Voor Holland betekende het inpolderen altijd een dik belegde boterham. De grote, vooral technische, projecten begonnen reeds in de oudheid. In de vroege Middeleeuwen kreeg men de natte gebieden gelegen beneden Dordrecht droog. Waterland in West-Friesland polderde men in de 17de eeuw in, gevolgd door de watergebieden in Zuid-Holland in de 18de eeuw. In de 19de eeuw is het natte gebied Haarlemmermeer rondom Schiphol drooggemalen. Landaanwinning vergt grote investeringen en een buitensporig groot uithoudingsvermogen. Ze gaan er lange tijd aan kapot, het is een slopende zaak, de kosten blijven alsmaar voor de baten uitgaan. Maar als het dan is gelukt, is het jaarlijks een heerlijk feestje van alle landopbrengsten die maar binnen blijven komen. Tegenwoordig is het vooral de overheid die grote investeringen financiert. Vroeger bleef de rol van de overheid veeleer beperkt tot het afgeven van octrooi en het houden van toezicht. Verder was ondernemen vooral een private zaak van rijke particulieren. De Afsluitdijk en Flevoland veranderden het landschap ingrijpend en hadden allerlei economische gevolgen. Een laag land als Nederland zou in principe ook weinig moeite moeten hebben met het weggooien van onschadelijk afval, in de lager gelegen gebieden. Tel uit uw voordelen. Zoek een lage regio en stapel maar omhoog die troep. Na verloop van enkele decennia resulteert een nette landcreatie, zonder werkelijke investeringen.
© 2019 F.N. Heinsius