Wanneer we vlegen willen we niks raken. Dat is normaal gesproken een kwestoe van goed opl;etten en nergems tegenaan vliegen. Maar veel drones, waarnder die van DJI hebben systemen om daarbij te helpen. Bij DJI heet dat APAS: Advanced Pilot Assistance System. Het is gebaseerd op sensoren en slimme algoritmes. En ze zijn al bij versie 5.
Dit systeem werkt met beeld in het zichtbaar spectrum. Om diepte te kunnen zien (wat de algoritmes verwerken tot afstand) is het handig om twee overlappende cameraatjes te hebben, net zoals de menselijk ogen. In de tabel het onderscheid tussen binocular (twee maal overlappend) en single (een enkele camera)
De Mavic 2 serie heeft maar een enkele sensor aan de zijden, waardoor waarneming minder goed is.
Een nadeel van een systeem gebasserd op zichtbaar licht is dat het minder goed werkt in het donker en bij schemering. Het heeft ook problemen met weerschijnende oppervlakten zoals spiegelende oppervlakten, waaronder water.
Hierbij zend de sensor infrarood licht uit, en de sensor meet dan de reflectie. Het is dus een actief systeem, in tegenstelling tot warmtebeeld zoals we op de duurdere, specialistische systemen wel zien.
Nadelen hier is het relatief kort bereik, de onnauwkeurigheid en het slechte gebrek aan richting. Rechte lijnen gaan het best, en dat maakt het allemaal best geschikt voor de onderzijde van een drone, om de landing te bewaken.
Hier gaan we vleermuis: niet op licht, maar op geluid. Het voordeel is dat het niet gevoelig is voor lichtsterkte, sof of rook in de lucht. Maar over een "diffuse" oppervlakte vliegen, zeg een deken, of mos, zorgt ervoor dat het geluid wordt afgevangen. En daardoor slechter meetbaar.
Dit systeem zien we alleen bij de Mavic 2 aan de voorzijde.
In de Fly app de volgende keuzes voor APAS:
Bypass - De drone zoekt een weg eerst rond, maar anders over of onder een obstakel. Daarbij kan je de stick naar voren blijven duwen, de drone zou het moeten blijven proberen.
Bij drones zonder sensoren aan de zijkant (zie lijst hieronder) kan je de optie instellen dat de drone niet zijdelings (lateral) mag vliegen. Dat is logisch: daar is geen detectie. Je kan dat uitzetten, maar dan ben je natuurlijk zelf verantwoordelijk.
Brake - Als de drone een obstakel tegenkomt stopt de drone. Je kan dan zelf een weg zoeken.
Off - Een eigen keuze om het zonder te doen.
Boven/naast oppervlakten waar de sensor het moeilijk mee heeft. Met name boven (helder, glad, spiegelend) water kunnen de sensoren in verwarring raken en denken dat je wilt landen.
De visuele sensoren in "verkeerd" licht. Veel veranderingen in sterkte, te weinig (<300 lux) of te veel (>10.000 lux) licht maken het de sensoren lastig.
Oppervlakten met weinig contrast: dunne takjes/kabels doen het slechter dan een solide muur.
In sommige modes (met name Sport stand) wordt APAS uitgeschakeld. Feitelijk omdat de sensoren niet op tijd obstakels zien , en dat kan worden omgezet in tijdige actie om obstakels te vermijden. Het obstakel icoon op de Fly app gaat op rood en doorgaans is er een waarschuwing te lezen dat APAS nu uitstaat.
Dus in sportstand boven een vijver op 50 cm hoog door het riet in het schemer is wellicht geen goed plan...