Johan Pontanus

Johan Isacius Pontanus (1571-1639) werd geboren aan boord van een pont in de Sont, wat hem in feite de achternaam Van de Pont opleverde. Werd door de Staten van Gelderland officieel aangesteld in 1626 als publiek geschiedschrijver van Gelre. Zoals Friesland de beroemde geleerde Winsemius had, verkoos Gelderland Pontanus voor dit uiterst gevoelige ambt. In Historie over Doesburg is Pontanus’ werk wel de Fakkel der Geldersche geschiedenissen genoemd, naar het vuile huurvolk dat Grote Pier in Gelre inhuurde (i.e. de Gelderse Friezen). Dat Pontanus geboren is op een veerpont in de Sont tussen Denemarken en Zweden, betekent dat hij als buitengaats boreling reeds een 'Hanzeatische' achtergrond verwierf. Dat vond men veiliger voor dit linke aanstellingszaakje. Men zou hem nooit een rechtszaak aandoen, want wien klaag je in het internationale rechtsgebied aan? Studeerde medicijnen in Franeker (1589) en verkreeg in 1606 een aanstelling in Harderwijk als hoogleraar Physica en Mathesis. Huwde in mei 1606 te Amsterdam als 'professor der academie tot Harderwijk' met Anneken van den Heede. Schreef in 1611 een geschiedenis van Amsterdam getiteld: Rerum et urbis Amstelodamensium historia. De Staten van Gelderland gelastten hem in 1621, per resolutie van 15 mei, om de roerige geschiedenis van het Gelderse gewest vast te leggen. Zijn hoofdwerk uit 1639 verscheen in Harderwijk: Historiæ Gelricæ. Deducta omnia ad ea usgve tempora nostra, quibus firmata sub ordinibus respublica. Postuum, in 1641, werd dit werk, n.b. 300 pagina's uitgebreider!, opnieuw uitgegeven in Arnhem: XIV Boeken van de Geldersse geschiedenissen vanaf 't begin, bijeengezet door de geschiedschrijver Arend van Slichtenhorst. Het werk heeft genealogische fragmenten (p.87-203-416-797), kaartjes van de kernregio’s volgens de techniek van Blaeu (1661) en is gerangschikt naar machthebber, veelal een Reinaldus met volgnummer. Van Pontanus is verder een historische discussie bewaard van het Zeerecht, over het Volk aan Zee (i.e. internationaal recht). Men typeert hem wel als een vernieuwer die zich naast historische verhalen ook baseerde op antiquariaten. Men dient te bedenken dat hij worstelde met de kersverse republiek en dat hij vooral concurreerde met andere historieschrijvers. De auteur zou in 1626 een gunstig aanbod tot hoogleraar Grieks en Geschiedenis aan de academie van Groningen hebben afgeslagen, omdat hij niets wilde weten van Ubbo Emmius. Pontanus zou hem te rechtlijnig vinden. Propageerde verder uiteraard dat de Bataven in Gelderland thuishoren. Bij zijn werk behoren brieven aan vriend Buchelius (geschiedschrijver Utrecht) en studievriend Arcerius (theologie Franeker). Was ook bevriend met de Zweeds-Deense astronoom Tycho Brahe. Paulus Merula is soms genoemd als zijn ambtelijke geschiedschrijver-voorganger. Merula is echter alleen druk geweest met juridisch materiaal. Pontanus moet rond 1639 overleden zijn op 68-jarige leeftijd. Genoemd is de exacte datum van 7 oktober 1640. Men mag Johan Pontanus derhalve kenmerken als een ietwat flauwe, gekunstelde en politieke geschiedschrijver, van een grauw volk.

Prof. Johan Pontanus

© 2019 Frederik N. Heinsius