Zilvervloot

Tot de Hollandse zeehelden rekent men vooral Petrus Heinius, beter bekend als Piet Hein, de zeeman die de Spaanse koning de pas afsneed, door de zilvervloot te veroveren. Nadat de schepen voor anker gingen in de baai van Matanzas, en de bemanning proviand haalde, sloeg Petrus zijn slag. "Piet Hein, zijn naam is klein, zijn daden groot" is het liedje, dat elke Amerikaan op school leerde, over de Hollanders. De schat kwam op een goed moment. Met de enorme zilvervoorraad slaagde de Republiek Holland erin om gedurende de Tachtigjarige Oorlog alle huursoldaten te betalen. Het Nederlandse leger groeide in die tijd als kool. De Spaanse koning was verwoed bezig om de monetaire reserves voor zijn eigen legeruitgaven op peil te houden met de constante goudwinning in Latijns-Amerika. Spanje maakte zich er niet populair mee in Zuid-Amerika. Zo heeft men daar al het goud en zilver, onder hoge tijdsdruk en onder zeer erbarmelijke omstandigheden, kunnen produceren. De overwinning moet gezien worden als een buitensporig hoge 'overdracht om niet' van de deviezenreserves. Dat Petrus Heinius de spanjaarden versloeg was puur toeval. De kloeke held werkte voor de West-Indische Compagnie in Brazilië en reisde juist op dat moment met de retourvloot terug naar Zeeland. Nederland groeide in die tijd als hegemonie zo snel, dat de muntslag in een stad als Amsterdam, ondanks deze enorme roofbuit, nog altijd ruimschoots onvoldoende was. Zo kwam het dat de stad Amsterdam, tóch moest overstappen op de Wisselbrief, de voorloper van het huidige bankbiljet. De wijk Realeneiland in Amsterdam herinnert nog aan de Spaanse munt, de Spaanse Reaal. Men kan het eiland beschouwen als een eerste depot van de Centrale Bank.

Piet Heyn, Peter Heim of Petrus Heinius

© 2017 F.N. Heinsius