giethuis Geert van Wou sr
Gießerei Geert van Wou sr
Een klokkengieterij aan de hoofdstraat van Kampen en nabij de parochiekerk, het leek al geen waarschijnlijke optie. Zo veel overlast en gevaar op brand zou men daar niet toestaan. Dat wordt nog eens bevestigd door een akte uit 1526, waarin Mette Tielmans, weduwe van Reyner Coperslager, getuigde dat de omwonenden bij hen kwamen klagen over de kopersmederij. Vervolgens werd hen door de Raad verboden daar een smederij te hebben. Men wilde niet dat aan de Oudestraat een smederij zou staan waar dag en nacht gesmeed werd. Mette en haar man hebben daarna het huis verkocht en vestigden zich in de Nieuwstraat.
Maar waar was dan de gieterij van Geert van Wou sr gevestigd?
Eine Glockengießerei an der Hauptstraße von Kampen und in der Nähe der Pfarrkirche, es schien ohnehin keine wahrscheinliche Option zu sein. So viel Belästigung und Brandgefahr wäre dort nicht erlaubt. Dies wird auch durch eine Urkunde aus dem Jahr 1526 bestätigt, in der Mette Tielmans, die Witwe von Reyner Coperslager (Kupferschmied), aussagte, dass Anwohner zu ihnen kamen, um sich über die Kupferschmiede zu beschweren. Anschließend verbot ihnen der Rat, dort eine Schmiede zu betreiben. Sie wollten keine Schmiede in der Oudestraat, in der Tag und Nacht geschmiedet wurde. Mette und ihr Mann verkauften daraufhin das Haus und ließen sich in der Nieuwstraat nieder.
Aber wo befand sich dann die Gießerei von Geert van Wou Sr?
Boven de poort
Een eerste aanwijzing voor de locatie van het giethuis van Geert van Wou sr was de opslag van klokspijs Boven de poort, in het Rademakershuis. Een rademaker maakte wagens. Er woonden meerdere rademakers Boven de poort (nu De Graafschap) en er was ook een smid gevestigd. Boven de poort lijkt en vroeg industriegebiedje van Kampen te zijn geweest, gelegen in de 15e eeuwse stadsuitleg. Bij overwegend westelijke wind, liep de stad met het onderbrengen van vuurgevaarlijke handwerken ten oosten van de stad het minst gevaar. Een prima plek voor een klokken- en geschutgieterij, met de rademaker en smid om de hoek van de deur. Ambachtslieden, waarmee veel samengewerkt werd.
Oberhalb des Tores
Ein erster Hinweis auf den Standort der Gießerei von Geert van Wou Sr war die Lagerung von Glockengut oberhalb des Tores im Rademakershuis (Stellmacherhaus). Ein Stellmacher stellte Wagen her. Oberhalb des Tores (heute De Graafschap) wohnten mehrere Stellmacher und es gab auch einen Schmied. Oberhalb des Tores befand sich offenbar ein frühes Industriegebiet Kampens, gelegen in der Stadterweiterung aus dem 15. Jahrhundert. Bei überwiegend westlichem Wind war die Stadt am wenigsten gefährdet, wenn feuergefährliche Handwerken im Osten der Stadt stationiert waren. Ein großartiger Ort für eine Glocken- und Waffengießerei, mit dem Stellmacher und Schmied gleich um die Ecke von der Tür. Handwerker, mit dem es viel Zusammenarbeit gab.
Klokgieterssteeg
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat er al vrij snel sprake was van een Klokgietersteeg in het gebied Boven de (Zwane)poort. Tegenwoordig heet deze steeg de Sleurinksteeg. Bekijken we de stadsplattegrond van Utewael uit 1598, dan tekent hij aan het einde van deze steeg een schuur. Het zou zo maar de voormalige gieterij van Geert van Wou kunnen zijn. Utewael was werkzaam geweest voor de Munt van Kampen en kende de stad goed.
Glockengießergasse
Es sollte daher nicht überraschen dass es ziemlich schnell ein Glockengießergasse gab in der Gegend oberhalb des (Schwanen-)tores. Heutzutage wird diese Gasse Sleurinksteeg genannt. Wenn wir uns den Stadtplan von Utewael aus dem Jahr 1598 ansehen, zeichnet er am Ende dieser Gasse eine Scheune ein. Es könnte sich durchaus um die ehemalige Gießerei von Geert van Wou handeln. Utewael hatte für die Münze von Kampen gearbeitet und kannte die Stadt gut.
Steynalt Voncke, vrouw van de wagenman
Boven de poort was ook de locatie, waar Steynalt Voncke in 1485 een huis bezat. Zij was getrouwd met Willem van Urck, de wagenman (= vrachtrijder). Later was zij de vrouw van Geerts compagnon Johan Schonenborch. Een verband met de locatie van Van Wou's klokkengieterij valt (nog) niet te leggen.
Steynalt Voncke, Ehefrau des Fuhrmanns
Oberhalb des Tores befand sich auch der Ort, an dem Steynalt Voncke im Jahr 1485 ein Haus besaß. Sie war mit Willem van Urck, dem Fuhrmann (= Lastwagenfahrer), verheiratet. Später war sie die Frau von Geerts Partner Johan Schonenborch. Ein Zusammenhang mit dem Standort der Glockengießerei von Van Wou kann (noch) nicht hergestellt werden.
Het is wel aardig te bedenken dat dit deel van de stad tijdens de Gelderse oorlogen in 1510 helemaal werd afgebroken. De huiseigenaren kregen hiervoor een flinke schadevergoeding van de stad, waaronder Lambert Sleuwart, de schout, en Rorick van Endhoven. Het jaar 1510 kan ook het moment geweest zijn, waarop Van Wou zijn klokgieterij naar de Nieuwstraat verplaatste. Johan Schonenborch en Steynalt Voncke verhuisden rond deze tijd uit de Nieuwstraat naar de Venestraat. Ook namen zij in 1510 de ''Klokgietershoeve'' van Geert van Wou over.
Es sei daran erinnert, dass dieser Teil der Stadt während der Gelderlandkriege im Jahr 1510 vollständig abgebrochen wurde. Dafür erhielten die Hausbesitzer von der Stadt eine gute Entschädigung, darunter Lambert Sleuwart, der Schultze, und Rorick van Endhoven. Das Jahr 1510 könnte auch der Zeitpunkt gewesen sein, als Van Wou seine Glockengießerei (vorübergehend) in die Nieuwstraat verlegte. Johan Schonenborch und Steynalt Voncke zogen um diese Zeit von der Nieuwstraat in die Venestraat. Sie übernahmen 1510 auch die „Klokgietershoeve“ von Geert van Wou.
Hoe het met de klokken- en geschutgieterij verder ging na het overlijden van Geert van Wou sr blijft duister. Zijn zoon Geert van Wou jr woonde in een deel van het ouderlijk wooncomplex aan de Oudestraat en had zijn giethuis op het erf erachter, gelegen tussen Hofstraat en Nieuwstraat.
Was nach dem Tod von Geert van Wou Sr geschah mit der Glocken- und Waffengießerei, bleibt unklar. Sein Sohn Geert van Wou Jr lebte in einem Teil des elterlichen Komplexes in der Oudestraat und hatte sein Gießhaus im Hof dahinter, zwischen Hofstraat und Nieuwstraat.
Jan Jansen Panhuijs
Het erf ''van oudsher de klokgieterij genoemd'' gelegen in De Graafschap, met de huizen ''Het Princen Wapen'' en ''De Clock'', werd in 1662 verkocht aan Jan Jansen Panhuijs, alias (Dak-)Pannen Jan. In 1688 werd dit bezit door de erven Panhuijs weer van de hand gedaan. Aan Jan Jansen Panhuijs herinneren de straatnamen Panjansteeg en Panjanplein. Vanaf de Zwanenpoort liggen de Panjansteeg en het Panjanplein rechts van De Graafschap. In de jaren '80 van de 20e eeuw vond op deze locatie nieuwbouw plaats door de lokale woningbouwvereniging, waarbij Panjanplein nrs. 22 - 26 ongeveer op de locatie van de schuur van Utewael staan.
Jan Jansen Panhuijs
Der in der Graafschap gelegene Hof, der traditionell Glockengießerei genannt wird, mit den Häusern „Het Princen Wapen“ (= das Wappen des Fürsten) und „De Clock“ (= Die Glocke), wurde 1662 an Jan Jansen Panhuijs, alias Pannen Jan (= Dachziegel Jan), verkauft. 1688 wurde dieses Eigentum von den Erben der Panhuijs erneut verkauft. Die Straßennamen Panjansteeg und Panjanplein erinnern uns an Jan Jansen Panhuijs. Vom Schwanentor aus liegen Panjansteeg und Panjanplein auf der rechten Seite von De Graafschap. In den 1980er Jahren erfolgte an dieser Stelle ein Neubau durch die örtliche Wohnungsbaugesellschaft, wobei sich Panjanplein Nr. 22 – 26 ungefähr an der Stelle von Utewaels Scheune befinden.
(Utewael, Plattegrond / Karte Kampen, 1598: rode ster / Roter Stern = erf / der Hof Geert van Wou; roze ster / Rosa Sterne = Giethuis / Gießerei GvWjr; bruine cirkel / der braune Kreis = Klokgieterssteeg/ Klokgießergasse en / und Panjanplein; licht groene lijn / hellgrüne Linie = Boven de poort / Oberhalb des Tores; donker groene cirkel / dunkelgrün Kreis = de Zwanepoort / Das Schwanentor; blauwe cirkel / Blaue Kreis = (verm.) woonhuis / Haus Johan Schonenborch tot / bis ca 1510; blauwe streep / Blaue linie = Venestraat; donker bruine cirkel / dunkelbraune Kreis = Klokgietershoeve / Glockengießerhof; paarse cirkel / lila Kreis = gieterij / Gießerei Wegenwaert-Vestrinck; oranje cirke l/ orange Kreis = gieterij / Gießerei Peter de Vriese)
Verwarring met later giethuis
Aan het einde van de 16e eeuw vestigde zich opnieuw een klokken- en geschutgieter in Kampen: Henrick Wegewaert. In 1598 kreeg hij de beschikking over een schuur van het St. Catharijnengasthuis om te gebruiken als gieterij. Deze schuur stond Boven de poort, schuin tegenover de Klokgietersteeg en lag links van De Graafschap. Na het overlijden van de laatste Kamper klokgieter Henrick Vestrinck in 1653 bleef dit giethuis nog enige jaren in gebruik.
Verwechslung mit späterer Gießerei
Ende des 16. Jahrhunderts ließ sich erneut ein Glocken- und Waffengießer in Kampen nieder: Henrick Wegewaert. Im Jahr 1598 erhielt er Zugang zu einer Scheune des St. Catharijnengasthuis (= St Catharinenhospitaal), die er als Gießerei nutzen konnte. Diese Scheune stand Oberhalb des Tores, schräg gegenüber dem Klokgietersteeg und auf der linken Seite von De Graafschap. Nach dem Tod des letzten Kamper Glockengießers Henrick Vestrinck im Jahr 1653 blieb diese Gießerei noch mehrere Jahre in Betrieb.
Over de verkoop van het erf ''van oudsher de klokgieterij genoemd, met de huizen Het Princen Wapen en De Clock'' aan Jan Jansen Panhuijs werd altijd klakkeloos aangenomen dat dit over het giethuis van Wegeweart en later Vestrinck ging. Het is opmerkelijke dat niemand zich heeft afgevraagd waarom het Panjanplein dan aan de overzijde van de straat lag. De toevoeging ''van oudsher'' is ook niet echt van toepassing op de dan nog in werking zijnde of net buiten gebruik gestelde klokkengieterij van Wegewaert/Vestrinck.
Beim Verkauf des Eigentums „traditionell die Glockengießerei genannt, mit den Häusern Het Princen Wapen und De Clock“ an Jan Jansen Panhuijs wurde immer unkritisch angenommen, dass es sich um die Gießerei von Wegeweart und später von Vestrinck handelte. Bemerkenswert ist, dass sich niemand fragte, warum sich der Panjanplein auf der anderen Straßenseite befand.
Der Zusatz „traditionell“ trifft nicht wirklich auf die Glockengießerei Wegewaert/Vestrinck zu, die noch in Betrieb war oder gerade stillgelegt wurde.
Gevelsteen
In 2001 werd op initiatief van St. Stadsherstel Kampen een gevelsteen teruggeplaatst in Graafschap 17, op de plek van de schuur van het St. Catharijnengasthuis. Het betrof een gevelsteen van een luidklok, met daarop de initialen HV. Daaronder een steen met het jaartal 1649. De initialen HV staan voor Henrick Vestrinck, de laatste Kamper klokken- en geschutgieter. Henrick Vestrinck was werkzaam in Kampen vanaf 1645 tot zijn dood in 1653. Het jaartal 1649 zal refereren aan een verbouwing van het gieterijcomplex. Aangezien de jaartalsteen aan de achterzijde het jaartal 1632 draagt, ging het om hergebruikt materiaal. Kylian, zoon van Henrick Wegewaert, was als klokken- en geschutgieter werkzaam in Kampen tussen 1625 en 1640.
Fassadenstein
Im Jahr 2001 wurde auf Initiative von St. Stadsherstel Kampen (= Stiftung zur städtischen Erholung) ein Fassadenstein in Graafschap 17, an der Stelle der Scheune des St Catharinenhospitaals, zurückgesetzt. Es handelte sich um einen Fassadenstein einer Glocke mit den Initialen HV darauf. Darunter ein Stein mit der Jahreszahl 1649. Die Initialen HV stehen für Henrick Vestrinck, den letzten Glocken- und Waffengießer von Kampen. Henrick Vestrinck arbeitete von 1645 bis zu seinem Tod 1653 in Kampen. Die Jahreszahl 1649 verweist auf einen Umbau des Gießereikomplexes. Da der Jahresstein auf der Rückseite die Jahreszahl 1632 trägt, handelte es sich um wiederverwendetes Material. Kylian, Sohn von Henrick Wegewaert, arbeitete zwischen 1625 und 1640 als Glocken- und Waffengießer in Kampen.
In 1942 werd de gevel van Graafschap 17 vernieuwd, waarbij gevel- en jaartalsteen uit de gevel verwijderd werden. Sindsdien lagen de gevelstenen opgeslagen in het Frans Walkate Archief. Voor herplaatsing in 2001 werden de gevelstenen van een nieuwe verflaag voorzien, waarbij de luidklok een gulden uiterlijk kreeg. Helaas heeft toen geen verder onderzoek naar de ouderdom van de gevelsteen plaatsgevonden. De vorm van de gevelsteen lijkt niet 17e eeuws. Zou deze gevelsteen oorspronkelijk uit huis De Clock bij de Klokgieterssteeg/Sleurinksteeg kunnen komen en behoren tot het complex van Geert van Wou sr? Of is de gevelsteen afkomstig uit de gevel van de gieterij ''De Klok'' van Peter de Vriese in de Klokkensteeg aan de Oudestraat? Peter de Vriese was de man van kleindochter Immeke van Wou en woonde ook enkele jaren in het huizencomplex van Geert van Wou sr. Een huizencomplex dat door zoon Jan ''De Drie Vergulde Klokken'' werd genoemd.
Im Jahr 1942 wurde die Fassade von Graafschap 17 renoviert, wobei Fassaden- und Jahrsteine von der Fassade entfernt wurden. Seitdem werden die Fassadensteine im Frans Walkate-Archiv in Kampen aufbewahrt. Vor dem Wiedereinbau im Jahr 2001 erhielten die Fassadensteine einen neuen Anstrich, der der Glocke ein goldenes Aussehen verleiht. Leider wurden zu diesem Zeitpunkt keine weiteren Untersuchungen zum Alter des Fassadensteins durchgeführt. Die Form des Fassadensteins scheint nicht aus dem 17. Jahrhundert zu stammen. Könnte dieser Fassadenstein ursprünglich aus dem Haus De Clock in der Nähe von Klokgieterssteeg/Sleurinksteeg stammen und zum Komplex von Geert van Wou Sr gehören? Oder stammt der Fassadenstein von der Gießerei „De Klok“ von Peter de Vriese im Klokkensteeg an der Oudestraat? Peter de Vriese war der Ehemann der Enkelin Immeke van Wou und lebte ebenfalls mehrere Jahre in der Wohnanlage von Geert van Wou Sr. Eine Wohnanlage, die Sohn Jan „Die drei vergoldeten Glocken“ nannte.
©cultuurZIEN, 2022/2024