Gelderse adel

Adel speelt van oudsher een merkwaardige rol in Gelderland. Zo heeft men wel de lokale bewering dat Karel de Grote in Nijmegen zou wonen alsmede dat Karel de Vijfde wel juist in Arnhem resideerde. Ook heeft de familie Van Nassau banden met Arnhem en vormt juist 't Loo in Apeldoorn de pretentieuze hoofdmoot van een ongeboren aanwezigheid van een kleine groep Duitse, krampachtige, en ongelukkige, adellijke bestuurders. Verder heeft Gelderland tal van lokale vechtjassen die het grootgrondbezit uitoefenen 'met de fakkel' zoals de Van Bronckhorsten en de Van Heeckerens. Waren vele Gelderse edelen in het verleden echt stinkend rijk, vandaag de dag is vooral sprake van een klasse, wiens inkomsten uitgekleed zijn. De wanbetalende pachtboer krijgt veelal steun van het pachtkantoor. Men is reeds uitgestorven of heeft anders - een eeuw lang nu - grote moeite om de pachtinkomsten van vroeger te evenaren en alle losse eindjes aan elkaar te knopen. Waar het rendement in het verleden centraal stond en de pachtonderhandelingen tot de core business van de edelman behoorde, is het een groot raadsel, waar edelen vandaag de dag van leven. Landbouw en veeteelt vormt waarschijnlijk zo'n 15% van het normale basisinkomen. Voor het overige is men aangewezen op steun in de vorm van subsidies. En dan is er vermoedelijk nog een groot exploitatietekort. Vele edelen vinden daarom een laatste strohalm bij Vereniging Natuurmonumenten. Dit betekent dat de leden van Natuurmonumenten het adellijk erfgoed wel erg gemakkelijk verwerven. Natuurmonumenten ziet haar adellijk landbezit langzaamaan oplopen.

Gelderse edelen poseren

© 2019 Frederik N. Heinsius