Inductie is een argumentatie- of bewijstechniek die geen logisch onontkoombare conclusie oplevert, maar een conclusie die aannemelijk is, die een zekere waarschijnlijkheid heeft. Het betreft vaak de afleiding van een algemene regel uit een beperkte verzameling specifieke gevallen. Deze vorm van inductie - de enumeratieve (of opsommende) inductie - ziet er als volgt uit: voor het eerste geval geldt A, voor het tweede geval geldt A, voor het derde geval geldt A enzovoort, dus A geldt voor alle overeenkomstige gevallen. De conclusie heeft daarbij ook betrekking op die gevallen die niet in de aannames worden genoemd. Als de conclusie uitsluitend betrekking zou hebben op de in de aannames genoemde gevallen, dan was er sprake van deductie - de conclusie zou dan immers onontkoombaar zijn. Een voorbeeld van een inductieve redenering.
In een park wordt de kleur van afzonderlijke eenden bekeken.
De eerste eend in het park is bruin.
De tweede eend in het park is bruin.
....
De laatst waargenomen eend in het park is bruin.
De conclusie luidt:
Alle eenden in het park zijn bruin.
Deze conclusie is misschien wel aannemelijk, maar niet logisch onontkoombaar: er kan een witte eend over het hoofd gezien zijn. Een via inductie verkregen conclusie of gevolgtrekking heeft de mogelijkheid empirisch te worden weerlegd (falsificatie): wie ook maar één witte eend in het park weet te vangen, toont daarmee aan dat de conclusie, hoewel inductief geldig, niettemin onjuist is.
Soms wordt het begrip inductie ten onrechte verengd tot de hierboven beschreven enumeratieve inductie. Naast deze vorm van inductie, bestaan ook andere vormen, zoals de eliminatieve inductie (of inductie door eliminatie): als verschijnsel X niet correleert met mogelijke oorzaken A, B, C, D, F, G ..., maar wel met mogelijke oorzaak E, dan biedt oorzaak E een verklaringsgrond voor X. De analogieredenering is ook een voorbeeld van een inductieve redeneertrant.
Via inductie verkregen conclusies worden vaak ondersteund met een statistische analyse. In het gegeven voorbeeld kan met statistiek bijvoorbeeld aannemelijk gemaakt worden dat de waargenomen bruine eenden een representatieve steekproef vormen van de gehele eendenpopulatie.