Perspectivisme is de filosofische visie dat de werkelijkheid als zodanig niet kan worden gekend omdat alles vanuit een bepaald perspectief wordt bekeken.
Het begrip verwijst, vooral door de invloed van Friedrich Nietzsche, naar het vrijwel volstrekte onvermogen van de mens terug te gaan tot de laatste gronden. Het enige wat voor de mens verschijnt is een veelheid van over elkaar heen vallende en met elkaar in strijd zijnde perspectieven. Nietzsche breekt met de illusie van de 'ware werkelijkheid' en benadrukt dat we de werkelijkheid uitsluitend fragmentarisch kunnen ervaren.
Een belangrijk probleem van de positie die Nietzsche inneemt is dat deze positie afhankelijk is van een denken, waarvan ze voortdurend de onmogelijkheidsvoorwaarden tracht te bewijzen. Nietzsche en zijn volgelingen bekritiseren en ontmaskeren een traditie van denken en filosoferen die ze tegelijkertijd moeten blijven veronderstellen, willen ze hun kritiek kunnen uitoefenen. Enerzijds moet het denken volgens Nietzsche voortdurend generaliseren en moeten mensen omwille van hun zelfbehoud noodzakelijkerwijs een statisch denkschema aan de dynamische en meerduidige werkelijkheid opleggen, maar anderzijds berust deze orde van het denken ook op een illusie en vervormt het ons beeld van de werkelijkheid. Dat betekent echter dat Nietzsche ondanks zijn perspectivisme toch een waarheid blijft claimen, namelijk dat de werkelijkheid gekenmerkt wordt door een verscheidenheid, wisselvalligheid en veranderlijkheid die als zodanig aan de kennisconstructie ontsnapt.
Het begrip is door Leibniz in de filosofie geïntroduceerd.
Het perspectivisme leidt tot de vraag of ware kennis van de werkelijkheid überhaupt mogelijk is. Is het mogelijk de werkelijkheid te zien zoals ze is?