bevat:
PAN PAN PAN PAN PAN PAN * (Dit is het spoedsignaal);
roepnaam van het opgeroepen station of: all stations;
roepnaam van het luchtvaartuig;
aard van het spoedgeval;
voornemens van de gezagvoerder;
positie, hoogte en koers van het vliegtuig;
iedere andere nuttige informatie.
Veel grondstations zijn met een automatische radiopeilinstallatie uitgerust, die tijdens een radiouitzending van het vliegtuig de richting aangeeft van dat vliegtuig t.o.v. de peiler. Deze peilers werken op de carrier-wave van de werkfrequentie(s) van het grond-station, terwijl ook een groot aantal grondstations een peiler bezit voor de 121.500 MHz, de VHF-noodfrequentie. Een peilinstallatie, die in de VHF-band werkt, wordt VDF (VHF Direction Finder) genoemd. Peilingen worden op de grondstations op zogenaamde peilklokken aangegeven of soms op radarschermen gepresenteerd.
Een peiling, of bearing, geeft informatie over een richting t.o.v. het gebruikte peilstation, terwijl het gebruik van meerdere peilinstallaties een positie, of fix, kan geven. Om een goede peiling of fix te verkrijgen zal er enige tijd moeten worden uitgezonden. ICAO zegt nog steeds dat twee perioden van 10 sec. ieder optimaal zijn, maar dat is ouderwets. De te gebruiken radiotelefonie voor het vragen om een bearing of fix is terug te vinden in hoofdstuk 13.
De nauwkeurigheid van een peiling wordt aangegeven met behulp van de volgende klassen: Peiling:
klasse A: nauwkeurigheid binnen + of - 2 graden
klasse B: nauwkeurigheid binnen + of - 5 graden
klasse C: nauwkeurigheid binnen + of - 10 graden
klasse D: onnauwkeuriger dan 10 graden
In de radiotelefonie wordt nog steeds een aantal Q-codes gebruikt rond het verkrijgen van peilingen. Deze codes zijn de volgende:
QDR - peiling (magnetic bearing) t.o.v. het magnetische noorden
QDM - magnetische grondkoers (magnetic track) te sturen naar het peil(grond)station. Dit is QDR + of - 180 graden. Zelf corrigeren voor:
deviatie (kompasafwijking)
wind
QTE - peiling (true bearing) t.o.v. het ware noorden; te plotten lijn in een kaart
Bij gebruik van meerdere peilstations kan er ook een fix (positie) worden verstrekt. Volgens ICAO dient een gevraagde bearing c.q. fix (positie) te worden verstrekt in de volgende vorm:
Q-code;
de bearing t.o.v. het station (in 3 cijfers) c.q. fix (positie);
klasse;
tijd van observatie (indien noodzakelijk).
Peilingen en de gegeven klassen plus eventueel tijd moeten worden teruggelezen.
Indien er geen klasse wordt genoemd dan is het automatisch een klasse Apeiling. Dit is doorgaans in Nederland het geval, behalve bijv. op Rotterdam, daar staat ‘Bearings class B’ vermeld in het AIP. De Kooy/Den Helder vermeldt geen VDF faciliteit in het AIP.
Dit zijn de meest bekende en voorkomende berichten, zoals:
berichten van verkeersdiensten (klaringen);
positiemeldingen (zie volgende pagina);
Voorbeeld positierapport
"PHWAA, passing PAM at .45 (alleen de minuten worden vermeld tenzij er verwarring over het uur kan ontstaan), 1000 ft
estimating STD at 07
Roepnaam, Pos. + tijd, hoogte, (ETA of ETO)
ETA -estimated time of arrival, geschatte aankomsttijd voor het vliegveld van bestemming
ETO - estimated time over, geschatte tijd voor het volgende verplicht meldingspunt (in gebruik bij overvliegend verkeer): estimated time ‘over .
ETO heeft dezelfde betekenis als ETA maar dan de geschatte tijd voor een (compulsory) reporting point i.p.v. vliegveld. Een verplicht meldingspunt (compulsory reporting point) wordt in luchtvaartkaarten aangegeven door middel van een zwart of dicht driehoekje.
Ook bestaat er nog de: Expected Approach Time. Dit is de tijd waarop een klaring verwacht kan worden om een wachtgebied (holding) te verlaten. Deze EAT's worden door ATC gegeven als er vertraging is door o.a. een te groot aanbod van (IFR) luchtverkeer. Men dient in dat geval een gepubliceerd wacht-patroon te vliegen totdat er een klaring is verkregen om dit gebied te mogen verlaten. Het AIP spreekt overigens van een Expect Further Clearance Time (EFCT).
Voor de volledigheid: De EET (Estimated Elapsed Time) betekent de vliegtijd van de start tot de aankomst boven het luchtvaartterrein van bestemming.
Onder de meteorologische berichten vallen de berichten over 'clear air turbulence', onweer, SIGMET (significant meteorological ) informatie.
De vluchtregelmatigheidsberichten zijn meestal maatschappijberichten die betrekking hebben op vliegtuigonderhoud, dienstregelingen, enz. Ook privé - en zakenvluchten mogen deze berichten verzenden.
Ter beveiliging van het luchtverkeer is een aantal luchtverkeersdiensten (Air Traffic Services = ATS) ingesteld, die veel van de hierboven genoemde berichten verzorgen. De benamingen en de taken van deze diensten zijn als volgt:
Air Traffic Control Service (ATC): Luchtverkeersleidingsdienst
Het voorkomen van botsingen tussen vliegtuigen onderling en tussen vliegtuigen en obstakels op de grond;
Het bespoedigen en handhaven van een geregelde stroom luchtverkeer;
Hiertoe worden klaringen (clearances) en instructies verstrekt. Meestal gaat dit per radio, maar soms ook door middel van lichtseinen.
Flight Information Service (FIS): Vluchtinlichtingendienst
Het verstrekken van inlichtingen tijdens de vlucht ten behoeve van een veilige en doelmatige vluchtuitvoering.
Alerting Service (ALRS): Waarschuwingsdienst
Het waarschuwen en assisteren van de organisaties, die belast zijn met opsporing en redding, indien een vliegtuig in nood verkeert of wordt vermist.
Eventueel wordt op basis hiervan SAR (Search And Rescue) uitgevoerd.
De behoefte aan een gemeenschappelijke tijd op aarde heeft geleid tot het tijdzone systeem. De aardbol is daartoe verdeeld in 24 stroken, waarin de tijd onderling opvolgend steeds een uur verschilt. De stroken of tijdzones, vanuit de Greenwich-meridiaan gerekend, worden naar het oosten A t/m M genoemd.
De A-zone tijd wordt midden-Europese tijd genoemd. In de B-zône is het 1 uur later dan in de A- zone. De Z-tijd werd ook wel Greenwich Mean Time genoemd en heet tegenwoordig Coordinated Universal Time (U.T.C.) en is aangewezen als standaardtijd in de luchtvaart. De afkorting U.T.C. is gebaseerd op de Franse taal, vandaar een andere volgorde van letters. Bij het vermelden van de tijd in de radiotelefonie mogen alleen de minuten worden genoemd, tenzij misverstand mogelijk is, want dan moet de volledige tijd, dus uren én minuten, worden vermeld.
Als begin van de dag wordt 0000 en als eind 2400 aangegeven. Vliegers mogen de tijd controleren met halvehetminuut. verkeersleidingsstation. "time checks" worden gegeven, afgerond naar de dichtsbijzijnde
In Nederland geldt de A-tijd en deze is een uur later dan de U.T.C. Gedurende de zomer- tijdperiode is de locale tijd twee uur en in de winter een uur later dan de U.T.C. (U.T.C. + 1 uur = A-tijd).