Santa Clara - Che Guevara en Valle de Viñales -tabak en toerisme.

Santa Clara

Dit is een gemeente en stad in centraal Cuba gelegen aan de westelijk voet van het Sierra del Escambray-gebergte met een inwonertal van 244.000 (2015). De stad is een verkeersknooppunt, universitair en agrarisch centrum.

De twee voornaamste bezienswaardigheden in Santa Clara zijn het Mausoleum van Che Guevara, wiens gebeente hier werd bijgezet in 1997, nadat het werd gerepatrieerd uit Bolivia, waar Che in 1967 werd gedood door Boliviaanse militairen op bevel van de CIA, en het Monument van de Tren Blindado. In de laatste decemberdagen van 1958 vochten de Revolutionaire Troepen van Che Guevara hier een beslissende slag uit met de manschappen van dictator Fulgencio Batista, die een gepantserde trein (Tren Blindado) naar Santa Clara had gestuurd om zijn troepen te ondersteunen. De trein werd nabij het station van Santa Clara met een bulldozer tot staan gebracht, de lading wapens kwam in handen van El Che en zijn mannen, en de overwinning van de Revolutie was een feit. In de vroege uren van nieuwjaarsdag 1959 ontvluchtte Batista de hoofdstad Havana, nadat ook Santiago de Cuba gevallen was. Een paar dagen later trok Che met Camilo Cienfuegos Havana binnen, op 8 januari 1959 op de voet gevolgd door Fidel Castro.

Valle de Viñales

Op weg naar de valle de Viñales kwamen we de zogenaamde 'zwangere vrouwen'-palmbomen tegen.

Vanuit een uitzichtpunt bovenop een heuvel kregen we dit overzicht van de Viñalesvallei in beeld. Tussen de rechtopstaande, kalkstenen pijlers/bulten (Mogotes) van deze vallei wordt in de donkerrode, zeer vruchtbare grond, de beste tabak ter wereld geteeld.

We bezochten in de vallei ook deze Mural de la Prehistoria, die het ontstaan van de aarde tot het verschijnen van de mens in beeld brengt. Het is een openluchtfresco's van 120 meter hoog en 160 meter breed, getekend op rotsen uit de Jura-periode. Op een tekening gevonden op internet kan men duidelijker zien wat er te zien is. Het zag er allemaal nogal toeristisch uit

Bij een tabaksboer was er uitleg over het telen, fermenteren, drogen en sorteren van de tabaksbladeren die doorgaans elders in Cuba worden verwerkt tot kwaliteitssigaren zoals Cohiba en Montecristo. Hij vertelde ons het hele procedé en hij had nog een aantal bladeren bewaard, waarmee hij enkele keurige sigaren wist te creëren. In die sigaren ging natuurlijk de vlam en zo kregen we een rokerig geheel.

We bezochten daar dicht bij ook nog La Cueva del Indio ofwel vertaald ‘De grot van de indiaan’. Hij werd pas in 1920 ontdekt. Hier zijn diverse overblijfselen van de eerste bewoners gevonden. Je ziet er allerlei stalagmieten en -tieten en allerlei vormen. Je kunt een deel van de grot te voet verkennen, waarna je in een motorbootje stapt. Je vaart dan de rivier de San Vincente op. Op sommige plekken is de grot 90 meter hoog. Het mooiste is als je door de rotsen ineens naar buiten vaart.


Het hiernaast beschrevene komt in de presentatie aan bod met ook nog beelden van een sigarenfabriek. Hier en in het mausoleum mochten geen foto's worden gemaakt, maar die zijn wel op het internet gevonden.


In de presentatie komt achtereenvolgens het hiernaast beschrevene aan bod.