Gelderse boerderij

Bij de Gelderse boerderij wordt meestal het Betuwe type genoemd waarbij het hallenhuis een goedkope uitbouw had. Dit maakte de historische boerderij eenvoudiger en beter. Ook de T-boerderij is veel besproken, hierbij is een hoofdwoning op de kopse kant van het hallenhuis aangebouwd. Het goedkopere type is aan de voorkant veelal te herkennen aan de opbouw in hout. Al met al kon zo een aanzienlijke besparing op de materialen bereikt worden. De Gelderse boer is over het geheel beschouwd een armzalige keuterboer met weinig vee en zeker geen grootvee, waarbij de neveninkomsten vooral gerealiseerd moeten worden uit de jacht of houtwinning in de bossen met daarbij veelal nog een baan. In het Nationale Nederlandse Openluchtmuseum bij Arnhem worden allerlei onteigende Gelderse boerderijen en erfstukken bewaard.

Het Gelderse boerderijtype

© 2019 Frederik N. Heinsius