Inkeer Bekering en Vergeving

Inkeer - Bekering en Vergeving

Bekering = actie of proces van berouw, speciaal voor wandaden of morele tekortkomingen

Mens met gebreken

Het moet gezegd worden, men zal niet vlug mensen tegen komen die totaal zonder enig gebrek zijn. Bij elk individu zal men wel iets weten te vinden dat niet volledig juist zit. Er zijn de lichamelijke, maar ook geestelijke gebreken waarmee de mens te kampen heeft, alsook zijn tijdelijkheid van bestaan. Er is geen enkel mens die al van een eeuwig bestaan heeft kunnen proeven. Zelfs Jezus Christus, waar wij zo naar opkijken heeft de dood leren kennen. Nadat hij tot bestaan kwam en ongeveer twee millennia geleden werd geboren is hij enkele jaren later werkelijk gestorven.


De Enige Eeuwige

De Enige die zich op een eeuwig bestaan kan verheugen is de Elohim Hashem Gever van leven, Jehovah Tsabaoth (De Heer der heerscharen). De El Shaddai of Sterke is de Allermachtigste die steeds heeft bestaan. Enkel Jehovah God heeft nooit een begin gehad en zal ook nooit een einde kennen.

Hij is ook Diegene Die over leven en dood beslist. Ook is Hij het die Jezus zoenoffer aanvaard heeft als losprijs voor de gehele mensheid.

Noodzaak tot loskoping

Doordat de eerste mens gerebelleerd had tegen God, is zonde in de mensheid gekomen. Door die fout van Adam en Eva zijn wij besmet geworden als het ware en moeten wij leven met die bezoedeling of dragen wij die erfzonde mee met ons, doorheen ons hele leven. Pas als wij sterven zullen wij met onze dood voor de zonden betaald hebben.

“ Door een mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood en zo is de dood over alle mensen gekomen, aangezien allen gezondigd hebben.” (Ro 5:12 WV78)

De prijs voor zonde is de dood, maar wij hebben een mooi vooruitzicht. Er bestaat namelijk kans op vergeving voor al wat wij verkeerd hebben gedaan of verkeerd doen. Vergeving van onze zonden kan namelijk tot ons komen door de gezondene van God, de mensenzoon en zoon van God Jezus Christus.

“ Want het loon van de zonde is de dood, maar de gave van God is het eeuwige leven in Christus Jezus onze Heer.” (Ro 6:23 WV78)

Vergeving voor onze zonden is nodig en het loskoopoffer van Jezus is de beste voorziening die wij konden krijgen. Maar om vergeving te krijgen moeten wij ons ook bereid voelen om 'om te keren' of te 'bekeren' en berouw vertonen.


Noodzaak tot bekering

Een selectie van verzen die het belang van bekering aantonen.

Bekering is essentieel voor onze toekomst op de lange termijn. Jezus zegt dit wanneer zijn aandacht wordt gevestigd op de vroegtijdige dood van sommige hedendaagse mensen:

“1 Juist in die tijd waren er bij Jezus enkele mensen die Hem vertelden van de Galileeers, wier bloed Pilatus met dat van hun offerdieren vermengd had. 2 Daarop zei Hij: Denkt ge, dat onder alle Galileeers alleen dezen zondaars waren, omdat zij dat lot ondergaan hebben? 3 Volstrekt niet, zeg Ik u. Maar als gij u niet bekeert, zult ge allen op een dergelijke manier omkomen. 4 Of die achttien die gedood werden, doordat de toren bij de Siloam op hen viel: denkt ge dat die alleen schuldig waren onder alle mensen die in Jeruzalem woonden? 5 Volstrekt niet, zeg Ik u. Maar als gij niet tot bekering komt, zult ge allen op eenzelfde wijze omkomen.’” (Lu 13:1-5 WV78)

Bij berouw gaat het om een ​​verandering van houding en gedrag in onze relatie met God. De profeet Ezechiël, door Gods oproep aan Israël, definieert bekering en de noodzaak ervan:

“30 Daarom zal Ik ieder van u naar zijn daden oordelen, volk van Israel, luidt de godsspraak van Jahwe de Heer. Bekeer u, wend u af van al uw wandaden; anders worden ze u noodlottig. 31 Breek met al de wandaden die ge bedreven hebt; vernieuw uw hart en uw geest, want waarom zoudt ge sterven, volk van Israel?” (Eze 18:30-31 WV78)

Sinds de 1° komst van Jezus zal de mensheid moeten inzien dat de heiland die door God beloofd was, is gekomen. Die beloofde profeet, Jezus (Jeshua) roept ook mensen op tot bekering tijdens zijn bediening:

“14 Nadat Johannes was gevangen genomen, ging Jezus naar Galilea en verkondigde er Gods Blijde Boodschap. 15 Hij zeide: ‘De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.’” (Mr 1:14-15 WV78)

Jezus' bediening voorziet in een universele menselijke behoefte: vergeving van zonden na berouw:

“31 Maar Jezus nam het woord en sprak: ‘Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken. 32 Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen maar om zondaars te roepen, opdat ze zich bekeren.’” (Lu 5:31-32 WV78)

Maar wij moeten beseffen dat er niemand op aarde is die er zich kan op beroepen geen fouten te hebben gemaakt. Iedereen heeft wel eens gezondigd.

Nadat Jezus is opgestaan ​​uit de dood, instrueert hij zijn discipelen om mensen, of ze nu Joden zijn of niet, uit te nodigen om zich te bekeren en zijn leer te geloven. Het maakt deel uit van Gods plan dat al in de Hebreeuwse Geschriften staat opgetekend:

“45 Toen maakte Hij hun geest toegankelijk voor het begrijpen van de Schriften. 46 Hij zei hun: ‘Zo staat er geschreven: dat de Christus moest lijden en op de derde dag verrijzen uit de doden 47 en dat in zijn naam bekering tot vergiffenis van de zonden gepredikt moet worden onder alle volken, te beginnen met Jeruzalem.” (Lu 24:45-47 WV78)

Jezus' apostelen voeren deze opdracht uit en prediken berouw in het hele Romeinse rijk:

“ Bekeert u dus en hebt berouw, opdat uw zonden worden uitgewist” (Hnd 3:19 WV78)

“19 En vandaar, o koning Agrippa, ben ik nooit ongehoorzaam geweest aan dit hemels visioen, 20 maar ik heb eerst aan de mensen in Damascus en Jeruzalem en vervolgens in heel het gebied van Judea en ook aan de heidenen gepredikt, dat zij tot inkeer moesten komen en zich bekeren tot God en daden stellen, die bij de bekering passen.” (Hnd 26:19-20 WV78)

Bij bekering hoort inkeer of een besef van gedane fouten en daarbij een schuldgevoel hebben. Zonder schuldgevoel voor de misstappen kan er geen inkeer of berouw plaats grijpen.

Bij dat besef van schuld en bereidheid om er voor vergiffenis te vragen horen bij bekering ook werken van geloof. De mens moet beseffen dat God aardig is, maar ook dat Hij geen doetje is of niet zacht is. In vriendelijkheid roept Hij iedereen om tot Zich te komen. Zij die Zijn roep wensen te horen neemt Hij stevig bij de hand en leidt hen naar een radicale levensverandering.

“ Of miskent gij zijn rijkdom aan goedertierenheid en geduld en lankmoedigheid, en beseft ge niet dat Gods goedheid u tot inkeer wil brengen?” (Ro 2:4 WV78)

“ maar ik heb eerst aan de mensen in Damascus en Jeruzalem en vervolgens in heel het gebied van Judea en ook aan de heidenen gepredikt, dat zij tot inkeer moesten komen en zich bekeren tot God en daden stellen, die bij de bekering passen.” (Hnd 26:20 WV78)

Ook al mag het soms niet makkelijk zijn voor ons en loert er steeds leed om de hoek dat ons naar God doet drijven, mag dat ons er ook toe brengen om andere wegen in te slaan of ons 'om te keren'. Het draait ons om en brengt ons weg van onze oude persoonlijkheid. Het brengt ons er toe een nieuwe persoonlijkheid aan te nemen en brengt ons terug op de weg van verlossing. Hierdoor moeten wij nooit spijt hebben van dat soort pijn. Maar degenen die zich door leed van God laten verdrijven, zijn vol spijt en eindigen op een sterfbed van spijt.

“ Want God welgevallige droefheid leidt tot heilzaam berouw, dat men nooit berouwt, maar de droefheid van de wereld brengt de dood.” (2Co 7:10 WV78)

God staat steeds klaar om vergiffenis te schenken en wij zijn er van verzekerd dat Hij dat in grote mate zal doen. Maar dan eist dat ook wel een horend oor naar God toe en vergevensgezindheid van uwentwege aan anderen die aan u iets misdaan zouden hebben.Verder vergt het een afstappen van het goddeloze leven en van de boze manier van denken. Dan zal men kunnen zien dat als men zich keert naar Jehovah God, dat Die barmhartig is en overvloedig is met vergeving.

“ Zij weigerden te luisteren en dachten niet meer aan de wonderen die Gij voor hen verricht had: Hardnekkig als ze waren stelden ze een leider aan en wilden ze terug naar de slavernij van Egypte. Maar Gij, God van vergeving, genadig en lankmoedig en groot in barmhartigheid, hebt hen niet aan hun lot overgelaten.” (Ne 9:17 WV78)

“ De zondaar moet zijn weg verlaten en de boosdoener zijn gedachten; en terugkeren naar Jahwe, die zich over hem erbarmen zal, naar onze God, die immers rijkelijk vergeeft.” (Jes 55:7 WV78)

Het komt er op aan dat de mens beseft dat Jehovah een God van barmhartigheid en genade, oneindig geduldig is - zoveel liefde, zo diep waarachtig in trouw.

“ Jahwe ging hem voorbij en riep: ‘Jahwe! Jahwe is een barmhartige en medelijdende God, lankmoedig, groot in liefde en trouw,” (Ex 34:6 WV78)

Als wij Hem willen aanroepen zal Hij steeds zich bereid tonen om naar Hem te luisteren, als wij onze benadering tot Hem tenminste op gepaste manier doen. Dan zullen wij ook kunnen merken hoe God steeds alles na gaat en in controle houd. Al van in de vroege tijden konden mensen dit gewaar worden en hun smeekbeden in verhoring krijgen.

“12 In zijn ellende vermurwde hij Jahwe, zijn God; hij vernederde zich diep voor de God van zijn vaderen 13 en bad tot Hem. Jahwe liet zich door hem verbidden en verhoorde zijn smeekgebed; hij bracht hem terug naar Jeruzalem en herstelde hem in zijn koningschap. Zo ondervond Manasse dat Jahwe de ware God is.” (2Kr 33:12-13 WV78)

Laten wij er steeds bewust van zijn dat Jehovah een God is die niet snel boos wordt en enorm in loyale liefde bereid is om ongerechtigheid, rebellie en zonde te vergeven. Hij is bereid ons te verwijderen van zonde en de zondige wereld, als wij Zijn wereld wensen toe te behoren. Als een vader wenst God de Vader ook voor ons ter beschikking te staan, om naar ons te luisteren en onze gebreken over het hoofd te zien.

“ Jahwe is lankmoedig, rijk aan erbarmen, misdaad en zonde vergeeft Hij; al laat Hij ook niets ongestraft; de misdaad van de vader wreekt Hij op zijn kinderen, tot het derde en vierde geslacht.” (Nu 14:18 WV78)

“12 zo ver de zonsopgang is van de avond, doet Hij verre van ons hetgeen wij misdeden. 13 Een vader zich over zijn kinderen ontfermend zo ontfermt zich de Heer over wie Hem wil vrezen:” (Ps 103:12-13 WV78)

“ Toch wis Ik, en niemand anders, uw weerspannige daden uit om wat Ik ben en Ik zal uw zonden niet langer indachtig zijn.” (Jes 43:25 WV78)

Met die gerust stellende woorden van God en met Zijn aanvaarding van de loskoper Jezus Christus zijn zoen- of loskoopoffer is er nu verzoening over onze zonden gekomen en zijn wij vrij gekocht van de Vloek van de zonde en de Vloek van de dood.