jonge Geert van Wou

foto van Danzig (Gdansk) voor de tweede wereldoorlog / Foto von Danzig vor dem Zweiten Weltkrieg

In de jaren 10 van de 16e eeuw komt in de Kamper archieven enkele keren een ''jonge Geert van Wou'' voor. Dit kan niet de gelijknamige zoon van Geert van Wou sr zijn, want deze was op dat moment nog veel te jong. Uit een akte uit 1518 blijkt het te gaan om een neef van Geert van Wou sr, mogelijk een zoon van zijn broer Jan. Neef Geert van Wou wordt geen enkele keer met meester aangesproken, dus hij zal een medewerker in de klokken- en geschutgieterij van zijn oom zijn geweest. Het is ook mogelijk dat hij helemaal niet werkzaam was voor zijn oom, maar zich alleen met koopmanschap bezighield. Daarbij hield hij zich niet zo nauw aan de regels.

In den 10er Jahren des 16. Jahrhunderts taucht in den Kamper-Archiven mehrmals ein „junger Geert van Wou“ auf. Das kann nicht der Sohn von Geert van Wou Sr sein, weil er damals noch viel zu jung war. Aus einer Urkunde aus dem Jahr 1518 geht hervor, dass er ein Cousin von Geert van Wou Sr war, möglicherweise ein Sohn seines Bruders Jan. Cousin Geert van Wou wird nie als Meister angesprochen, er muss also Angestellter in der Glocken- und Waffengießerei seines Onkels gewesen sein. Es ist auch möglich, dass er überhaupt nicht für seinen Onkel arbeitete, sondern nur im Handel tätig war. Er hielt sich nicht sehr genau an die Regeln.

In 1515 stond Geert van Wou sr borg voor zijn neef Geert van Wou. Jonge Geert van Wou moest voor het gerecht verschijnen, omdat hij de stadstol had ontdoken.

Im Jahr 1515 bürgte Geert van Wou Sr für seinen Cousin Geert van Wou. Der junge Geert van Wou musste vor Gericht erscheinen, weil er sich der städtischen Maut entzogen hatte.

In 1516 had neef Geert van Wou een partij suiker gekocht in Antwerpen. De suiker was niet volledig betaald en Johan Rijnvisch was borg voor jonge Geert. Johan Rijnvisch werd daarop door verkoper Johan Bast van Antwerpen aangesproken op het betalen van het restant. Na bemiddeling kwam er pas in 1518 een einde aan dit conflict tussen neef Geert van Wou en Johan Rijnvisch. Johan Clockgieter (= Johan Schonenborch) en Albert van Nymwegen stonden borg voor het nakomen van de afspraken door neef Geert van Wou.

Im Jahr 1516 hatte Cousin Geert van Wou in Antwerpen eine Ladung Zucker gekauft. Der Zucker war nicht vollständig bezahlt und Johan Rijnvisch  (aus Kampen) war der Bürge für den jungen Geert. Anschließend wurde Johan Rijnvisch vom Verkäufer Johan Bast aus Antwerpen aufgefordert, den Restbetrag zu zahlen. Nach einer Vermittlung kam dieser Konflikt zwischen Cousin Geert van Wou und Johan Rijnvisch erst 1518 zu einem Ende. Johan Clockgieter (= Johan Schonenborch) und Albert van Nymwegen garantierten, dass Cousin Geert van Wou die Vereinbarungen erfüllen würde.

Hierna komt jonge Geert van Wou niet meer in de Kamper archieven voor. Misschien is hij naar Danzig vertrokken, waar in de 16e eeuw ook een Geert van Wou woonde.

Danach taucht der junge Geert van Wou nicht mehr in den Kamper-Archiven auf. Möglicherweise reiste er nach Danzig, wo im 16. Jahrhundert auch ein Geert van Wou lebte.

©cultuurZIEN, 2022 / 2025