Spiritisme is een spirituele en filosofische stroming die opkwam in de 19e eeuw. Het richt zich op communicatie met geesten van overledenen, het voortbestaan van de ziel, en het verkrijgen van morele en spirituele lessen via het contact met de spirituele wereld. Hier is een overzicht van de geschiedenis, belangrijke figuren en thema’s binnen het spiritisme:
Oorsprong (19e eeuw): Het spiritisme vindt zijn oorsprong in de Verenigde Staten in de jaren 1840 en 1850, mede dankzij de opkomst van de Fox-zusters. Deze zusters beweerden communicatie met geesten via "klopgeluiden" en werden een sensatie.
Verspreiding naar Europa: Vooral in Frankrijk kreeg het spiritisme een filosofische onderbouwing door het werk van Allan Kardec, een van de meest invloedrijke figuren in deze stroming.
Populariteit: In de late 19e en vroege 20e eeuw werd spiritisme populair, deels door de groeiende belangstelling voor het occulte en de behoefte aan troost tijdens oorlogen en pandemieën.
Fox-zusters (Margaretta, Catherine en Leah Fox):
1848 in Hydesville, New York: populariseerden spiritisme door te claimen dat ze met geesten konden communiceren via klopgeluiden.
Allan Kardec (1804–1869):
Een Fransman die het spiritisme een wetenschappelijke en filosofische basis gaf.
Schreef "Het Boek der Geesten" (1857), waarin hij de basisprincipes van spiritisme uiteenzette.
Kardec introduceerde reïncarnatie en spirituele evolutie als kernideeën.
Eusapia Palladino (1854–1918):
Een bekend medium dat talloze seances hield en controversieel was vanwege beschuldigingen van fraude.
Daniel Dunglas Home (1833–1886):
Een bekend medium dat fysieke verschijnselen zoals tafelbewegingen en levitaties demonstreerde.
Sir Arthur Conan Doyle (1859–1930):
Auteur van de Sherlock Holmes-verhalen, maar ook een fervent spiritisme-aanhanger en verdediger van de beweging.
Communicatie met geesten:
Spiritisten geloven dat het mogelijk is om via mediums te communiceren met geesten van overledenen, die morele en filosofische inzichten kunnen geven.
Het voortbestaan van de ziel:
De kern van het spiritisme is het geloof dat de ziel na de dood voortleeft en blijft evolueren in de spirituele wereld.
Reïncarnatie:
Vooral in de traditie van Kardec wordt reïncarnatie gezien als een middel voor spirituele groei en verbetering.
Wetenschappelijk onderzoek:
In de 19e en vroege 20e eeuw werd geprobeerd om spiritisme te onderzoeken met wetenschappelijke methoden, zoals door de Society for Psychical Research.
Morele vooruitgang:
Spiritisme legt nadruk op het verbeteren van de ziel door middel van altruïsme, liefde, en het vermijden van materialisme.
Seances en mediums:
Seances werden een centrale praktijk binnen het spiritisme, waarin mensen probeerden te communiceren met de spirituele wereld via een medium.
Spiritisme had een grote invloed op andere spirituele bewegingen zoals het theosofisme en New Age. Hoewel de populariteit ervan in de 20e eeuw afnam, wordt het nog steeds beoefend, vooral in Latijns-Amerika (bijvoorbeeld Brazilië, waar Kardecisme een sterke aanhang heeft) en sommige westerse landen.