Wat is een heks? Deel 1: de voorstelling van de heksenvervolgers

Deze tekst werd vrijgegeven onder de licentie CC BY-SA 2.0 en mag voor gelijk welk doeleinde gekopieerd en veranderd worden, mits te voldoen aan de verplichte naamsvermelding: "Auteur: Julien Grandgagnage"                        

Het voor vele mensen meest herkenbare, stereotiepe beeld van de heks komt uit de tijd van de grote heksenvervolgingen van de 16e  en 17e eeuw. Het is het beeld van de heks als een goddeloze gifmengster, een meestal oude kol die het slechte gezelschap van de duivel opzoekt en daar haar macht aan ontleent. Deze macht gebruikt ze om kwaad, maleficium te doen, dus om haar buren het leven zuur te maken. Haar 'boze oog' werd gevreesd, want ze kon koeien ziek maken, mannen impotent maken en haar bovennatuurlijke kracht gebruiken om anderen te doden. Wat we misschien niet beseffen, is dat dit beeld vrijwel geheel gevormd is door wat de vervolgende kerk in de vroegmoderne tijd over heksen beweerde. Uit de talrijke documenten en beschrijvingen van heksenprocessen uit die tijd komt het volgende beeld tevoorschijn:

Heksen werden dus in de opvatting van de heksenvervolgers in de vroegmoderne tijd beschouwd als een collectiviteit, een groep die regelmatig samenkwam met de bedoeling de christelijke leer ten schande te zetten. Maleficium zelf beoefenden ze dan weer individueel. Heksen waren voor hen een sekte van duivelaanbidders.