We hebben mout gekocht en gaan deze eerst malen of pletten. Brouwers noemen dit het schroten van de mout. Dit gebeurt om twee redenen:
- Het kapotmaken van de zetmeellichamen van de mout: zo kan het water met de daarin aanwezige enzymen het zetmeel afbreken tot suikers.
- De bij het schroten losgemaakte bliezen, die om de graankorrels zitten, vormen na het maischen een filterbed.
We moeten de mout zo grof mogelijk schroten. Als we de mout te fijn schroten, ontstaan er vaak filterproblemen.
Ook komen er dan gemakkelijk ongewenste stoffen (zoals tannine) vrij uit het kaf van de mout en dat geeft een wrange smaak aan het bier.