Bijbelvertaling

Twee gebochelde predikanten uit Zutphen, Damman en Baudartius, evenals Thysius, speelden een getergde rol bij de Synode van Dordrecht; de schrikkelijk langdurige kerkvergadering in de jaren 1618 en 1619, bestaande uit 180 zittingen, om overeenstemming te bereiken over de oeverloze heikele discussiepunten om de Statenbijbel in gedienstig en fatsoenlijk Nederlands te vertalen. Protestanten werden gaandeweg verdeeld in Remonstranten (leer Erasmus) en Contra-Remonstranten (leer Calvijn). Sebastiaan Damman was voorzitter aldaar in Dordrecht, en Wilhelmus Baudartius vertaalde 6 jaren lang alle translatie-teksten. De geleerde Anthonius Thysius was namens de provincie Gelderland officieel revisor of controleur. Thysius had het gewest eerder geadviseerd over ingewikkelde en gevoelige disputen. De Leer van God was in die tijd allesbepalend. Baudartius, een vluchteling uit Gent, was na de komst van de Hertog van Parma, onmiddellijk naar Sandwich, in Engeland, gevlucht. Eerstgenoemde was al in de eerste dagen naar de mallemoer geholpen. Damman bracht maar liefst één jaar door in Spaanse gevangenschap. De heren waren bij de lokale gemeenschap, echter, toch zeer geliefd. De school in Zutphen draagt de naam van Baudartius. De Generale Staten gelastten een nieuwe bijbelvertaling op initiatief van de Synode van Dordrecht. Daarbij vervulde Daniël Heinsius de rol van secretaris-politiek, een diplomatiek ambt om de voortdurende strubbelingen vlot te trekken. Deze Statenvertaling kwam gereed in 1637 vanuit de oorspronkelijke, Hebreeuwse, Aramese en Griekse teksten, en is voorafgegaan door een bijbelvertaling van Erasmus (1516) en Liesveld (1526).

 Synode Dordrecht 1618-1619

© 2019 Frederik N. Heinsius