Geert van Wou sr
ca. 1450-1527
Opleiding Geert van Wou sr
Geert van Wou werd opgeleid in het belangrijke 15e eeuwse klokkengieterscentrum 's Hertogenbosch. Daar zette hij enkele jaren de klokkengieterij voort van zijn overleden leermeester Willem Hoerken (†1474). Uit deze periode stamt een uniek klokopschrift. In een klokopschrift vertelt de klok zijn naam en wie de klok gegoten heeft. Samen met zijn Bossche collega Gobelinus Moer goot Geert van Wou in 1477 drie klokken voor de Eusebiuskerk in Arnhem. Beide klokgieters waren leerlingen van Willem Hoerken. Volgens de traditie werd in een klokopschrift als teken van respect de oudste klokkengieter als eerste genoemd, in dit geval Gobelinus Moer. Maar het opschrift op de Martinus- en Eusebiusklok in Arnhem eindigt met ''...Geert van Wou en Gobelinus Moer hebben mij gegoten ...''. En vervolgt dan met: ''...Gobelinus Moer en Geert van Wou hebben mij gegoten...''. Blijkbaar voelde de jonge Geert van Wou zich de meerdere van zijn oudere collega en kwamen zij tot dit compromis.
Ausbildung Geert van Wou Sr
Geert van Wou wurde im bedeutenden Glockengießerzentrum 's Hertogenbosch (Den Bosch in provinz Brabant) aus dem 15. Jahrhundert ausgebildet. Dort führte er mehrere Jahre lang die Glockengießerei seines verstorbenen Lehrers Willem Hoerken (†1474) weiter. Aus dieser Zeit stammt eine einzigartige Glockenaufschrift. In einer Glockenaufschrift erzählt die Glocke ihren Namen und wer die Glocke gegossen hat. Zusammen mit seinem Kollegen Gobelinus Moer aus Den Bosch goss Geert van Wou in Jahre 1477 drei Glocken für die Eusebius-Kirche in Arnheim. Beide Glockengießer waren Schüler von Willem Hoerken. Der Überlieferung nach wurde in einer Glockenaufschrift als Zeichen des Respekts zuerst der älteste Glockengießer erwähnt, in diesem Fall Gobelinus Moer. Aber die Aufschrift auf der Martinus- und Eusebius-Glocke in Arnheim endet mit „...Geert van Wou und Gobelinus Moer haben mich gegossen...“. Und dann geht es weiter mit: „…Gobelinus Moer und Geert van Wou haben mich gegossen…“. Offenbar fühlte sich der junge Geert van Wou seinem älteren Kollegen überlegen und sie kamen zu diesem Kompromiss.
klokopschrift van Van Wou's leermeester Willem Hoerken / Glockenaufschrift von Van Wous Lehrer Willem Hoerken
Komst van Geert van Wou naar Kampen
Toen Geert van Wou zich in Kampen vestigde was hij rond de 30 jaar oud en al een klokkengieter van naam. Op dat moment was hij nog niet vermogend, hij moest geld lenen om klokspijs (koper en tin) te kopen. Door deze leningen (14 juni 1481 en 3 mei 1482) weten wij in welke periode hij zich in Kampen vestigde. Bij de tweede lening stelde Geert van Wou ook zijn huisraad als onderpand.
Ankunft von Geert van Wou in Kampen
Als Geert van Wou sich in Kampen niederließ, war er etwa 30 Jahre alt und bereits ein renommierter Glockengießer. Zu diesem Zeitpunkt war er noch nicht reich, er musste sich Geld leihen, um Glockenspeise (Kupfer und Zinn) zu kaufen. Aufgrund dieser Anleihen (14. Juni 1481 und 3. Mai 1482) wissen wir, in welcher Zeit er sich in Kampen niederließ. Für den zweiten Kredit hinterlegte Geert van Wou auch seinen Hausrat als Sicherheit.
Cartograaf Jacob van Deventer maakte als eerste een stadsplattegrond van Kampen (ca. 1560) , stadsarchief Kampen, collectie SNShc/Frans Walkate archief
Der Kartograph Jacob van Deventer erstellte als erster einen Stadtplan von Kampen (ca. 1560), Archiv der Stadt Kampen, collectie SNShc/Frans Walkate archief
Waarom Kampen?
Waarom Geert van Wou voor Kampen koos als vestigingsplaats is niet duidelijk. Kampen was op dat moment de belangrijkste handelsstad in het noorden van Nederland, maar wel op haar retour. De stad had een goed ontwikkeld handelsnetwerk, onder meer via de Hanzesteden. De suggestie dat Geert van Wou het Kamper handelsnetwerk gebruikte voor afzet van zijn klokken, blijkt niet uit de verspreiding van zijn klokken. De vraag is ook of een vermaard klokken- en geschutgieter als Van Wou de ondersteuning van zo 'n handelsnetwerk nog nodig had. Van Wou maakte waarschijnlijk gebruik van het Kamper handelsnetwerk om bereikbaar te blijven. Voor het gieten van klokken verbleef de man maandenlang buiten de stad. Ook deed Geert van Wou aan ''koopmanschap''.
Warum Kampen?
Es ist nicht klar, warum Geert van Wou Kampen als Standort gewählt hat. Kampen war damals die wichtigste Handelsstadt im Norden der Niederlande, befand sich jedoch im Niedergang. Die Stadt verfügte über ein gut ausgebautes Handelsnetz, unter anderem mit die Hansestädte. Die Vermutung, dass Geert van Wou das Kamper-Handelsnetzwerk zum Verkauf seiner Glocken nutzte, geht aus der Verbreitung seiner Glocken nicht hervor. Die Frage ist auch, ob ein renommierter Glocken- und Waffengießer wie Van Wou noch die Unterstützung eines solchen Handelsnetzwerks benötigte. Van Wou nutzte wahrscheinlich das Kamper-Handelsnetzwerk, um für die Heimatfront erreichbar zu bleiben. Der Mann verbrachte Monate damit, außerhalb der Stadt Glocken zu gießen. Geert van Wou war auch im „Handel“ tätig.
Door de Gelderse successie-oorlogen waren steden als Arnhem, Nijmegen en Zutphen niet interessant als vestigingsplaats. Binnen de Kamper stadsmuren heerste rust en orde. Het is mogelijk dat het Kamper stadsbestuur Geert van Wou heeft overgehaald zich in Kampen te vestigen. Een klokken- en geschutgieter binnen de stadsmuren gaf extra prestige en zo vlakbij de Gelderse grens gelegen moest de defensie van Kampen op orde zijn.
Aufgrund der Erbfolgekriege im Gelderland waren Städte wie Arnheim, Nimwegen und Zutphen als Standorte nicht interessant. Innerhalb der Kamper Stadtmauern herrschte Ruhe und Ordnung. Es ist möglich, dass der Stadtrat von Kampen Geert van Wou überredet hat, sich in Kampen niederzulassen. Eine Glocken- und Waffengießerei innerhalb der Stadtmauern verlieh der Stadt zusätzliches Prestige, und da Kampen so nahe an der Grenze zu Gelderland lag, musste die Verteidigung von Kampen in Ordnung sein.
De meest waarschijnlijke reden om zich in Kampen te vestigen was het feit dat in de tweede helft van de 15e eeuw boven de grote rivieren geen noemenswaardige klokkengieter werkzaam was. Vanuit Kampen goot Geert van Wou klokken in heel Noord-Nederland en Noord-Duitsland. Het heeft er alle schijn van dat klokkengieters onderling ''de kaart'' verdeelden. Zo werkte Geert van Wou later niet meer in het zuiden. En toen zijn leerling Wolter Westerhues zich in Münster vestigde, trok Geert van Wou zich uit dat deel van Duitsland terug.
Der wahrscheinlichste Grund für die Ansiedlung in Kampen war die Tatsache, dass in der zweiten Hälfte des 15. Jahrhunderts oberhalb der großen Flüsse (Rhein, Maas und Waal) kein bedeutender Glockengießer tätig war. Von Kampen aus goss Geert van Wou Glocken in den gesamten nördlichen Niederlanden und Norddeutschland. Es scheint, dass die Glockengießer die „Landkarte“ untereinander „aufgeteilt“ haben. Geert van Wou beispielsweise arbeitete später nicht mehr im Süden. Und als sich sein Schüler Wolter Westerhues in Münster niederließ, zog sich Geert van Wou aus diesem Teil Deutschlands zurück.
Feit is dat Geert van Wou in 1482 burger van Kampen was en lid van het Schepenmemorie, een broederschap van de belangrijkste burgers van de stad.
Tatsache ist, dass Geert van Wou im Jahr 1482 Bürger von Kampen war und Mitglied der Schepenmemorie, einer Bruderschaft der bedeutendsten Bürger der Stadt.
Klokken voor de Onze Lieve Vrouwekerk en Sint Nicolaaskerk in Kampen
Van Wou was naar Kampen ontboden om een klok te gieten voor de Onze Lieve Vrouwe- of Buitenkerk. Het laten overkomen van een klokkengieter was een dure aangelegenheid. Het modelleren van de klok, het uitgraven van een kuil voor de gietoven, het onderdak verlenen aan de klokkengieter en zijn gevolg, de aanschaf van klokspijs en het gietloon waren grote uitgaven. Kerkbesturen binnen een stad voerden onderling overleg, zodat de kosten gedrukt konden worden. Eerst werd opdracht gegeven tot het gieten van een soort proefklok voor een minder belangrijke kerk. Was men hierover tevreden, dan volgden meer opdrachten en uiteindelijk de opdracht voor de parochiekerk. Vandaar dat Van Wou eind 1480 begon met het gieten van een Mariaklok (op de toon ut) voor de Onze Lieve Vrouwe- of Buitenkerk, in 1481 uitgebreid tot een gelui van drie klokken (op re en mi).
De klokken voor het gelui van de St. Nicolaas- of Bovenkerk volgden vanaf 1482.
Glocken für die Mariakirche und Pfarrkirche Sankt Nikolaus in Kampen
Van Wou war nach Kampen gerufen worden, um eine Glocke für die Mariakirche zu gießen. Die Einschaltung eines Glockengießers war eine kostspielige Angelegenheit. Das Modellieren der Glocke, das Ausheben einer Grube für die Gießerei, die Bereitstellung von Unterkünften für den Glockengießer und sein Gefolge, der Einkauf von Glockenspeise und die Löhne für den Guss waren alle große Ausgaben. Kirchenräte innerhalb einer Stadt berieten sich untereinander, um die Kosten zu senken. Zunächst wurde der Auftrag erteilt, eine Art Probeglocke für eine Kleinkirche zu gießen. War man damit zufrieden, folgten weitere Aufträge und schließlich der Auftrag für die Pfarrkirche. Deshalb begann Van Wou Ende 1480 mit dem Guss einer Marienglocke (auf dem Ton ut) für die Mariakirche, die 1481 auf ein Läuten von drei Glocken (auf re und mi) erweitert wurde.
Die Glocken zum Läuten der Pfarrkirche Sankt Nikolaus folgten ab 1482.
Mariaklok uit 1481, nu in Nieuwe Toren Kampen / Mariaglocke aus dem Jahr 1481, jetzt in Nieuwe Toren Kampen
Luidklokken gieten op locatie
In de tijd van Geert van Wou werden luidklokken op locatie gegoten. Van Wou reisde vooral in de zomerperiode, wanneer de wegen het beste begaanbaar waren. Geert van Wou gebruikte alleen het beste koper (rood koper) voor zijn klokken. Kenmerkend voor de luidklokken van Geert van Wou sr is de heldere, sonore toon. De buitenzijde van de klok is perfect van afwerking. Het revolutionaire van Van Wou was, dat hij klokken in een diatonische reeks kon gieten. Hiervoor moest hij berekeningen uitvoeren die tegenwoordig op een computer plaatsvinden. De man was niet alleen een top vakman, maar ook een groot kunstenaar en daarbij zeer muzikaal.
Glockenguss vor Ort
Zur Zeit von Geert van Wou wurden Glocken vor Ort gegossen. Van Wou reiste hauptsächlich im Sommer, wenn die Straßen am besten befahrbar waren. Geert van Wou verwendete für seine Glocken nur bestes Kupfer (Rotkupfer). Charakteristisch für die Glocken von Geert van Wou Sr ist der klare, klangvolle Ton. Die Außenseite der Glocke ist perfekt verarbeitet. Van Wous revolutionäres Merkmal bestand darin, dass er Glocken in einer diatonischen Reihe gießen konnte. Dazu musste er Berechnungen durchführen, die heute am Computer durchgeführt werden. Der Mann war nicht nur ein Spitzenhandwerker, sondern auch ein großer Künstler und sehr musikalisch.
© cultuurZIEN 2022 /2024