Gelderland heeft in Nijmegen bij museum Valkhof een monument waar een onbekende ruiter is geëerd. Men neemt aan dat het hier om een Bataaf zou gaan, maar dat roept vraagtekens op. Waarom ruiters? Bataven zullen zich, gelet op hun cultuur in de naslagwerken, eigenlijk vooral als boogschutters of zwemmers afbeelden. Kaninefaten zullen zich, vooral verheffen en op het schild tillen. De vraag blijft hier dus, wie is dit wel? De geschiedschrijvers melden dat paarden meevaren aan boord van de schepen. Dat kan alleen als het om een relatief kleine schofthoogte zou gaan, zoiets als een lichte Shetlander. Het beeld heeft het dier, het edele paard, hoog staan. Bataven zijn heel bijdehand en leren zwemmen op boomstronken, waar al hun tegenstanders verdrinken. Verhalen over paarden gaan meestal over ruiters of ridders bij de Kaninefaten in het cohort van Drusus. De twee paarden heeft men in de Romeinse tijd wel op de zogeheten strijdwagen. In de Germaanse sagen is dat meestal Donar die op zijn strijdkaros in de wolken de macht heeft over de donder en bliksem. De plaat mag men derhalve ook wel aanmerken als de strijdbare ruiter. De uiting roept derhalve de associatie op met het woord Battle en Bataille. Het opklimmende, opstaande dier suggereert, als we dan nog verder doordenken, dat we hier bij het hoger gelegen land arriveren, in Germania Superior. Na het laagland Nederland of Germania Inferior in het hoogland.
Een ruiter met twee paarden
© 2019 Frederik Heinsius