Een jonge Bataafse vrijheidsstrijder wiens werkelijke naam onbekend is. Men schrijft hem ook wel als Claudius Civilis, wat neerkomt op de naam Claudus (manke, kreupele, hinkende) Burger. Ergo, de man bezit als jongeling Romeins burgerrecht en toont een fysiek manco (hij mist een oog). Ook heeft hij een klein zoontje, die zo goed is met de pijl en boog, dat hij een omhoog geschoten pijl, met een tweede pijl, door midden klieft, waardoor deze neervalt. Bezet in 69 n. Chr. het Romeinse kamp in Utrecht geheten Castra Vetera Traiectum en hongert het Romeinse leger uit. Daarbij gebruikt men ladderwagens en verft het lange haar rood. Het eindgevecht zou zich afspelen op een brug over de Nabalia, vermoedelijk in Amsterdam, over de Kromme Waal. Daarbij zou hij een heroïsche passage uitspreken, en vervolgens in het water springen om naar de overkant (Frisia) te zwemmen. Men verkreeg er grosso modo geen vrijheid mee. De Bataven bleven bij het Romeinse rijk behoren. Rembrandt zou de samenzwering van Julius Civilis voor de Vroedschap van Amsterdam schilderen (1661). Die keurde het foutief opgeleverde werk uiteraard af. Civilis was nl. afgebeeld als een monsterlijke oude man. Het vervolgens door Ferdinand Bol opnieuw geschilderde werk, is wel goedgekeurd door de stadsregering (1662).
© 2019 F.N. Heinsius