Your page title

Venetië 1

dinsdag 28 september 2010

Vandaag was dus echt de dag gekomen dat we Venetië zouden gaan zien.

Mijn plan, om eerst naar Fusina te rijden, daar de auto te parkeren en dan per boot verder te gaan werd door een plaatselijke deskundige afgekeurd.

De receptioniste van het hotel overtuigde me ervan, dat het met de trein veel simpeler was.

Bij het drie kilometer verder gelegen station was voldoende parkeergelegenheid en zij had voor ons al kaartjes voor de trein.

De trein werd het dus, maar dat parkeren niet echt.

Het parkeerterrein stond al meer dan vol.

Na wat zoeken vonden we een parkeerplek in een aangrenzende straat, maar gezien ons Italiaans niet helemaal je dat was, twijfelden we toch ten zeerste aan de borden die er stonden en of we daar wel mochten parkeren.

Een vriendelijk Italiaans meisje, dat wonder boven wonder ook nog Engels sprak, legde ons uit dat het wel geoorloofd was.

Alleen dat bord met daarop een takelwagen die een auto meesleepte, liet me toch niet echt helemaal los…

Voor we het perron opliepen deden we eerst onze kaartjes, die we in het hotel gekocht hadden, in een stempelautomaat.

Dat scheen heel belangrijk te zijn! Je mocht het perron niet op voor je kaartje gestempeld was.

En als je de trein uitstapte mocht je dat kaartje nog niet weggooien, want zolang je in het stationsgebouw was, moest je een geldig plaatsbewijs bij je hebben.

Voor een openbaarvervoernitwit als ik, was dit echt een openbaring.

Niet dat ik het echt helemaal snapte, want enige vorm van controle kwam ik niet tegen.

Toen we na een kleine dertig minuten ‘treinen’ het station van Venetië uitwandelden wisten we echt niet wat we zagen.We stonden op een soort gigantisch bordes waarvan de traptreden voor het grootste deel in beslag genomen waren door zittende mensen.

Vele van hen waren druk bezig met boeken en plattegronden van de stad, dus ik vermoedde dat zij hun wandelroute aan het uitstippelen waren.

Waarschijnlijk zaten de anderen te wachten op het vertrek van hun treinen en vonden ze het leuker om nog even hier te blijven zitten en het schouwspel voor hen te bekijken.

En wat een schouwspel was dat…

Links van ons lag een prachtige witte brug vol met fotograferende toeristen.

Recht voor ons een kanaal waar zich, vooral als je dit voor het eerst ziet, een absoluut chaotisch spektakel afspeelde.

Het krioelde er van de boten, grote en kleintjes, met zo her en der een verdwaalde gondel.

Wat een genot en wat een mensen… en de bewolkte lucht liet ook nog eens af en toe een blauw stukje zien.

Zo goed en zo kwaad het ging wurmden we ons door de massa en lukte het om bovenop onze eerste Venetiaanse brug te komen.

Als rechtgeaarde toerist begonnen wij ook gelijk te fotograferen en te filmen.

Natuurlijk hadden wij een plattegrond bij ons, maar kaartlezen was niet echt onze sterkste kant.

Gelukkig hingen er her en der bordjes, die de richting aangaven naar de verschillende bezienswaardigheden waaronder het San Marcoplein met zijn beroemde basiliek.

Deze lag aan de andere kant van de stad en volgens de receptioniste van het hotel, was het een wandeling van zo’n dertig minuten en zouden we langs allerlei ‘moois’ komen.

Nou, toen wij dertig minuten gewandeld hadden stonden we weer op ons beginpunt aan de overkant van het treinstation.

Met het lezen van borden hadden we in het verleden toch eigenlijk nooit echt veel problemen gehad, maar we werden hier gewoon te veel in beslag genomen door al dat moois om ons heen.

Vol goede moed begonnen we opnieuw en namen ons voor om beter op te letten.

Natuurlijk hebben we beter opgelet, maar voornamelijk op al dat unieks waar we langs liepen.

Echt schitterend, soms enigszins vervallen en verpauperd met bladderende muren en kapotte luiken, soms in perfecte staat. Dat waren dan meestal de kerken en andere belangrijke gebouwen.

We genoten van het doolhof, waar we vaak in doodlopende steegjes belandden.

De ene keer een plein tjokvol mensen en de andere keer een straatje waar geen kip, op een gehaaste inwoner na, te bekennen was.

Vaak hebben we tegen elkaar gezegd, het is net de Efteling, maar dan echt oud…

Na ontelbare bruggen en bruggetjes, kanalen en kanaaltjes, straten, stegen, pleinen en pleintjes, kwamen we dan eindelijk bij het San Marcoplein.De wolken begonnen nu weg te trekken en een blauwe lucht kwam langzaam tevoorschijn.

Waarom wist ik ook niet, maar wij hadden er ruim tweeënhalf uur over gedaan om daar te komen.

Het was beslist de moeite waard! Wat een gigantisch plein en wat een hoeveelheid mensen.

Alsof de halve wereld deze dag had uitgekozen om deze unieke Piazza te bezoeken.

Opvallend was wel de enorme hoeveelheid water rond de basiliek.

Op verschillende plekken had men met metalen schragen en dikke platen daarop een wand

elpad gemaakt op ruim een halve meter hoogte, als een soort lange catwalk.Nou had ik al eens iets gelezen over dat het opkomende water Venetië bedreigde, maar dat het al zo erg was wist ik niet.

Wij vonden, zonder natte voeten te krijgen, onze weg door de mensenmassa naar het Kanaal van San Marco.

Een breed water met aan de overkant o.a. het eiland San Giorgio Maggiore.

Aan de waterkant waren aanlegplaatsen voor alle boten, die je naar de verschillende eilanden konden brengen.

Heel veel gondels, watertaxi’s en waterbussen, de zogenaamde vaporetto’s.

Ook hier was er een enorme bedrijvigheid op het water, maar dan grootser.

We besloten om de Riva Degli Schiavoni af te lopen, ondanks dat we daarbij brug na bruggetje moesten trotseren. Het was gewoon gezellig wandelen daar.

Op een gegeven moment, terwijl Tonnie het zoveelste winkeltje een bezoek bracht, zag ik op een straatsteen een teken staan.

Het was een pijl recht vooruit en de letters w.c. daaronder.

Zoals al vaker gezegd, mijn Italiaans is niet echt goed maar dit teken herkende ik direct.

Na heel wat bruggen genomen te hebben, ongeveer aan het eind van de boulevard, wees die pijl naar links.

Daar gingen we een steegje in waar je haast niet naast elkaar kon lopen.

Aan het eind van dat smalle straatje even rechts en daar was het ‘bevrijdende’ gebouwtje.

Je moest wel anderhalve euro betalen en ondanks dat de toiletten daar heel schoon en fris waren, was dat toch de duurste plas die we ooit gedaan hadden.

Opgelucht zijn we daarna op een trede van een brug gaan zitten, om een verdere actie te bepalen.Het was al wat later in de middag en in nog een keer twee en een half uur lopen naar het station hadden wij allebei geen zin.

Als je dan toch in Venetië was, moest je natuurlijk door de kanalen gaan.

In een gondelvaart van zo’n honderd euro voor veertig minuten hadden we geen zin, maar de vaporetto leek ons wel wat.

Het was wel druk op die boot, maar een geweldige ervaring.

Hij had wel twintig stopplaatsen links en rechts van het ‘Canal Grande’ en het was heerlijk om mee te maken hoe deze bus overal aanlegde en door al dat watergekrioel heen kwam.

Na zo’n drie kwartier stapten we op het eindpunt uit, één halte verder dan het station en op ons gemak wandelden we terug.

De terugreis verliep voorspoedig en tot mijn grote opluchting stond onze auto er nog en was die niet weggesleept.Wat een dag, wat een indrukken. Dat ‘waterstadje’ was echt fenomenaal…

Nu gingen we naar onze uitwijkmogelijkheid, de pizzeria op een paar honderd meter afstand van het hotel.

Onderweg ernaartoe maakte ik nog een grapje, dat ‘ie waarschijnlijk wel gesloten zou zijn, zodat we toch in dat chique gedoe moesten gaan eten.

En ja hoor… gesloten…

Wij weer terug en tot onze stomme verbazing was het hotelrestaurant ook gesloten.

Wat nu te doen… Natuurlijk had ik de auto kunnen nemen en naar het centrum kunnen rijden, maar daar had ik absoluut geen zin in.

Dan kon ik geen wijntje drinken bij het eten en ik had trouwens al een biertje op.

Autorijden was voor mij dus geen mogelijkheid en daar Tonnie haar rijbewijs vergeten was, stond ze ook niet geregistreerd als tweede bestuurder en mocht in geen geval in die auto rijden.

Goede raad was duur, maar zoals zo vaak kwam de oplossing uit een onverwachte hoek…

Terug in het hotel deed ik natuurlijk mijn beklag dat hun restaurant, zonder aankondiging van te voren, gesloten was.

Ook vertelde ik, dat we daarom iets verder waren gelopen en dat de pizzeria langs de weg eveneens dicht was.

Was wel de omgekeerde volgorde, maar je moest wat…

Nou, dat sloeg in. Vooral omdat dat zij wel wisten dat hun restaurant gesloten was op die avond, omdat daar een besloten feestje aan de gang was.

‘Dus u heeft nog helemaal niets gegeten?’, vroeg de aardige receptionist.

‘Nee’, zei Tonnie, ‘maar we hebben nog twee bananen op de kamer dus we zullen het wel redden…’

Waar ze dat vandaan haalde weet ik nog steeds niet, maar het werkte wel.

Voor we het wisten had zij een briefje met telefoonnummer van het hotel in haar hand en stond er een luxe busje met chauffeur voor ons klaar.

Deze bracht ons naar het restaurant Vecio Decimo in het centrum, waar we een heerlijke Spicy Mexican pizza gegeten hebben, vergezeld door een prima Lambrusco.

Na de koffie en het afrekenen dat nummer gebeld en binnen tien minuten reed het luxe busje weer voor.

Als dat geen service is…

Gereden: 5 km

Terug naar overzicht Vervolg