gevelsteen van de klokgieterij Boven de Poorte (nu De Graafschap) / Fassadenstein der Glockengießerei Boven de Poorte (heute De Graafschap)
Op 19 maart 1645 werd de klok- en geschutgieterij van Kiliaen Wegewaert door de voogden over zijn kinderen verkocht aan Henrick Vestrinck/Vesterinck. Tegelijkertijd kreeg Henrick Verstrinck gedurende 15 jaar het octrooi op het gieten van klokken en geschut binnen de muren van Kampen. Een verzoek van ene Frans Sweerts in augustus 1645 om ook een geschutgieterij te mogen beginnen in Kampen, werd dan ook door de Raad afgewezen.
Am 19. März 1645 wurde die Glocken- und Waffengießerei von Kiliaen Wegewaert von den Vormunden seiner Kinder an Henrick Vestrinck/Vesterinck verkauft. Gleichzeitig erhielt Henrick Verstrinck für 15 Jahre das Patent, innerhalb der Mauern von Kampen Glocken und Kanonen zu gießen. Ein Antrag eines gewissen Frans Sweerts im August 1645, auch in Kampen eine Waffengießerei eröffnen zu dürfen, wurde vom Rat abgelehnt.
Henrick Vestrinck
Net als de Wegewaerts was Henrick Vestrinck afkomstig uit Duitsland. Zijn geboorteplaats was Gescher bij Coesfelt. Misschien was hij een medewerker in de gieterij van Kiliaen Wegewaert. Deze aanname zou bevestigd kunnen worden door het feit dat één van zijn twee overgebleven klokken (Nieuwendam) al in 1644 door hem gegoten werd.
Wie die Wegewaerts stammte Henrick Vestrinck aus Deutschland. Sein Geburtsort war Gescher bei Coesfelt. Möglicherweise war er Angestellter in der Gießerei von Kiliaen Wegewaert. Diese Annahme konnte durch die Tatsache bestätigt werden, dass eine seiner beiden verbliebenen Glocken (Nieuwendam) bereits 1644 von ihm gegossen wurde.
Henrick was op 20 oktober 1643 in Kampen getrouwd met Aeltien Gerrits. Ook een bewijs dat hij al voor 1645 in Kampen woonde. Aeltien was een Kamper meisje, de dochter van Gerijt Thonyssen Potgieter en Aeltegien Berents.
Henrick Vestrinck had een droomstart met zijn bedrijf. In 1646 brandde de kapel van het Heilige Geestgasthuis aan de Oudestraat af. De kapel was aan de eredienst onttrokken en diende als opslag, vooral van geschut. Henrick kon dus meteen aan de slag met het gieten van kanonen voor de stad Kampen.
Henrick heiratete Aeltien Gerrits am 20. Oktober 1643 in Kampen. Auch ein Beweis dafür, dass er bereits vor 1645 in Kampen lebte. Aeltien war ein Kamper-Mädchen, die Tochter von Gerijt Thonyssen Potgieter und Aeltegien Berents.
Henrick Vestrinck hatte mit seinem Unternehmen einen Traumstart. Im Jahr 1646 brannte die Kapelle des Heilig-Geist-hospitaals in der Oudestraat ab. Die Kapelle wurde dem Gottesdienst entzogen und diente als Lagerstätte, hauptsächlich für Kanonen. Henrick konnte sofort damit beginnen, Kanonen für die Stadt Kampen zu gießen.
Ook Henrick Vestrinck werd niet oud. Op 16 januari 1653 werd hij in de Bovenkerk begraven. Hij liet zijn weduwe Aeltien Gerrits Potgieter en vier jonge kinderen achter. Enkele maanden na zijn overlijden verkocht zijn weduwe de gieterij cum annexis aan Antoni Wilkens. Ruim vijf jaar na het overlijden van Henrick Vestrinck hertrouwde Aeltien met Barent Avercamp, houthandelaar maar vooral bekend als neef en schildersleerling van winterschilder Hendrick Avercamp. Aeltien overleed in 1671.
Auch Henrick Vestrinck wurde nicht alt. Am 16. Januar 1653 wurde er in der Bovenkerk beigesetzt. Er hinterließ seine Witwe Aeltien Gerrits Potgieter und vier kleine Kinder. Wenige Monate nach seinem Tod verkaufte seine Witwe die Gießerei cum Annexis an Antoni Wilkens. Mehr als fünf Jahre nach dem Tod von Henrick Vestrinck heiratete Aeltien erneut Barent Avercamp, Holzhändler aber hauptsächlich bekannt als Cousin und Malschüler des Wintermalers Hendrick Avercamp. Aeltien starb 1671.
Klokken voor koning Christiaan IV (hiernaast)
Henrick Vestrinck staat vooral bekend als geschutgieter. In Nederland hangen nu nog maar twee klokken van hem, één in Nieuwendam en één in Oostknollendam (1645 gegoten voor Westknollendam). Fehrmann concludeert daarom dat de Kamper gieterij in het midden van de 17e eeuw vooral een geschutgieterij was. Een bijzondere vondst door cultuurZIEN doet dit beeld toch weer kantelen. Tijdens het onderzoek naar Henrick Vestrinck kwam een bijzonder verhaal aan het licht:
Glocken für König Christiaan IV (nebenan)
Henrick Vestrinck ist vor allem als Waffengießer bekannt. Heute gibt es in den Niederlanden nur noch zwei seiner Glocken, eine in Nieuwendam und eine in Oostknollendam (1645 für Westknollendam gegossen). Dr. C.N. Fehrmann kommt daher zu dem Schluss, dass die Kamper-Gießerei in der Mitte des 17. Jahrhunderts vor allem eine Waffengießerei war. Ein besonderer Fund von cultuurZIEN verändert dieses Bild erneut. Bei der historischen Recherche zu Henrick Vestrinck kam eine Geschichte über den dänischen König ans Licht:
(← Christiaan IV geschilderd door Pieter Isaacks, een leermeester van Hendrick Avercamp
Christiaan IV. gemalt von Pieter Isaacks, einem Lehrer von Hendrick Avercamp)
'' De Deense koning Christiaan IV vond het in 1647 nodig om zijn macht en rijkdom luister bij te zetten door de aanschaf van een klokkenspel. Deze beiaard was bestemd voor een toren van slot Christiansborg in Kopenhagen. Voordat de klokken in de toren van het slot konden worden gehangen, stortte de toren in tijdens een hevig onweer. Daar stond de koning dan, met een beiaard maar zonder toren. Nu lag de Heilige Geestkerk met zijn toren dichtbij het slot. Een oplossing voor het klokkenspel was al gauw gevonden: de koning schonk de klokken aan de kerk. Deze beiaard van 19 klokken was het eerste klokkenspel in Denemarken.
Helaas was de beiaard geen lang leven beschoren. Het klokkenspel ging ten onder tijdens een grote stadsbrand in 1728. De geschiedenis vertelt dat, terwijl de kerk in brand stond, de klokken de hymne speelden "Weg uw toorn, Here God, door genade''.
''Im Jahr 1647 hielt es der dänische König Christian IV. für notwendig, seine Macht und seinen Reichtum Glanz hinzu zu fügen durch den Kauf eines Glockenspiels. Dieses Glockenspiel war für einen Turm des Schlosses Christiansborg in Kopenhagen bestimmt. Bevor die Glocken im Turm der Burg aufgehängt werden konnten, stürzte dieser bei einem heftigen Gewitter ein. Da stand der König, mit einem Glockenspiel, aber ohne Turm. Nun befand sich die Heilig-Geist-Kirche mit ihrem Turm in der Nähe der Burg. Für das Glockenspiel wurde schnell eine Lösung gefunden: Der König schenkte der Kirche die Glocken. Dieses Glockenspiel mit 19 Glocken war das erste Glockenspiel in Dänemark.
Leider hielt das Glockenspiel nicht lange. Das Glockenspiel wurde 1728 bei einem großen Stadtbrand zerstört. Die Geschichte erzählt, dass die Glocken, während die Kirche brannte, die Hymne „Weg mit deinem Zorn, o Herr, Gott, durch Gnade“ spielten.''
Maar wat heeft dit verhaal met Kampen te maken? Henrick Vestrinck was de gieter van dit klokkenspel van 19 klokken voor de Deense koning. Het is niet waarschijnlijk dat Christiaan IV voor zo 'n prestigieuze opdracht een onbekende klokkengieter contracteerde. Kennelijk had de Kamper gieterij nog steeds een grote naam en faam op het gebied van klokken.
Aber was hat diese Geschichte mit Kampen zu tun? Henrick Vestrinck war der Gießer dieses Glockenspiels mit 19 Glocken für den dänischen König. Es ist unwahrscheinlich, dass Christiaan IV. einen unbekannten Glockengießer für einen so prestigeträchtigen Auftrag engagierte. Offenbar hatte die Gießerei in Kampen noch immer einen großen Namen und Ruhm auf dem Gebiet der Glocken.
Geschut
Uit de puinhopen van de afgebrande Heilige Geestkapel (1646) aan de Oudestraat in Kampen werd 40190 pond aan metaal geborgen. Op 15 juli 1647 droeg de Raad Henrick Vestrinck op om zes stukken veldgeschut te vervaardigen. Hiervoor zou de stad het benodigde metaal -afkomstig uit de brand- leveren. In november van 1647 volgde een tweede bestelling van zes stuks geschut. Het ging om zogenoemde ''drielingen''. Henrick Vestrinck beurde hiervoor 2430 carolusgulden. In november 1648 werden twaalf stukken geschut voor de stad door de verantwoordelijke constapel uitgeprobeerd. Vrijwel zeker de nieuwe kanonnen uit de gieterij van Vestrinck. In 1649 volgde weer een bestelling. Nu twee stuks geschut van 1500 en 1600 pond. Hiervoor moest Henrick Vestrinck eerst een model overleggen aan de Raad.
Kanonen
Aus den Trümmern der ausgebrannten Heilig-Geist-Kapelle (1646) in der Oudestraat in Kampen wurden 40.190 Pfund Metall geborgen. Am 15. Juli 1647 beauftragte der Rat Henrick Vestrinck mit der Herstellung von sechs Feldgeschützen. Zu diesem Zweck würde die Stadt das benötigte Metall -aus dem Feuer- liefern. Ein zweiter Auftrag über sechs Geschütze folgte im November 1647. Dabei handelte es sich um sogenannte „Dreilinge“. Henrick Vestrinck erhielt dafür 2430 Carolusgulden. Im November 1648 wurden zwölf Artilleriegeschütze vor der Stadt durch den zuständigen Kommandanten erprobt. Mit ziemlicher Sicherheit die neuen Kanonen aus der Vestrinck-Gießerei. Ein weiterer Auftrag folgte 1649. Jetzt zwei Artilleriegeschütze von 1500 und 1600 Pfund. Hierzu musste Henrick Vestrinck dem Rat zunächst ein Modell vorlegen.
Ook de kanonnen van Henrick Vestrinck reisden de wereld over: het Naval Museum in Rio de Janeiro (Brazilië) heeft twee kanonnen van Henrick Vestrinck in de collectie. Het betreft 2-ponders voorzien van het Nederlandse wapenschild. Waarschijnlijk werden zij in 1654 veroverd in het noordoosten van Brazilië.
Auch Henrick Vestrincks Kanonen reisten um die Welt: Das Marinemuseum in Rio de Janeiro (Brasilien) hat zwei Kanonen von Henrick Vestrinck in seiner Sammlung. Es handelt sich um Zweipfünder mit niederländischem Wappen. Sie wurden wahrscheinlich 1654 im Nordosten Brasiliens erobert.
©cultuurZIEN, 2022 / 2025