Raadpensionaris

In de middeleeuwen heeft men tal van onduidelijke ambten. Geboorte en welstand betekenen soms dat er functies ontstaan die wij maar nauwelijks begrijpen. Een bekend voorbeeld hiervan is de mystieke functionaris die wel genaamd is Syndicus welke voor de Hanzesteden werkte. Zo is daar ook het merkwaardige ambt van Raadpensionaris. Bekend van lieden als Johan de Witt en Anthonie Heinsius. De beroepsnaam bestaat uit de elementen raad en pensiënvoerder of betalingenbeheerder. Dat betekent dan dat het ambt een penningmeester was van de raad. Bij de raad denkt men dan eerstens aan de beslissers bij de vroedschap of stedelijk regering van een grote stad. In enkele steden is de raadspensionaris zodoende sporadisch aangetroffen. In Holland zou het ambt echter de hele provincie aangaan. Dit betekent dat de raadspensionaris de betalingsadministratie regelde voor alle steden samen. Wellicht vormden de door protestanten geconfisceerde katholieke kloosteropbrengsten nog een belangrijk deel van de totale inkomsten van de gehele provincie. Anderen menen wel dat de stad Leiden met hun grote Veertigraad de gehele provincie bestuurde. Zou de man werken voor de Ridderschap van Holland dan is veeleer sprake van een militaire betalingsambtenaar. Tot slot nog de optie van een particuliere erfelijke langlopende pensioen- of lijfrenteverzekering uitgekeerd door de raad. De Bataafse Republiek heeft de functie niet meer. De laatste raadpensionaris was Laurens Spiegel tot 1795.

© 2020 F.N. Heinsius