Publiceren: Iets openbaar maken en verspreiden.
Kopiëren: Iets precies namaken of overnemen.
Rechthebbende: Iemand die recht heeft op iets.
Creatie: Een nieuw en origineel werk.
Wanneer jij een verhaal, foto, filmpje of muziek maakt heb je daar automatisch auteursrecht op. Je hoeft daar helemaal niets voor te doen. Wat je gemaakt hebt moet alleen wel origineel zijn. Auteursrecht houdt in dat jij mag beslissen wat er met jouw werk gebeurt, waar het wordt gepubliceerd en in sommige gevallen ook hoe je daar geld mee wilt verdienen.
Deze wet beschermt iedereen die iets maakt tegen de mensen die hun werk gebruiken op een manier waar de makers niet blij mee zijn. De Auteurswet geeft aan dat jij als maker zelf mag zeggen of jouw werk gebruikt, gekopieerd of aangepast mag worden. Wanneer mensen zich niet aan het auteursrecht houden en dus werk van anderen gebruiken, kopiëren of aanpassen, kunnen ze daar zelfs een boete voor krijgen.
Als jij iets zelf, met jouw eigen creativiteit, hebt gemaakt dan is jouw werk beschermd door auteursrecht. Het moet alleen wel te zien of te horen zijn. Dat geldt voor alle mogelijke creaties die je hebt gemaakt. Dus ook voor gedichten, brieven, foto’s, filmpjes, videoclips, videogames, muziek en apps.
1.
Jij mag als maker bepalen wat er met jouw werk gebeurt. Als iemand jouw werk wil gebruiken, aanpassen of overnemen, moet hij eerst toestemming vragen aan jou.
2.
Je kunt verschillende afspraken maken voordat mensen iets met jouw werk kunnen doen. Bijvoorbeeld: ‘Je moet mijn naam bij mijn werk schrijven’ (bijvoorbeeld met het teken © met jouw naam erbij), ‘Je moet geld betalen om mijn werk te gebruiken’, ‘Je mag niks aan mijn werk veranderen’ of ‘jij bent de enige die mijn werk mag gebruiken, niemand anders’. De afspraken die je maakt kun je bijvoorbeeld in een contract zetten. Als jij jouw werk op het internet wilt delen en daarbij wilt aangeven wat iedereen wel of niet met jouw werk mag doen kun je ook de speciale symbolen van Creative Commons gebruiken. Elk symbool geeft precies aan wat je wel of niet mag van de maker.
3.
Je bezit het auteursrecht over jouw werk zolang je leeft. Na je dood kunnen je kinderen of andere rechthebbenden ook jouw werk beschermen. Zij bepalen dan wat er met jouw werk mag gebeuren. De bescherming van het auteursrecht duurt namelijk tot 70 jaar na de dood van de maker. Dat betekent dus dat de originele muziek van Mozart of Beethoven rechtenvrij is. Er is niemand aan wie je toestemming hoeft te vragen als je iets met hun gecomponeerde muziek wilt doen.
Klik, klik... Weer twee foto’s gemaakt! Wist je dat je het auteursrecht hebt op foto’s die je zelf, met jouw eigen creativiteit hebt gemaakt? Dat kunnen bijvoorbeeld vakantiefoto’s, foto’s van jezelf, of foto’s van je huisdier zijn. Dat betekent dus dat jij beslist wat er met de foto mag gebeuren. Wie mogen het zien? Waar mag het worden geplaatst? Maar er zijn natuurlijk uitzonderingen.
Plaats je een foto die jij hebt gemaakt op social media of op een website dan mag iemand anders die foto niet zomaar gebruiken in een tijdschrift of krant of op zijn eigen Facebookpagina. Jij hebt namelijk het auteursrecht op je foto. Natuurlijk mag jij dan ook niet zomaar een foto die iemand anders heeft gemaakt op jouw eigen Facebook of Instagram zetten.
Als jij iemand gevraagd hebt een foto van jou te maken, bijvoorbeeld de schoolfotograaf, dan mag jij bepalen wat er met die foto gebeurt. Iemand anders mag dat ‘portret’ van jou dan niet zomaar op internet of in de krant zetten, ook de fotograaf niet. Dat heet portretrecht. Soms kun je ook portretrecht hebben als je er niet zelf om hebt gevraagd om op een foto te staan. Maar dat is alleen als je benadeeld wordt door het publiceren van die foto. Iemand maakt bijvoorbeeld een foto van jou terwijl jij toevallig langs school loopt en zet die in de krant met daarbij: “Deze week al twee keer ingebroken bij school”. Zo lijkt het net alsof jij de dief bent. Meestal mag je gerust foto’s van anderen publiceren, maar als je denkt dat je daar misschien iemand mee benadeelt, moet je eerst vragen of die persoon het goed vindt dat je de foto gebruikt. Dat geldt ook voor foto’s van mensen die hun geld kunnen verdienen met hun portret, zoals beroemde voetballers en popsterren. Die hoeven het niet zomaar goed te vinden dat iemand anders daar gebruik van maakt.
Maak je een foto van een kunstwerk alleen voor eigen gebruik dan hoef je geen toestemming te vragen. Als jij een foto maakt heb je daar zelf het auteursrecht op, want jij bent de maker van de foto. Maar wat als je een foto maakt van een mooi schilderij? Dat kunstwerk is een creatie van iemand anders en die persoon heeft auteursrecht op zijn schilderij. Je mag dan niet zomaar een plaatje van dat schilderij publiceren of met anderen delen. Ook niet als je er zelf een foto van hebt gemaakt. Je hebt dan toestemming nodig van de kunstenaar. Tenzij jij met de foto ‘citeert’. Dat wil zeggen: als jij de foto alleen gebruikt om iets in jouw tekst te verduidelijken. Als het om een oud kunstwerk gaat, waarvan de kunstenaar al meer dan 70 jaar geleden is overleden, mag het ook vrij gedeeld worden. Dat werk is niet langer door het auteursrecht beschermd.
Je hebt op school waarschijnlijk al wel eens een werkstuk gemaakt. Waar haal je dan je plaatjes of foto’s vandaan? Waarschijnlijk van Google of een andere zoekmachine. Als je een foto uit de krant of van het internet wilt gebruiken voor eigen gebruik of in je werkstuk, dan mag dat. De juf of meester leest je werkstuk en het zal waarschijnlijk niet gepubliceerd worden. Maar wanneer je een werkstuk maakt dat wel gepubliceerd wordt of door heel veel mensen wordt gelezen, dan heb je daar soms toestemming voor nodig van de fotograaf. Je moet dan goed kijken hoe je de foto gebruikt. Doe je dat om iets in jouw tekst duidelijker te maken, zodat de lezer beter begrijpt waar het over gaat, dan hoef je geen toestemming te vragen. Maar je moet altijd de naam van de fotograaf erbij schrijven. Dat is het citaatrecht. Gebruik je de foto alleen maar als versiering om je werkstuk mooier te maken, maar is het niet echt nodig voor de tekst, dan heb je wel toestemming nodig.
Je kunt foto’s van iemand anders ook bewerken waardoor het soms een heel andere foto wordt. Jij hebt dan het auteursrecht op de bewerking. Wil je dit aan je ouders, broertje, oma of je vrienden laten zien is dit geen probleem. Dat is dan eigen gebruik van de foto. Maar wil je de bewerkte foto publiceren in een tijdschrift of op een website, dan moet je wel toestemming aan de fotograaf van de originele foto vragen. Alleen wanneer je de originele foto zo veel bewerkt hebt dat er een hele nieuwe afbeelding is ontstaan waarin het origineel niet meer herkenbaar is hoef je geen toestemming te vragen aan de fotograaf. Jij bent dan de nieuwe maker en hebt dan het auteursrecht op de nieuwe foto.
Begrippenlijst:
Social media: Een website waarbij je zelf de inhoud kunt bepalen. Bijvoorbeeld Snapchat, Facebook of Instagram.
Publiceren: Gemaakt werk verspreiden waardoor meer mensen het kunnen zien.
Benadelen: Iemand kan ergens schade door krijgen. Er kan een verkeerd beeld ontstaan over iemand.
Toestemming: Aan iemand vragen of iets mag.
Bewerken: Iets aanpassen zodat het er anders uitziet.
Bekijk ook de volgende filmpjes:
Extra:
Zie ook: