Binnenskamers, binnen het wit van dit gedicht,
achter gesloten woorden, wordt over niets anders
gepraat dan over de leegstand, de onbetaalbare
begrippen en over hoe wij de winter zullen doorkomen
zonder betekenissen op te stoken of kortstondige
ontroering met indringers te moeten delen.
Op de snijpunten, waar het pijn doet,
de hoeken als scheermesjes scherp zijn,
meten wij elkaars verlengde, verleggen
wij de lijnen als het ware naar nergens,
wat niet meetbaar is, nooit eindigt, wat
ons voorgoed scheidt als een deelstreep.
© mark naessens