(bij een litho van Dirk Cortebeeck)
Aan de scheepshuid van warmgewalst staal
voelt hij het schip in al zijn lasnaden leven.
Langsspanten, wrangen en vloeren beven
van boeg tot hek. Van dek tot kiel het verhaal
hoe de holte groeide uit honderd paar handen,
een krolse kathedraal werd van ijzer en koolstof,
hoe de donkere ruimen zich strekten als een kat
tot in verdekbalken verlangend naar belading.
Waar zijn vingers nu strelen gaat een rilling
door het geraamte, zoals bij vrouwen de rug
haast onzichtbaar onderhuids rimpelt telkens
hij zich behoedzaam juichend te water laat.
© mark naessens
Nog meer beeldgedichten vind je hier: Intrede; Skeletten willen zich warmen; Scheepswerf; Schepen op een werf in Temse