Tarot

Alle teksten in dit hoofdstuk werden vrijgegeven onder de licentie CC BY-SA 2.0 en mogen voor gelijk welk doeleinde gekopieerd en veranderd worden, mits te voldoen aan de verplichte naamsvermelding: "Auteur: Julien Grandgagnage"


De Tarot (eerst bekend als tarocchi, ook tarock en soortgelijke namen), is een kaartspel van achtenzeventig kaarten, dat vanaf het midden van de vijftiende eeuw in verschillende delen van Europa werd gespeeld. In Italië bijvoorbeeld als Tarocchini en in Frankrijk als Franse tarot. Het heeft vier kleuren die overeenkomen met de vier kleuren van het moderne 52-kaarten spel, hoewel de symbolen van de troeven en het aantal hofkaarten verschillen. Het onderscheidt zich in het bijzonder door een afzonderlijke troef die bekend staat als de Nar of de Dwaas die in sommige versies van het spel als hoogste troef kan worden uitgespeeld.

Tarotkaarten worden in een groot deel van Europa gebruikt als een vorm van kaartspel, dus gewoon als amusement. In Engelstalige landen zijn deze soort spellen grotendeels onbekend. Tarotkaarten worden daar hoofdzakelijk gebruikt voor waarzeggerij en andere esoterische toepassingen.Occultisten noemen de troeven (samen met de Nar) "de grote Arcana", terwijl de tien genummerde kaarten en de hofkaarten van elke kleur "de kleine Arcana" worden genoemd. De kaarten worden door sommige occulte schrijvers teruggevoerd op het oude Egypte of de Kabbala maar voor deze oorsprong is geen enkel bewijs voorhanden zodat het speculatie blijft. Evenmin kan worden bewezen dat vóór de 18e eeuw tarot reeds voor voorspelling werd gebruikt, al lijkt het wel waarschijnlijk dat de sterk aansprekende taferelen daartoe moeten hebben geïnspireerd.

Tarot werd pas op grote schaal door mystici, occultisten en geheime genootschappen geadopteerd vanaf de 18e en 19e eeuw. De traditie begon in 1781, toen Antoine Court de Gébelin, een Zwitserse geestelijke en vrijmetselaar, Le Monde Primitif, publiceerde, een speculatieve studie over religieuze symboliek en haar overleving in de moderne wereld. De Gébelin beweerde als eerste dat de symboliek van de Tarot de Marseille de mysteries van Isis en Thoth representeerde. Gébelin voerde verder aan dat de naam "tarot" afkomstig was van de Egyptische woorden tar, "Koninklijk", en ro, dat "weg" betekent, waardoor de Tarot een "koninklijke weg" naar wijsheid zou tonen. De Gébelin verklaarde ook dat de zigeuners, die de eersten waren om de kaarten voor waarzeggerij te gebruiken, afstammelingen waren van de oude Egyptenaren en als nomadisch levend volk de kaarten in Europa hadden geïntroduceerd. De Gébelin schreef deze verhandeling vóór Jean-François Champollion de Egyptische hiërogliefen had ontcijferd, en zelfs vóór de Steen van Rosetta was ontdekt. Latere Egyptologen zouden niets in de Egyptische taal vinden dat de Gébelins fantasierijke etymologie kon ondersteunen. Niettemin was de identificatie van de Tarotkaarten met het Egyptische "Boek van Thoth" al stevig ingeburgerd in occulte genootschappen en tot op de dag van vandaag blijft de legende van een Egyptische overgeleverde geheime leer bijzonder populair.

Etteilla (1738 – 1791) was de eerste die een speciaal voor divinatie bedoelde tarot ontwierp. Omdat hij ervan overtuigd was dat tarot gebaseerd was op het Egyptische Boek van Thoth, verwerkte hij in zijn versie thema's uit het Oude Egypte.

Tarots die door esoterici gebruikt worden bestaan uit 78 kaarten die opgedeeld kunnen worden in twee onderscheiden delen:

    • De Grote Arcana (grotere geheimen) of de troefkaarten bestaat uit 22 kaarten: De Dwaas, I De Magiër, II De Hogepriesteres, III De Keizerin, IV De Keizer, V De Hiërofant, VI De Geliefden, VII De Zegewagen, VIII Rechtvaardigheid, IX De Kluizenaar, X Het Rad van Fortuin, XI Kracht, XII Gematigdheid · XIII De Dood, XIV De Gehangene, XV De Duivel, XVI De Toren, XVII De Ster, XVIII De Maan, XIX De Zon, XX Het Oordeel en XXI De Wereld.
    • De Kleine Arcana (kleinere geheimen) bestaat uit 56 kaarten, verdeeld in 4 groepen van 14 kaarten elk met een eigen kleur. Hierin zitten de genummerde kaarten 1 tot 10 en de 4 'hofkaarten'. Die hofkaarten zijn de Koning, de Koningin, de Ridder en de Page. De traditionele Italiaanse 'kleuren' zijn Zwaarden, Staven (ook 'Stokken' genoemd), Bekers en Munten (ook 'Pentakels' genoemd).

De termen 'grote arcana' en 'kleine arcana' werden voor het eerst gebruikt door Jean Baptiste Pitois, ook gekend als Paul Christian, maar deze gebruikte de termen nooit in verband met tarotkaarten.

File:Viscontisforzatarot.jpg

De Tarot van Marseille (Frans: Tarot de Marseille) is een van de oudste Tarotversies en is bedoeld voor amusement en divinatie. Het ontwerp dat omstreeks 1500 al bekend was in Noord-Italië en Frankrijk, kreeg veel navolging in uitvoeringen van latere makers. De tarot van Nicolas Conver, gegraveerd in 1760, werd lange tijd beschouwd als de oudste in Marseille geproduceerde tarot. Zijn erfgenaam Philippe Camoin heeft in 2001 echter bekendgemaakt dat er een vroeger exemplaar van François Chosson bestaat, dat bijna een eeuw eerder werd gemaakt (1672). Hij kwam het op het spoor dankzij de documenten van zijn grootouders en vond het in een Zwitsers museum te Soleure, waar men eigenlijk niets afwist van de herkomst.

De tarot van A.E. A.E. Waite (1857 – 1942) en kunstenares Pamela Coleman Smith (1878 - 1951) wijkt in een aantal opzichten af van vroegere tarotversies. Zo heeft Waite de kaarten 'Kracht' en 'Rechtvaardigheid' uit de Grote Arcana van plaats verwisseld. Maar het meest in het oog springende kenmerk zijn de illustraties van de gewone genummerde kaarten, de zogenaamde Kleine Arcana, die nu levendige taferelen uitbeelden in plaats van een sober getal met wat ornament zoals bijvoorbeeld in de tarot van Marseille of in de tarot van de Golden Dawn gebruikelijk was.

File:RWS Tarot 21 World.jpg

De occultist Aleister Crowley (1875-1947) maakte deze tarotversie in samenwerking met kunstenares en Golden Dawn lid Lady Frieda Harris (1877 - 1962). Elke kaart uit Crowleys tarot toont een rijkdom aan symbolen uit astrologie, alchemie en kabbala. Zelfs de kleuren zijn symbolisch, bijvoorbeeld om de relatie te tonen met de elementen aarde, vuur, water en lucht. Crowley schreef ook een boek bij deze tarot die hij The Book of Thoth noemde. Het was een naam die Etteilla 150 jaar tevoren al had gebruikt. Hij behield wel de traditionele ordening van de troefkaarten, maar geeft elke kaart van de grote en kleine arcana zelf een kenmerkende naam. De kaart van het Oordeel verving hij door 'De Aeon', waarschijnlijk omdat hij zich stoorde aan de christelijke symboliek van de traditionele kaart.

Copyright: Julien Grandgagnage, 2009

5