Onder het kopje Mystery of Being wil ik aandacht vragen voor een probleem, dat volgens mij onvoldoende bekend is. Ik had dit ook gewoon in het Nederlands kunnen aanduiden met Het Geheim van het Bestaan of Het Raadsel van het Zijn, maar dat roept naar mijn besef onbedoelde connotaties op.
Ik heb het probleem niet zelf bedacht. Het was ook al geformuleerd door Gottfried Wilhelm Leibniz (1646 -1716): Warum gibt es etwas und nicht nichts?
Je kunt deze vraag schouderophalend naast je neerleggen, bijvoorbeeld omdat je van mening bent dat deze vraag toch niet te beantwoorden is. Ik ben echter van mening dat ook vragen die wij niet (met zekerheid) kunnen beantwoorden, wel degelijk een springplank kunnen zijn voor een nuttige reflectie.
Een populaire 'verklaring' voor het bestaan is de Big Bang Theory. Iedereen heeft ervan gehoord, hoewel weinigen de details en de problemen ervan zullen kennen. Hoe geleerd dat allemaal moge zijn, en hoe goed de onderbouwing van de geschiedenis van het heelal ook is, het geeft ten diepste natuurlijk geen antwoord op de vraag naar de oorsprong van het heelal. De Big Bang Theory kan niet verklaren waarom er circa 14 miljard jaar geleden ruimte en tijd zijn ontstaan/begonnen. De theorie kan ook niet verklaren waarom er materie en energie zijn, waarom er natuurwetten zijn en waarom de wetten zijn zoals ze zijn. Dat alles blijft een mysterie.
Zijn we hiermee uitgepraat? Ik denk het niet. Verklaringen van natuurlijke fenomenen (objecten en processen) worden gewoonlijk gegeven in termen van oorzaak-en-gevolg. In veel gevallen gaat het om ketens: oorzaak O1 veroorzaakt gevolg G1, terwijl G1 de oorzaak O2 kan zijn van gevolg G2, etc. Of iets een oorzaak of een gevolg is, hangt dus af van het niveau waarop je de vraag stelt. Een geldige verklaring voor het niet starten van mijn auto (gevolg) kan zijn dat de accu leeg is (oorzaak). Maar waarom is mijn accu leeg? Dat kan weer dieperliggende oorzaken hebben, zoals een kapotte oplader of een kapotte accu. Ook naar de oorzaken van deze feiten (gevolgen) kan doorgevraagd worden, maar uiteindelijk zul je uitkomen bij een 'eerste oorzaak', waarachter je op logische gronden niet verder kúnt doorvragen.
Hier wordt het interessant. De vraag is namelijk wat de oorzaak is van de Big Bang. Heeft de Big Bang zichzelf veroorzaakt? Nee, dat is logisch onmogelijk. Iets wat er nog niet is, kan niet zichzelf veroorzaken. Een redelijk alternatief is dat de Big Bang is veroorzaakt door een agent buiten de Big Bang zelf. De Big Bang is veroorzaakt door een Big Banger! Je zou ook kunnen zeggen door een Schepper of een God. (Ik gebruik de termen Schepper/God hier in filosofische zin, niet in een bepaalde godsdienstige zin.)
Tegen dit alternatief is wel het bezwaar ingebracht, dat hiermee het probleem van de oorsprong niet wordt opgelost, maar slechts wordt verlegd. De retorische vraag die men stelt is: "Maar waar komt die God dan vandaan? Wie heeft God dan gemaakt?" Het logisch-filosofische antwoord op deze vraag is: "Niemand. God is eeuwig."
De tegenwerping "ja maar, iets dat eeuwig bestaat kunnen we ons toch niet voorstellen?" is niet overtuigend, omdat de mens al duizenden jaren uitging van het idee van een eeuwige, statische kosmos, ook de kosmologen ten tijde van Einstein, vóór de algemene relativiteitstheorie. Er is geen logisch bezwaar tegen een eeuwige entiteit.
Toegegeven, eeuwig is hier een woord, dat we slechts stamelend kunnen uitspreken. We bedoelen ermee aan te geven dat een eeuwig wezen, boven/buiten tijd en ruimte staat. Omdat wij binnen ons denken zijn gebonden aan de categorieën van ruimte en tijd, kunnen we ons van 'eeuwig' geen volkomen begrip vormen. We kunnen ons er geen afgeronde voorstelling van maken. 'Eeuwig' is een grensbegrip, dat we nodig hebben om ons überhaupt een idee te kunnen vormen van God. (Als we zeggen "God was er altijd al", dan passen we toch weer een temporeel begrip op hem toe. We kunnen niet anders.)
We moeten constateren dat ook het Godsidee niet volledig is te bevatten door ons menselijk voorstellingsvermogen. Je kunt allerlei lastige vragen stellen over die God. De meest bekende is de vraag naar Gods almacht: kan God een steen scheppen, die hij zelf niet op kan tillen? Om er nog enkele te noemen: Zou God weleens bij zichzelf afvragen, waarom nu juist hij God is en niet iemand anders? Kan God zichzelf vernietigen? Zijn er wetten die zelfs voor God gelden? Ik word vandaag een dagje ouder, God niet. Hij heeft geen leeftijd.
Als je hierover doordenkt, dan gaat het je duizelen, tot op een punt dat je misschien denkt dat de hele Godsidee absurd is. Toch moet je hiertoe niet te snel besluiten.
Het lastige van dit soort vragen is welk criterium we moeten kiezen om tot een antwoord te komen. Laten we alleen toe wat binnen ons voorstellingsvermogen valt, of zou het ook kunnen dat er meer is dan we kunnen bevatten? Als we voor het laatste kiezen, dan wil dit nog niet zeggen dat we zomaar alles kunnen geloven. Er is wel degelijk een redelijke argumentatielijn; alleen laat deze zich niet helemaal begripsmatig dichttimmeren. Er zullen bepaalde vragen onbeantwoord blijven. Is dat erg? Volgens mij helemaal niet. Dat is namelijk precies wat ik zou verwachten bij een Eeuwig Buiten-Kosmisch Wezen, die de Oorsprong is van alles, van het onmetelijke heelal, maar ook van het prachtige en ingewikkelde leven van planten, dieren en mensen. Onze hersenen zijn het meest complexe stukje materie in het hele universum. Het is als een supercomputer opgebouwd uit eiwitnetwerken. Onze hersenen zijn de bron van alle cultuur en wetenschap. Vele grootse prestaties zijn er uit voortgekomen.
Dit impliceert echter nog niet dat dit pondje eiwitten in onze hersenpan de censor is voor alle vragen. Als wij ons ergens geen voorstelling van kunnen maken, dan is dit nog niet doorslaggevend om datgene dan maar te ontkennen. De mens is eindig, hij heeft een besef van het eeuwige, maar geen volkomen begrip.
Het mysterie van het zijn(de) geldt niet alleen voor God (en het theïstisch universum), maar ook voor een god-loos universum. Het is niet zo dat het ene beter te bevatten is dan het andere. Geen van beide modellen is in objectieve zin superieur aan de ander. Sommigen geven de voorkeur aan een Big Bang zonder Big Banger. Zij hebben geen antwoord op de oorsprong van het heelal. Anderen geven de voorkeur aan een Schepper, die de oorzaak/oorsprong is van al het geschapen zijnde. Over de precieze eigenschappen van zo'n Eeuwig Wezen pretenderen zij niet het laatste woord te spreken.
There are only two ways to live your life. One is as though nothing is a miracle. The other is as though everything is a miracle. (Albert Einstein, 1879-1955)
Antony Flew (2008) There is a God. How the world's most notorious atheist changed his mind.
David Berlinski (2008) The Devil's Delusion. Atheism and its scientific pretensions.
Daniel O. Whiteson & Joge Cham (2017) We hebben geen idee?! De grootste mysteries in het universum voor zover we nu weten.
In dit artikel gebruik ik twee termen die om een nadere uitwerking vragen, nl. redelijk en voorstellingsvermogen. Er is niet één soort 'redelijk'; er zijn allerlei paradigma's van rationaliteit. Pas als je het eens bent binnen welk paradigma je met elkaar wenst te spreken, is een argumentatie pas mogelijk. 'Voorstellingsvermogen' is ook nog een vaag begrip. Wat de een zich kan voorstellen, kan een ander niet of nog niet.