Aanvankelijk werd papier stuksgewijs gemaakt uit een pap (papyrus) van hennep, katoen of houtvezels. Holland was erg succesvol bij de papierproductie met windmolens, waarmee men sinds de inpoldering technische kennis en ervaring had opgedaan. Gelderland verkreeg die kennis op de Veluwe, met behulp van de watermolens. Die malen de papiergrondstoffen, door de overvloedig aanwezige krachtige sprengen, tegen lage kosten te benutten. Vanwege de kapitaalintensieve en risicovolle ondernemingen ziet men aanvankelijk veelal adellijke families optreden. De landpacht-inkomsten worden gebruikt om met watermolens allerlei benodigde producten (papiermolen) of diensten (houtzagerij) te produceren. De gemechaniseerde papierfabricage ontstaat in het midden van de 19de eeuw met de komst van de stoommachine, wanneer massale volumes nodig zijn, om aan de sterk groeiende vraag naar vele papiersoorten (fijn papier) te voldoen (o.a. Van Gelder Papier, Parenco). Op de Veluwe is men gespecialiseerd in het segment golfkarton (grof papier) voor de verpakkingsindustrie (o.a. Coldenhove, SCA Packaging De Hoop, Smurfit Kappa De Zeeuw en Mayr-Melnhof). Het zijn met name de kleine goedlopende specialisatiefabrieken, die continue produceren tegen een redelijke prijs, die succesvol zijn. In de gelieerde transportsector, is de scheepvaart beetje bij beetje, geheel vervangen. Eerst door de spoorwegen, later door het wegvervoer.
De trein levert af en aan bij de fabrieken De Hoop en De Zeeuw
© 2019 Frederik N. Heinsius