Florence
vrijdag 24 september 2010
Vandaag lieten we de auto op het afgesloten parkeerterrein van het hotel staan.
We gingen met de bus naar Florence, de halte lag schuin tegenover de hotelingang en het eindpunt was in het centrum van de stad.
Met een simpele busrit konden we het welbekende parkeerprobleem in Florence voorkomen.
Dat we door deze keuze tegen andere problemen opliepen, wisten we toen nog niet.
Anders had ik absoluut voor de auto en het eventuele moeilijke parkeren gekozen.
Het begon al met de kaartjes voor de bus.
De behulpzame receptioniste had ons een dienstregeling gegeven, waarop ook de naam van het restaurant stond.
Dit kon weleens handig zijn voor de terugrit, want Pontenuovo was ook de halte waar we weer moesten uitstappen.
Ook vertelde ze, dat we het beste de buskaartjes konden kopen bij het benzinestation, net om de hoek van de halte.
Daar waren ze een stuk goedkoper dan in de bus zelf en dat sprak ons als rechtgeaarde Hollanders natuurlijk wel aan.
Om een lang verhaal iets in te korten, de redelijk Engels sprekende benzinepompman wist van niets.
Waarschijnlijk werden ze in de vier kilometer verderop gelegen tabaccori wel verkocht, maar volgens hem was het eenvoudiger om ze in de bus te kopen.
Toen we een hele tijd later de bus instapten, begreep de vriendelijke chauffeuse niets van mijn: “Do you have two tickets for us?”
Een behulpzame medepassagier zorgde voor de vertaling en een grote tas kwam onder het stuur vandaan.
Uit die grote tas werd weer een kleinere gehaald en hieruit kwamen, na veel gezoek, twee toegangsbewijzen tevoorschijn.
Het had er alle schijn van, dat er niet zoveel kaartjes in de bus verkocht werden.
Hierna begreep ik weer niet wat zij zei, maar dezelfde medepassagier vertelde me dat ik zes euro moest betalen.
Nadat weer een ander, ook met ons lot begaan figuur, had laten zien hoe die kaartjes in de daar hangende stempelautomaat moesten, vertrok de bus.
Na zo’n drie kwartier stapten we uit op het busstation.Daar keken we eerst wat rond en kregen sterk het vermoeden, dat de terugreis nog wel eens voor heel andere problemen kon gaan zorgen.
De aanduidingen op de bussen zei ons weinig en de grote dienstregeling die daar hing was, voor ons in ieder geval, echt acacadabra.
Wel zagen we een informatiebalie en daar zouden we dan maar als eerste naartoe gaan als we weer teruggingen.
Wat een leuke stad dat Florence.
Je liep gewoon rechtdoor en links en rechts doemden de befaamde bouwwerken op.
Als eerste kwamen we bij de Piazza del Duomo waar die schitterende kathedraal van Florence staat, de Cattedrale di Santa Maria del Fiore.
Zoals we nu wel gewend waren, stond er een enorme rij met potentiële bezoekers voor de ingang, dus besloten we om er eerst maar eens omheen te lopen.
Nou, dat was een prachtige en gelijktijdig pittige wandeling, deze Duomo is dan ook één van de grootste in Italië.
Toen we na verschillende bewonderingsstops en fotografeermomenten uiteindelijk weer bij de ingang kwamen, was de rij een stuk aangenamer geworden.
Natuurlijk sloten we aan en hebben na een kwartiertje schuifelen dat fantastische bouwwerk ook van binnen bekeken.
De prachtig ingelegde vloeren, de enorme zuilen met machtige bogen, de onnavolgbaar knap beschilderde koepel en de grootsheid waren ook hier overweldigend.
Enige vorm van vergelijking met wat we al gezien hadden ging echt niet op.
Alles was overdonderend uniek in een eigen geweldigheid.
(Beter kan ik het niet uitdrukken, want de ervaren pracht tijdens deze vakantie is eigenlijk niet in woorden te vangen.)
Na nog een tijdje buiten op de trappen gezeten te hebben, vervolgden we onze wandeling en kwamen bij de Piazza San Marco.
Het was hier erg druk, en met de honderden studenten en het chaotische verkeer leek het er verdacht veel op een busstation.
We besloten om te keren en langzaam terug te wandelen.
Bij de Basilica di San Lorenzo, in tegenstelling tot alles wat we eerder gezien hadden een grauw stenen bouwwerk, maakten we een wat langere stop.
Dat wilde zeggen, ik ging me weer bezighouden met het trapzitten en Tonnie verdween op de daar aanwezige grote markt.
Tot mijn verbazing was ze na een kwartiertje alweer terug.
Op die markt werden voornamelijk leren artikelen verkocht zoals riemen, jassen en tassen.
Er waren daar geen sieraden en Tonnie had het dan ook al snel gezien.
We keerden terug naar de Duomo, om aan de andere kant van het plein de wat kleinere straatjes in te gaan.
Opvallend was hier het aantal kraampjes, waar ook weer van alles wat met leer te maken had verkocht werd.
Al doorlopend bereikten we een gedeelte met alleen maar ‘blingbling-winkeltjes’, maar dan het echte en onbetaalbare werk.
We zijn tot net over de Ponte Vecchio gekomen, één van de bruggen over de Arno rivier.
Hier besloten we om weer terug te gaan.
Florence is echt een stad voor museumliefhebbers, er zijn daar ontelbare, maar voor ons hield het hier op.
Wij zijn niet van die museabezoekers, een kleine uitzondering hier en daar nagelaten.
Ook gidsen met hun schitterende verhalen zijn eerlijk gezegd bij ons aan het verkeerde adres.
Een paar dagen later zijn we hun verhaal weer vergeten, maar niet de irritatie van het geen tijd krijgen om gewoon een paar foto’s te maken…
Later, op het busstation, kwam onze ergste nachtmerrie uit.
We kochten eerst twee kaartjes en gingen daarna naar de informatiebalie waar ons verteld werd, dat we de bus op standplaats drie moesten hebben, die om 16.58 uur zou vertrekken.
Na ruim een half uur gewacht te hebben bleek om 17.15 uur, dat de daar gereedstaande bus onherstelbaar kapot was.
Een tijdje later kwam er een vervangende bus en bij het instappen vroeg ik de chauffeur, of hij in Tavarnelle Val di Pesa stopte.
Zijn antwoord bestond uit het stellig en ontkennend schudden van zijn hoofd.
Voor alle zekerheid liet ik hem nog het tijdschema zien, waar Pontenuovo op geschreven stond. De bewegingen van zijn hoofd werden alleen maar negatiever en heftiger.
Een verkeersregelaar van het busstation schoot ons te hulp en duidde ons even te wachten.
Hij verdween richting informatiebalie en na een minuut of vijf kwam hij inderdaad weer terug.
In gebrekkig Engels en met versterking van handen en voeten legde hij uit, dat we bus negen op standplaats negen moesten hebben.
Deze zou om 17.55 uur vertrekken.
Dat betekende weer wachten dus en toen de bus van standplaats negen om 17.40 uur al ging vertrekken, nog maar eens dat tijdschema laten zien.
Nee, dit was niet de bus, maar misschien de volgende…
De volgende die precies om 17.55 uur vertrok was het ook niet, maar de chauffeur legde me in heel begrijpelijk Italiaans en duidelijke armbewegingen uit, dat de volgende wel de juiste zou zijn.
Het duurde tot 18.15 uur voor die volgende kwam voorrijden.
De chauffeur begreep niets van mijn vraag, maar bij het zien van het schema met Pontenuovo knikte hij bevestigend.
De deuren van zijn bus openlatend verdween hij in het stationsgebouw.
Moe van al het wachten ploften we neer op de eerste bank, zodat we tijdens de aankomende rit de omgeving goed in de gaten konden houden.
Het duurde nog ruim een kwartier voordat de chauffeur ook de bus binnenkwam, startte en wegreed.
En na nog eens drie kwartier konden we vlak voor het restaurant uitstappen.
Wat later bestelden we daar twee pizza’s.Tonnie een Calabrese, omdat de ingrediënten haar wel aanstonden en ik een Bomba, omdat een pizza met zo’n naam mij vreselijk intrigeerde.
Beiden hadden we een uitstekende keuze gemaakt.
En in het gezelschap van een heerlijke Chianti kwamen wij tot de conclusie dat het openbaar vervoer en wij, een absoluut foute combinatie was.
Toen ik het er de volgende dag met die receptioniste over had, zei ze alleen: “Parkeren in Florence is heel moeilijk, maar het openbaar vervoer een regelrechte ramp…”
Gereden: 0 km