Hertogdom Gelre

De geschiedenis van Gelderland heeft een belangrijk keerpunt in het jaar 1579 wanneer de Unie van Utrecht ondertekend is. Het vormt een vervolg op het tractaat van Gent. De verschillende gewesten nemen deel aan de verdragsteksten en maken met elkaar afspraken over vrijheid van godsdienst voor protestanten, minder belastingen en betere defensie. Geldre, Zutphen, Nijmegen en Arnhem sluiten zich aan bij de protestanten en hun opstand tegen Philips, koning van Castilliën, door zaken te doen met diens halfbroers de hertog Johan van Oostenrijk, en de aartshertog Matthias van Oostenrijk. In feite is de bourgeoisie zo machtig geworden dat men de nieuwe gezagverliezende vorst, Philips, niet langer accepteert, en afzet. Het moment komt tien jaar na de eerste ophanging van onteigende en protesterende edelen door zijn rechterhand de hertog van Alva. De Unie is al snel opgevolgd in 1581 door het Placcaat van Verlatinge, waarin men helemaal stopt met onderhandelen. Tot 1579 was Gelderland echter een continue slagveld na oneindige heertochten en krijgsdiensten eeuw na eeuw, jaar na jaar. Men steunde de bisschop, de geestelijke gezagdrager, met groot respect en diep ontzag. Deze religieuze generaal of regent had er een dagtaak aan om alle strijdende partijen te controleren. De eigenaar van de grond heeft een vaste generaal in dienst, zijnde die hertog, de hemelse adellijke veldheer, kortweg krijgsheer. Ondertussen is de graaf de andere 'lastige' partij voor de mensen. Deze is voordurend op jacht naar de pacht. De boeren zijn er heel erg druk mee. Na de ondertekening van de Unie heeft elk gewest een eigen generaal. Gelderland krijgt dan mogelijk Jan van Nassau. Het leger begint nu echt vaste vormen te krijgen.

De krijgsman

© 2019 Frederik N. Heinsius