Een morgen op kantoor: iemand anders
achter de computer, mijn bureaustoel
met die winkelhaak in de rugleuning
(Lien’s bracelet toen onverwacht de deur,
god dat waren tijden). Een jongmens met
gel, bijpassend hemd, debiteert plussen
en minnen zoals ik jaren deed, zou doen.
Gedecideerd grijpt hij mijn telefoon,
zegt ‘he passed away last Wednesday’,
gedempt in onberispelijk Engels,
lacht mij toe ‘wat zal meneer believen’
‘Neem me niet kwalijk verkeerde kamer’
(de hedera behoeft dringend water)
Ik ga. Het wordt toch nooit wat met Lien.
© mark naessens