Was hij wat later gekomen of langzamer
dan op ademloze benen, ik zou de woorden
zachter weven tot een ragfijn rookgordijn en
niet verwonderd zijn. Misschien zou ik hem
hebben begroet als een oude wijsgeer, nog
wijn geschonken en samen glas na glas
geproefd van een gedicht dat eeuwig duurt,
tot hij op zou staan en zeggen: kom, we gaan.
Misschien als hij wat later was gekomen,
zou ik niet zo verwilderd dwaze zinnen
zoeken, zijn roest telraam niet vervloeken
waarop hij elke hartslag tikt. Misschien.
(eervolle vermelding Poëziewedstrijd Haacht Literair '94)
(1e prijs Internationale Ambrozijnwedstrijd voor Poëzie 1994)
© mark naessens