Hoe krijg je je drone terug als er wat fout gaat? Of wanneer je het gewoon makkelijk vindt om dat automatisch te doen. Je vindt het hier!
Een hele fijne functie, waar de die-hard piloten natuurlijk nooit gebruik van maken omdat ze heel goed zijn. Maar laten we eerlijk zijn: het is makkelijk, en als er dingen fout gaan ben ja maar wat blij dat het werkt!
Maar hoe werkt het dan? Dat ligt onder andere aan de afstand van het startpunt (Homepoint) waarop RTH start. Onderstaande komt rechtstreeks uit de handleiding (in dit geval van de Mini 3 Pro). Met wat aanvullingen van mij.
De Return to Home (RTH)-functie brengt de drone terug naar de laatst geregistreerde thuisbasis wanneer het positioneringssysteem normaal functioneert. Er zijn drie RTH-modi: Smart RTH, RTH bij laag accuniveau, en uitvalbeveiligde RTH. De drone vliegt automatisch terug en land op de thuisbasis wanneer Smart RTH wordt gestart, de drone op Low Battery RTH komt, of het signaal tussen de afstandsbediening en de drone is verloren. RTH zal ook in andere abnormale scenario's worden getriggerd, bijvoorbeeld wanneer de videotransmissie is verloren.
Samengevat:
Smart RTH - Start je zelf, lekker makkelijk!
RTH bij laag accuniveau - Wanneer de batterijen leeg beginnen te raken
Uitvalbeveiligde RTH - Wanneer de verbinding is verbroken
De eerste locatie waar de drone een sterk of matig sterke GNNS-signaal ontvangt (aangegeven door een wit pictogram) wordt geregistreerd als de standaard thuisbasis. Het wordt aanbevolen om te wachten tot de thuisbasis met succes is geregistreerd, voordat u gaat vliegen. Nadat de thuisbasis is geregistreerd, verschijnt er een melding in DJI Fly. De thuisbasis kan voor het opstijgen worden geactualiseerd, zolang de drone een ander sterk tot matig sterk GNSS-signaal ontvangt. Als het signaal zwak is, wordt de thuisbasis niet geactualiseerd. Als het nodig is om de thuisbasis tijdens de vlucht bij te werken (bijvoorbeeld wanneer de positie van de gebruiker is verandert), kan de thuisbasis handmatig worden bijgewerkt in Veiligheid of Systeeminstellingen op DJI Fly.
Aanvulling: GNNS is de verzamelnaam voor alle "satelliet navigatie systemen", dus inclusief GPS.
Aanvulling: Er is dus de mogelijkheid om een Homepoint opnieuw in te stellen, maar niet om dat dynamisch te maken, bv door de remote controller te volgen. Zou handig zijn op een boot, maar helaas!
Als het GNSS-signaal sterk genoeg is, kan Smart RTH worden gebruikt om de drone naar de thuisbasis te laten terugkeren. U activeert Smart RTH door in DJI Fly op te tikken of door de RTH-knop op de afstandsbediening ingedrukt te houden tot u een piepsignaal hoort. U verlaat Smart RTH door te tikken op in DJI Fly of door de RTH-knop op de afstandsbediening in te drukken. Na het verlaten van RTH krijgen gebruikers de controle over de drone terug.
Als Smart RTH door de gebruiker wordt geïnitieerd, gaat de drone naar Rechte lijn RTH.
Rechte lijn RTH-procedure:
De thuisbasis wordt geregistreerd.
Smart RTH is geactiveerd.
De drone remt en hangt stil op zijn plaats:
Als de drone zich verder dan 50 m van de thuisbasis bevindt wanneer RTH begint, past de drone zijn oriëntatie aan, stijgt naar de vooraf ingestelde RTH-hoogte en vliegt vervolgens naar de thuisbasis. Als de huidige hoogte hoger is dan de RTH-hoogte, vliegt de drone op de huidige hoogte naar de thuisbasis.
Als de drone zich op een afstand van 5 m tot 50 m van de thuisbasis bevindt wanneer RTH begint, past de drone zijn oriëntatie aan en vliegt hij op de huidige hoogte naar de thuisbasis. Als de huidige hoogte minder is dan 2 m wanneer RTH begint, stijgt de drone tot 2 m en vliegt deze terug naar de thuisbasis.
De drone landt onmiddellijk wanneer het minder dan 5 m van de thuisbasis is verwijderd wanneer RTH begint.
De drone landt en de motoren stoppen na het bereiken van de thuisbasis.
De RTH bij laag accuniveau wordt geactiveerd wanneer de capaciteit van de Intelligent Flight Battery is gedaald tot een punt waarbij de drone mogelijk niet meer veilig kan terugkeren. Laat de drone onmiddellijk terugkeren of landen wanneer hierom wordt gevraagd.
Om onnodig gevaar als gevolg van onvoldoende energie te voorkomen, zal DJI Mini 3 Pro op bepalen of het huidige accuniveau voldoende is om naar huis terug te keren op basis van de huidige locatie. Er verschijnt een waarschuwingsmelding in DJI Fly wanneer het accuniveau laag is en slechts voldoende om een RTH-vlucht te voltooien.
Aanvulling: Dat is dus niet op basis van je zelf ingestelde batterij waarschuwings percentages, maar op basis van:
Waar ben ik en waar is het homepoint?
Heb ik genoeg batterij om vie het RTH profiel terug te komen?
Aanvulling: Daarbij wordt geen rekening gehouden met wind! Dus als als RTH hoogte (onnodig hoog, want 100 meter boven relevante obstakels) staat ingesteld, dan zou daar wel eens meer wind kunnen zijn dan prettig!
De gebruiker kan RTH afbreken door op de RTH-knop of de vliegpauzeknop op de afstandsbediening te drukken. Als RTH wordt afgebroken na een waarschuwing voor laag accuniveau, is de Intelligent Flight Battery mogelijk niet voldoende geladen om de drone veilig te laten landen. Hierdoor kan de drone neerstorten of zoekraken.
De drone landt automatisch als het huidige accuniveau de drone alleen lang genoeg kan ondersteunen om vanaf zijn huidige hoogte te dalen. Automatisch landen kan niet worden geannuleerd, maar de afstandsbediening kan worden gebruikt om de horizontale beweging en dalingssnelheid van de drone tijdens het landen te wijzigen. Als er voldoende stroom is, kan de gashendel worden gebruikt om de drone met een snelheid van maximaal 1 m/s te laten stijgen.
Beweeg tijdens de automatische landing de drone horizontaal om zo snel mogelijk een geschikte plek te vinden om de drone te laten landen. De drone valt als de gebruiker de gasstick omhoog blijft duwen totdat de stroom is uitgeput.
De actie die de drone uitvoert nadat het signaal van de afstandsbediening is verloren, kan in DJI Fly worden ingesteld als Return to Home (Terug naar thuisbasis), Landen of Zweven. Als de actie van tevoren is ingesteld als Return to Home (Terug naar de thuisbasis) en als de thuisbasis is geregistreerd, het GNSS-signaal goed is en het kompas normaal werkt, wordt de uitvalbeveiligde RTH automatisch geactiveerd zodra het signaal van de afstandsbediening langer dan drie seconden is verloren.
Als de drone zich op 50 m of minder dan 50 m van de thuisbasis bevindt als het signaal van de afstandsbediening wegvalt, vliegt het op de huidige hoogte terug naar de thuisbasis. Als de drone zich meer dan 50 m van de thuisbasis bevindt wanneer het signaal van de afstandsbediening wegvalt, vliegt de drone 50 m achteruit op de oorspronkelijke vliegroute en gaat dan naar Rechte lijn RTH. De drone blijft in Rechte lijn RTH als het signaal van de afstandsbediening tijdens de RTH wordt hersteld.
Aanvulling: Dus eerst een stukje terug via de gevlogen route, dat is dus niet rechte lijn. Een poging om te kijken of het signaal hersteld kan worden.
Na 50 m achteruit te hebben gevlogen op de oorspronkelijke route:
Als de drone zich op 50 m of minder dan 50 m van de thuisbasis bevindt, vliegt het op de huidige hoogte terug naar de thuisbasis.
Als de drone zich verder dan 50 m van de thuisbasis bevindt en de huidige hoogte hoger is dan de vooraf ingestelde RTH-hoogte, vliegt het terug naar de thuisbasis op de huidige hoogte.
Als de drone zich verder dan 50 m van de thuisbasis bevindt en de huidige hoogte lager is dan de vooraf ingestelde RTH-hoogte, stijgt het naar de vooraf ingestelde RTH-hoogte en vliegt vervolgens terug naar de thuisbasis.
Aanvulling: Dat lijkt dus heel erg op Smart RTH (zelf gestart), maar dan zonder de binnen de 5 meter actie. De kans dat daar het signaal weg is, is ook niet groot natuurlijk.
Wanneer de drone stijgt:
De drone remt wanneer aan de voorzijde een obstakel wordt waargenomen en vliegt achteruit totdat een veilige afstand is bereikt voordat het verder opstijgt.
De drone remt wanneer aan de achterzijde een obstakel wordt waargenomen en vliegt vooruit totdat een veilige afstand is bereikt voordat het verder opstijgt.
Er vindt geen actie plaats wanneer er onder de drone een obstakel wordt waargenomen.
Als de drone vooruit vliegt:
De drone remt als een obstakel wordt waargenomen aan de voorkant en vliegt achteruit totdat een veilige afstand is bereikt, voordat het opstijgt totdat er geen obstakels meer zijn aan de voorkant.
Daarna stijgt het twee seconden lang op voordat het verder naar voren vliegt.
Er vindt geen actie plaats wanneer er aan de achterzijde een obstakel wordt waargenomen.
De drone remt af wanneer een obstakel van onderaf wordt gedetecteerd en stijgt op tot er geen obstakels aan de onderkant meer zijn alvorens verder te vliegen.
Tijdens RTH kunnen obstakels aan de zijkanten van de drone niet worden gedetecteerd of vermeden.
De drone kan niet naar de thuisbasis terugkeren wanneer het GNSS-signaal zwak of niet beschikbaar is. De drone kan in de ATTI-modus terechtkomen als het GNSS-signaal zwak of niet beschikbaar wordt na het activeren van uitvalbeveiligde RTH. De drone zal een tijdje op zijn plaats blijven zweven voordat hij landt.
Het is belangrijk om vóór elke vlucht een geschikte RTH-hoogte in te stellen. Start DJI Fly en stel vervolgens de RTH-hoogte in. In RTH stijgt de drone, als de huidige hoogte van de drone lager is dan de RTH-hoogte, automatisch eerst naar de RTH-hoogte. Als de huidige hoogte hoger is dan de RTH-hoogte of deze hoogte bereikt, vliegt de drone op de huidige hoogte naar de thuisbasis.
Tijdens RTH kunnen de snelheid en de hoogte van de drone met de afstandsbediening worden geregeld als het signaal van de afstandsbediening normaal is. De drone kan echter niet naar links of naar rechts worden verplaatst. Wanneer de drone stijgt of voorwaarts vliegt, duwt u de joystick volledig in de tegenovergestelde richting om RTH te verlaten, en de drone remt en blijft zweven.
GEO-zones kunnen de RTH beïnvloeden. Vermijd vliegen in de buurt van GEO-zones.
De drone kan mogelijk niet naar de thuisbasis terugkeren wanneer de windsnelheid te hoog is. Vlieg voorzichtig.
Smart RTH of automatische landing activeert landingsbeveiliging, die als volgt werkt:
Zodra de landingsbeveiliging bepaalt dat de grond geschikt is voor een landing, landt de drone voorzichtig.
Als de grond ongeschikt voor de landing wordt bevonden, blijft de drone in de lucht en wacht deze op bevestiging van de piloot.
Als de landingsbeveiliging niet operationeel is, geeft DJI Fly een landingsmelding weer wanneer de drone tot onder de 0,5 meter van de grond daalt. Duw de gashendel één seconde lang naar beneden om te landen.
Landingsbeveiliging wordt geactiveerd tijdens uitvalbeveiligde RTH. De drone zweeft 0,5 m boven de grond en DJI Fly geeft een landingsprompt weer. Om de drone te landen, duwt u de gashendel een seconde lang naar beneden.