Gelovige tegenover niet gelovige
Gelovige tegenover niet gelovige
Er zijn heel wat mensen die zeer uiteenlopende dingen geloven. Velen van hen stellen ook bepaalde verwachtingen of hoop in de dingen die zij geloven of voor waar aan nemen.
Gelovige en zijn geloof
De mens heeft hersenen gekregen waarmee hij allerlei bedenkingen kan maken. Hij kan over allerlei dingen fantaseren, allerlei zaken bedenken en nieuwe dingen maken.
Met zijn hersenen of brein heeft de mens het sturende, controlerende en informatieverwerkende orgaan dat hem in staat stelt over zaken na te denken, dingen te analyseren, beelden te vormen en tot besluiten te komen.
Met dat denkvermogen wil de mens zijn leven opbouwen en tot vertrouwelijke dingen komen waarbij hij zijn geloof stelt in bepaalde zaken die voor hem vaste waarden worden.
Geloof - geloven
geloof znw. o., mnl. ghelôve m. v. o. = ohd. gilouba v., giloubo m. (nhd. glaube m.), os. gilôƀo, ofri. lâva; ags. gelêafa m. “geloof, vertrouwen”. Got. galaubeins v. “id.” is gevormd van ’t ww. galaubjan “gelooven” = ndl. gelooven, mnl. ghelôven, ohd. gilouben (nhd. glauben, oudnhd. nog gläuben, gleuben), os. gilôƀian, ofri. lêva (owfri. ook liuwa, lyowa), ags. gelîefan (eng. to believe) “gelooven, vertrouwen”; on. leyfa = “prijzen, toestaan”. Van de basis germ. leuƀ-, idg. leubh-, waarvan ook lief; vgl. nog got. galaufs “van waarde”.
N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haag
Geloof of vertrouwen schenken
geloven ww. ‘vertrouwen stellen’
Onl. gilōbian ‘vertrouwen stellen’ in gelōbistu in got alamehtigen fadaer - ec gelōbo in got alamehtigan fadaer ‘geloof je in God de almachtige vader? ik geloof in God de almachtige vader’ [eind 8e eeuw; CG II-1, 26]; mnl. ende gelouet bi [mire] cronen dat ic wille lonen ‘en geloof het, bij mijn kroon, dat ik zal belonen’ [1201-25; CG II, Floyr.], ‘vertrouwen, geloven’ in of gijs gelouen niene ruoket ‘als u dat niet wenst te geloven’ [1220-40; CG II, Aiol], gelouen ‘beloven, toezeggen; geloven’ [1240; Bern.]; vnnl. gheloouen ‘vertrouwen, geloof hebben’ [1599; Kil.].
Afleiding, met het versterkende voorvoegsel → ge- (sub f), van het werkwoord → loven in de verouderde betekenis ‘inwilligen, toestemmen; toezeggen’. In de betekenis ‘toezeggen’ is geloven verdrongen door → beloven.
Os. gilōƀian (mnd. geloven); ohd. gilopôn, gilobôn (nhd. geloben); ofri. lēva; got. galaubjan. Daarbij de zn.: os. gilōƀo; ohd. gilaubo; ofri. lāva; oe. geleafa; got. galaubeins.
♦ geloof zn. ‘vertrouwen’. Onl. gilōvo ‘id.’ in thes heyligan gelouan ‘van het heilige geloof’ [ca. 1100; Will.]; mnl. geloue ‘lichtgelovigheid’ [1240; Bern.], groet geloeue ontfinc si ‘een groot geloof ontving zij’ [1265-70; CG II, Lut.K], dies ne adde niemen gheloef ‘daarom had niemand er vertrouwen in’ [1285; CG II, Rijmb.]; vnnl. gheloof, ghelooue ‘vertrouwen’ [1599; Kil.]. Afleiding van geloven.
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, 4 delen, Amsterdam
De gelovige of iemand die gelovig is
Hij of zij die gelovig is, gelooft daarom nog niet in dezelfde dingen als een andere gelovige.
In de wereld kan men betreft "het geloof" heel wat verschillende vormen van "geloof" vinden. Er zijn heel wat verschillende geloofsgroepen waarbij de beleving van dat geloof ook zeer uiteenlopend is.
Met de gelovige hebben wij het over een aanhanger van een bepaald geloof [Voorbeeld: `De gelovigen verlieten de moskee.` ]
Maar voor ons gaat het vooral over diegene die al of niet in het geloof is gekomen van het besef dat het heelal met de aarde en al haar bewoonde wezens gevormd is geworden door een Uitzonderlijk Soeverein Goddelijk Wezen. Betreft de keuze voor die Soevereine Maker zijn er ook verschillende ideeën en geloofsgroepen die zelfs andere goden in hun hoofd hebben en zeer uiteenlopende bedieningen van die goden hebben.
Voor ons gaat het hier, wanneer wij het over gelovigen hebben, over geloof hebben in de Grootste van alle goden, Hem die alle mythologische en andere goden van mensen overstijgt.
Er zijn de zogenaamde goden, idolen, heiligen, waar mensen hun geloof en hoop op willen richten.
Ervaring
Door zijn ervaring komt een mens tot heel wat inzichten en vormt hij zich gedachten waaraan hij zich wil houden. Zo komen ook meerdere mensen te geloven dat er wel een Bron moet zijn Die heeft ingestaan voor de vorming van al wat wij rondom ons zien.
Een grote meerderheid van de mensen gaat op zoek naar de Bron van het leven. Daarbij komen meerderen in te zien dat die Bron een God boven alle goden is. Dat Hoofd boven alles verheven zou bij elkeen die gelooft in een god of God, dezelfde moeten zijn.
Als wij hier spreken over "de gelovige" hebben wij het over diegene die gelooft in het bestaan van een Allerhoogste, Almachtige, Machtige Manifesterende, Alwijze, Alles kennende, Majestueuze Glorierijke, Onsterfelijke of Eeuwige God en daar ook aanhankelijk en afhankelijk van wil zijn. De gelovige wil ook zijn vertrouwen geven aan Die Veroorzaker, Vormgever, Maker, Voornemende, Bewerkstelligend, Bewaarder, vol Kracht en Autoriteit met een Grootheid is Die alles in Zijn Macht heeft of Almachtig is, Meelevend, Nabije, Neerkijkende, Doorgrondend, Beschermend, Onderhoudende, Raadgevende, Liefdegevende, Ontfermende, Roepende, Zorgdragende Zegende is en Antwoordend, Genadig, Erbarmend, Barmhartig, Hulpverlener, Gunstgever, Geduldig, Behoedend, Ingrijpend, Zich inzettend, Beoordelend, Beproevend, Rechtvaardig, Genadig, Loyaal, Getrouwe Trouwe, Genezend, Belonend, Beslissend, Hem erkennen als Enige Ware maar Onzichtbare Ware Waardige Openbarende God vol karakter en kennis Die optreedt als Soeverein, Spreker, Bron van leven, een Volmaakte Vader, Gids, Leider, maar ook als Tuchtiger, Wetgevende, Verlosser,Vertrouwelijke, Rots, Berg, Toren, Burcht, Zwaard, Schild, Schutting, Schuiloord, Schuilplaats, Tent, Toevlucht, Toevluchtsoord, Vesting, Redder, Loskoper, Koning maar ook Rechter, en er verbinding of connectie mee maken in alle gehoorzaamheid naar Hem toe die Één is en vol liefde voor Hem en Hem alle achting en eer wil geven als Enige God van Goedheid, Licht, Liefde, Trouw, Vrede, Waarheid.
De ware Christen gelovige
De ware gelovige Christen is diegene die Christus aanziet voor wie hij werkelijk is en voor welke rol hij werkelijk speelt.
De gelovige in Christus is diegene die zijn geloof schoeit op het vertrouwen in de Heilige Schrift dat Boek der boeken, dat hij als Woord van God boven al de woorden van mensen stelt.
De ware Christen die werkelijk Jezus volgt en daarbij de God aanbidt die Jezus aanbad. Jezus bad niet tot zichzelf en prees niet zichzelf, maar wel zijn hemelse Vader die hij aanschouwde als zijn Vader en meerdere, zonder Wie hij niets kon doen.
De ware gelovige in God en Christus neemt de Woorden van God en de woorden van Jezus aan zoals zij zijn opgetekend in de Heilige Geschriften. Hij laat zich leiden door de Messiaanse Geschriften, maar sluit de Joodse geschriften met de Pentateuch en Torah en Profeten, niet uit.Menselijke leerstellingen worden door een ware gelovige nooit boven de Schriftuurlijke leerstellingen of leer van God noch leer van christus geplaatst.
De ware gelovige stelt niet enkel zijn vertrouwen in het verleden, datgene wat reeds gebeurd is, maar stelt ook zijn geloof in datgene wat nog staat verkondigd als te gebeuren. Hij gelooft in de Bijbel haar toekomstvoorspellingen.
De ware gelovige heeft er alle vertrouwen in dat de nog niet vervulde profetieën ook nog zullen werkelijkheid worden en kijkt daarom vol hoop uit naar de aangekondigde Tijden met de wederkomst van Christus en het Laatste Oordeel.
Gelovige tegenover de niet-gelovigen en anders-gelovigen
De ware Christen als echte of ware volger van de Nazareense Joodse leermeester Jeshua, Jezus Christus houdt zich er aan de opdrachten van Christus Jezus na te volgen. Een van die opdrachten is de zendingsopdracht uit te varen en te gaan getuigen voor Jehovah God en Christus, het Goede Nieuws verkondigend van het komende Koninkrijk van God.
Gelovend in wat de Bijbel te vertellen heeft, is de ware gelovige er bewust van hoe belangrijk het is dat er veel mensen worden gewaarschuwd voor wat gaat komen, namelijk voor wat er na de Derde Wereld Oorlog of het einde van de tijden en dagen, gelovigen en niet gelovigen te beurt kan vallen.
De Bijbelgetrouwe gelovige heeft er alle geloof in dat Gods Woord betrouwbaar is. Hij zal er ook alles aan doen om er naar te leven. Hierbij zal hij ook bewust zijn van Jezus opdracht om buiten het getuigenis af te leggen ook regelmatig samen te komen, het vergaderen niet na te laten om regelmatig in gemeenschap de Schrift te bestuderen en een liefdemaaltijd te hebben met het breken van het brood.
Het komt er niet enkel op aan te geloven dat God en Jezus bestaan. Men moet er ook naar leven en handelen in geloof. Het geloof moet zich uiten in de liefde, waarbij het verkondigen een teken van liefde voor de naaste is, omdat het de wens uitdrukt dat die naasten ook het geluk zouden mogen krijgen om in Gods Koninkrijk binnen te gaan.
Mensen moeten het verschil kunnen zien tussen een goed levende en goed doende niet- of anders gelovige en een ware Christen. Door zijn werken moet de ware christen zich van andere christenen, gelovigen en niet-gelovigen onderscheiden, met het bewustzijn dat geloof zonder werken dood is.
Ware gelovigen doen al de moeite om in eenheid met Christus, vol te worden van de Geest en tegen elkaar te spreken vol liefde, met psalmen, lofliederen en liederen in talen van de Geest, zelfs zingend en jubelend met het hele hart voor God. (Efe 5:19)Zelfs diegenen die ons niet genegen zijn en ons beledigen moeten wij ook de hand toe reiken en vergeven. Maar wij moeten hierbij er wel op toe zien dat wij disputen proberen te vermijden, zodat wij ook niet in gevaarlijke discussies belanden.
Wij moeten er niet verlegen om zijn anders te zijn dan anderen, door ons vasthoudend gedrag aan de Bijbelse Waarheid. Wij moeten, als ware volgers van Jezus, beseffen dat wij niet snel in de meerderheid zullen zijn. Anders gelovigen en deelnemers aan de wereldse menselijke tradities zullen steeds in de meerderheid zijn. Hiervoor heeft Jezus ook verscheidene gelijkenissen gegeven (zoals het onkruid tussen de tarwe, de talenten, de dwaze maagden), zodat wij zouden beseffen dat het niet zo makkelijk zal zijn om dat oneindig of eindeloze (of eeuwig leven) te verkrijgen. Steeds zullen wij moeten beseffen dat de weg smal is om ons te leiden naar een nauwe poort, waar het niet zo evident is om door te gaan (vergelijk het met een kameel door het oog van een naald - Mat 19:24; 23:24; Mark 10:25)
Zo lang deze wereld blijft bestaan met al zijn verschillende gelovigen en niet-gelovigen, zullen wij er moeten in trachten het beste van te maken door rondom ons naar de best mogelijke levensvorm te zoeken en zoveel mogelijk vrede te proberen te verwezenlijken.
Lees verder hierover
Redding, vertrouwen en actie in Jezus #8 Omgang met Leerstellingen
Als u Jezus Christus als uw Redder hebt ontvangen, als Christen zou u moeten: De dingen blijven doen zoals Jezus ze deed. + Vasthouden aan de Judeo Christelijke waarden en aan Gods Wet. + Jezus volgen. + De Bijbel elke dag lezen om God beter te leren kennen. + Elke dag tot God spreken in gebed.+ Verblijven in Christus. + Gedoopt worden, vereren, dienen, en eredienst houden met andere Christenen in een plaats waar Christus wordt gepredikt en de Bijbel wordt aanschouwd als het uiteindelijke gezag. + Anderen vertellen over Christus. + Anderen helpen om de volheid van Christus te behalen. + Ervan bewust zijn dat het niet om marketing onderzoek en reclame gaat om mensen binnen te brengen dat een goede ecclesia maakt. + Discipelen zijn welke zich vermenigvuldigen omdat zij voldoende van de Bijbel kennen. + Geen gebrek hebben in discipelschap training en de congregaties richten naar de opleiding gericht naar Christus. Wij allen zouden leerlingschap als onze verantwoordelijkheid moeten nemen. + Opstaan tegen valse leerstellingen. + Omgang vermijden met hen die niet volgens de Wet van God en het onderwijs van Jezus leven.
Hoe moet de houding van een Christen zijn tegenover zijn wereld?