Rapture Betekenis

Belgische Christadelphians

Betekenis van Rapture

Wat betekent”Rapture” of “vervoering”?

English version: Chapter 1: Rapture what does it mean.

Die in Christus sterven - “13 Bovendien broeders, wij willen niet dat u onwetend bent betreft diegenen die slapen [in de dood]. Dat u niet volhardt in het treuren als iedereen anders doet die zonder hoop is. 14 Voor indien ons oordeel is dat Jezus stierf en opnieuw opsteeg, slechts zo, ook, diegenen die in slaap zijn gevallen geloven in Jezus, zal De God samenbrengen (laten samen bijeenkomen en leiden) tot Jezus. 15 Waarvoor wij u allen vertellen dit volgens de eigen belofte van de Meester, dat wij de levenden die nog steeds zullen zijn bij de Terugkeer van de Meester zullen niet vooruit gaan ten opzichte van diegenen die in slaap gevallen zijn [in dood]. 16 Omdat de Meester zelf naar beneden van de Hemel zal komen met een bevelende kreet – met de stem van de Aartsengel en met de trompet van God–en de doden in unie met Christus zullen eerst worden herrezen. 17 Nadien, wij de levenden die nog steeds in de buurt zullen zijn, zullen alle samen met hen op hetzelfde moment, ‘raptured ‘ of samengebracht in wolken worden tot een bijeenkomst of een naar een ontmoet met de Meester in de lucht. En zodat wij altijd samen met de Meester zullen blijven". (Paulus 1° brief aan de inwoners van Thessalonica 4:13-17 MHM in vertaling van M. Ampe)[1]

“deinde nos qui vivimus qui relinquimur simul rapiemur cum illis in nubibus obviam Domino in aera et sic semper cum Domino erimus” (1Th 4:17 VULGATE)

In Engelse Bijbels vinden wij de vertaling voor « rapture »:

Rapt: Etheridge

Caught up: ABU, ACV, AKJV, AMP, ASV, AV, BWE, Cath.Seredipity B, CAB., CENT, CJB, Common, Darby, Diaglot, EMTV, ERRB, ERV, Evid, GSNT, HCSB, HNV, IAV, ISV, JB2000, JSV, KJ21, Lamsa, Lit, LITV, MKJV, Mont, MRC, Murdoch, NAB, NASB, NET, NHEBJ, NiRV, NIV, NLT, Noyes, NSB, RNKJV, RSV, Rev.Mur., RWebster, RWP, Ryrie Stu.B., Sawyer, TCNT, TNIV, TRC, Twenty, Tyndale, UKJV, WEB, Webster, WORNT, Worrell Rev&Tr, Worsley

Caught away: Rotherham, Synaitic

Gathered up: GNB, NCV, the Script.1998,

Snatched away: CEV, CLV

snatched up: Orth.JBC, Wyc

be seized and snatched away (carried off by force): JMNT

Taken up: BBE, Douay, GWV, LO, CPDV

Swept up: Phil2007, Philips,

To meet: ECB, Amp, ESV, ABU

Seized … for meeting: ABP

Ascend (together) to meet: PNT

Conveyed together: Mace

In de Nederlandstalige Bijbels vinden wij “rapture” weergegeven als:

Wegvoeren: WV78, WV95, Af83, Afr53, Canis, GNB, LEI, NB, NBG51, NBV

Opgenomen worden: Boek, Palm, STV, Telos, Voorh, Peshitta

Wegnemen: HSVNTPS

Weggerukt worden: LU, LUNT04, NLB, Voorh

Opgevoerd worden: Vissering

Mensen praten er meer en meer over. Het wordt een veel besproken onderwerp op televisie of op de radio. Geestelijke leiders preken daarvan. Het is een favoriet gespreksonderwerp van diegenen die de Heilige Bijbel lezen. De toename van de Pinksterbeweging brengt dit woord dat wij in onze eigen Nederlandse taal in de Bijbel vertalingen niet kunnen vinden[2]. Geen huidig onderwerp heeft zo veel verwarring, ongerustheid, paniek veroorzaakt en zelfs hysterie zoals de “rapture” of “wegvoering” of “vervoering” - behalve vermoedelijk de Tweede Komst of Terugkomst van Christus. Waarom? Omdat mensen de gebeurtenis naar het einde van de wereld betrekken.

De doctrine van “De Vervoering” of “Wegvoering” wordt onderricht in de christenheid en wij ontvangen vele verzoeken voor meer uitleg hierover. Gebaseerd op de verklaring van de apostel Paulus als geschetste in zijn 1° brief aan de Thessalonicenzen hoofdstuk 4, interpreteert het letterlijk de verklaring "wij zullen weg in de wolken worden gevangen om de Heer in de lucht te ontmoeten".

De Vervoeringstheologie werd vermoedelijk door de 19 de eeuwpredikant John Nelson Darby die 1 Thessalonicenzen 4:13-18 in het Nieuwe Testament van de Bijbel interpreteerde zoals huidige toekomst gelovigen in Jezus Christus plotselinge wegname voor de gebeurtenissen van de oorlog van Armageddon en de weghaling die het Duizendjarige Koninkrijk zou inluiden[3]. Zijn ideeën werden uitgevoerd naar Amerika, ontwikkeld in de Scofield Referentie Bijbel, zeer door de Pinkstergemeenten gesteund en verspreid door deze Kerk Beweging over de wereld.

Onder vele christenen die zeggen dat zij opnieuw geboren zijn wordt het woord “rapture” dat "vervoering" of “wegvoering” kan betekenen, zoals een speciale aanwijzing aangaande de eindtijden gebruikt. Volgens hen is de “Vervoering” een gebeurtenis wanneer Christenen van speciale verdienste zullen worden opgenomen of plotseling van hun huizen, hun auto's, zelfs van hun passagiersstoelen op lijnvliegtuigen in de lucht zullen worden opgeheven om Christus in de lucht te ontmoeten. Voor hen zal Jezus terugkeren om iedereen te slachten die geen opnieuw geborene christen is[4].

Evangelischen denken dat zij zullen kunnen ontsnappen aan een beproeving van 7 jaren waar tijdens de antichrist als opperste heerst. Het boek van Lindsey "De Late Geweldige Planeet Aarde" zegt het als volgt: "Het Woord van God vertelt ons dat er een generatie van gelovigen zal zijn die nooit dood zullen kennen. Deze gelovigen zullen van de aarde verwijderd worden voor de Geweldige Beproeving. . , "[5] " Ooit, een dag die God enkel weet, komt Jezus Christus alle diegenen weg halen die in Hem geloven. Hij komt om alle ware gelovigen in de lucht te ontmoeten. . . Het zal het levende einde zijn. De ultieme reis. . . De grote vraag is wil u zijn hier tijdens de zeven jaar aftelprocedure? Zult u hier tijdens de tijd van Beproeving zijn wanneer de Antichrist en de Valse Profeet voor een tijdje aan de macht zullen zijn"?[6]

Een hartstochtelijke ervaring wordt er voorgesteld! Het vereist kleine vooruitziendheid te zien dat wanneer Christus “terugkeert naar de Berg van Olijven om de naties met een staaf van ijzer te regeren" (Openbaring 2:27)[7] en " en om alle andere koninkrijken in stukken te breken en te vernietigen" (Daniel 2:44)[8] dat hij zal worden afgekeurd door miljoenen die nu verklaren hem te volgen. De vele activiteiten geprofeteerd over Christus worden door bepaalde protestanten en Evangelische kerken toegeschreven aan de Duivel of Antichrist. Verder wanneer de vervoering naar de hemel van de nieuwgeboren Christenen niet gebeurt (aangezien het in de Bijbel niet is onderricht) zullen die de ultieme reis verwachten vóór de terugkeer van Christus naar de aarde hem zoals een bedrieger afkeuren[9]. Maar wanneer u "de vervoering" precies zoals een bijeenkomst van alle neemt of slechts van zekere mensen dan moeten wij kijken hoe Jezus die mensen samen gaat brengen en wanneer.

Er zijn diegenen die denken dat de meesten van de mensheid zullen worden achter gelaten, inclusief die Christenen wiens geloof versterking vereist waartoe zij dan de kans zullen krijgen om gevormd te worden of om hen voor te bereiden tijdens een tijd van moeilijkheden[10]. Voor hen zal de Vervoering geweldige verwarring en chaos veroorzaken. Een tijd van beproeving zal beginnen, de wereld een gemakkelijke keuze makend voor de aankomst van een charismatische redder die alle beste wegen, financiële middelen en macht lijkt te hebben om dingen juist opnieuw te maken[11]. In die groep zijn er verschillen van mening of de vervoering slechts zal komen juist voor de beproeving begint, tijdens de regeringsperiode van het zeven jaar bewind van de Antichrist, of aan het einde van de tijd van beproeving. Volgens Premillennialisten zullen de zeven jaren voor de aankomst van Jezus worden gemarkeerd door de Vervoering (de redding van de levende "heiligen" door de Heer), oorlog, ziekte, hongersnood en de komst van de Antichrist of de door Satan gezonden vijand[12].

Anderen nemen het dat de vervoering bij de Tweede komst van Christus, na de tijd van beproeving zal plaatsvinden en worden algemeen Postmillennialists genoemd.

Sommige Christadelphians geloven dat Jezus opgestegen is naar God tussen het zien van Maria na zijn verrijzenis en het zien van Thomas. Zoals wanneer hij Maria zag hij heeft gezegd: „ raak me niet aan; want ik ben nog niet opgestegen naar mijn Vader: maar ga naar mijn broeders, en zeg tegen hen, ik stijg op tot mijn Vader, en uw vader; en mijn God, en uw God.„ Maar toen hij Thomas enige tijd later zag vroeg hij hem toen om hem toch aan te raken zodat hij zou kunnen geloven. Vandaar, zou een andere mogelijke betekenis om 17 te verklaren kunnen zijn dat wij eveneens moeten gaan `stijgen' tot de Vader om zo „dit vergankelijk corrumpeerbaar lichaam tot onbederfelijkheid om te zetten”.[13]

Maar er is ook een groep Christenen die de vervoering als het opnemen van de ziel in hemel beschouwen telkens als een Christen sterft. Zij geloven dat lichaam en ziel twee verschillende dingen zijn, en dat als wij sterven het lichaam dood gaat maar de ziel dan zal in hemel worden opgenomen door Jezus.

Naast dezen hebben wij ook een groep mensen preterists genoemd die claimen dat het Boek van de Revelatie of Openbaring van Johannes grotendeels werd vervuld tegen 70 GT en dat er helemaal geen vervoering is, of anderen die het ermee eens zouden zijn dat Jezus zal terugkeren en alle mensen zal verzamelen om hen te beoordelen.

Hoewel niet alle Christenen het scenario van de Vervoering goedkeuren, vinden vele Christenen en niet-christenen de constructie intrigerend en lezen de boeken in de „Achtergelaten“ reeks (“Left Behind” series) als spannende wetenschapsfictie. Tegen 2004, hadden de eerste zes volumes in de reeks gebaseerd op de gebeurtenissen van de Vervoering door de fundamentalistische minister Tim LaHaye en professionele schrijver Jerry Jenkins meer dan 60 miljoen exemplaren[14]. Nummer zeven in de reeks van de geplande 12 volumes, Indwelling (2000), had een eerste drukoplage van twee miljoen en verscheen op de bestsellerlijsten een paar dagen na zijn publicatie. Bovendien heeft een bijkomende „Achtergelaten“ reeks (“Left Behind” series) voor kinderen drie miljoen exemplaren verkocht, en werden in totaal, meer dan 18 miljoen diverse producten met betrekking tot de reeks gekocht[15].

In de 1980 Ecyclopaedia Britannica wordt het woord “rapture” of `vervoering' nog niet opgenomen als onderwerp om een artikel over te hebben. Het begeleidende Webster woordenboek[16] verklaart het o.a. als: De handeling van het grijpen en het weg dragen met kracht: gedwongen gevangenneming: abductie; verkrachting. De handeling van het dragen of van het meegedragen worden: kracht van voortgaande beweging.

Op de derde plaats komt het vervoeren van een persoon naar de hemel; Christus‘omhoog heffen van zijn ware kerk en haar leden tot een ruimte boven de aarde waar het gehele bedrijf hemelse zegening met zijn Heer zal genieten.

De staat van te worden uitgevoerd van uit zich zelf: geestelijke of emotionele ecstasy: bezitname door een overweldigende emotie {als vreugde, liefde}; een ervaring van deze soort.

Het geavanceerde Woordenboek van de Leerling van het Huidige Engels, Tweede Uitgave van de Universitaire Pers van Oxford geeft: Staat van het rapt zijn; extatische verrukking: het staren met.[17]

Het Oxford Engelse Woordenboek (Oxford English Dictionary) verstrekt twee pagina’s beschrijving met de geschiedenis van gebruik van het woord in het Engels. Van de 17de eeuw af, wordt het woord geattesteerd als “rapture” of “vervoering” met gelijkaardige betekenissen aan de oudere vorm rapt. De OED verstrekt de etymologie als van het Latijnse rapere: ‘om te grijpen’, vooral ‘ontvoeren’; het vergelijkt de woorden ‘vangen’ en ‘vervoering’.

(The Rapture) of (de Vervoering) (volgens sommige millenarian leerstellingen) het vervoeren van gelovigen tot in de hemel bij de tweede komst van Christus. • v. [tr.] (usu. be raptured) (volgens sommig millenarian onderwijs) vervoer en van (een gelovige) van de aarde naar de hemel bij de tweede komst van Christus.[18]

De Encarta geeft[19]:

rapture [ rápchər ] zelfstandig naamwoord

Definitie:

1. overweldigend geluk: een euforische transcendente staat waarin iemand door geluk of verrukking en onbewust van iets anders wordt overweldigd

2. christendom mystiek vervoer: een mystieke ervaring waarin iemand gelooft dat hij of zij in het geestelijke koninkrijk wordt vervoerd, dat soms op de tweede komst van Jezus Christus wordt toegepast, wanneer verwacht wordt dat ware gelovigen zouden omhoog rijzen om zich aan bij hem aan te sluiten in de hemel.

De Definitie van de het zelfstandige naamwoord vervoering in het meervoud (raptures): staat van groot geluk of enthousiasme: een staat van groot geluk of enthousiasme voor iets, of woorden en gebaren die dit uitdrukken

”went into raptures about the meal they'd had” “gingen in vervoeringen over de maaltijd die zij hadden gehad”

[Laat 16de eeuw. Direct of via het Frans< middeleeuwse Latijnse raptura „beslaglegging“ < Latijnse raptus (zierapt)]

rapturous [ rápchərəss ] adjectief

Synoniemen: bliss, ecstasy, euphoria, delight, joy, heaven, elation = Zaligheid, extase, euforie, genot, vreugde, hemel, opgetogenheid

De Conservapedia schrijft dat rapture " Een staat van meegesleurd/meegesleept te zijn door overweldigende emotie” is. [20]

Robertson’s New Testament Word Pictures geeft: Shall be caught up (arpaghsomeya) = zal worden ingehaald, ingelopen. Second future passive indicative of arpazw, old verb to seize, to carry off like Latin rapio = Tweede toekomstige passieve indicatief van arpazw, oud werkwoord ‘te grijpen’, ‘om weg te voeren/ te dragen’ als Latijnse rapio.

In de Nederlandse taal is het woord niet in algemeen gebruik en is het in het woordenboek van 2010 nog niet opgenomen. Alsook voor de vertaling van het Engels in de evangelische versie is het zelfs nog niet opgenomen meest recente Van Dale Groot Woordenboek Engels-Nederlands. De 2008 versie geeft: “vervoering” voor het zelfstandige naamwoord, “verrukking” {‘bliss’} en extase {‘ecstasy'}. Als tweede mogelijkheid geeft het het werkwoord “wegvoering” {vooral naar de hemel} {`wegvoeren' = meesleept/wegvoeren voor een verwonde persoon: “carry away/off; for an injured person: ‘to be sped off’} of „het vervoeren van een persoon van één plaats naar een andere“ {“transporting of a person from one place to another”}[21]. Voor raptured geeft het `verrukt' {‘delighted (with)’} of `in extase'. {in ecstasy; in ecstase gaan; vervoeringen; extatisch (zijn) .{in ecstasy; go in ecstasies; raptures; (be) ecstatic about}}. Omdat het woord “rapture” niet in het Nederlands bestaat, gebruiken bepaalde Christelijke gelovigen, hoofdzakelijk mensen van de Pinksterbeweging, het Engelse woord om dan een situatie aan te duiden die volgens hun denken zal gebeuren voor alle gelovigen (voor hen namelijk de ‘nieuwgeborenen’).

Wanneer wij naar “rapture” kijken komend uit het Latijnse woord `rapere' (van 1594) kunnen wij benieuwd zijn of de eigentijdse betekenis die in bepaalde evangelische benamingen wordt gegeven de juiste zou zijn. Wij nemen het dat de “rapture” de vervoering betekent of het grijpen, vooral ontvoeren; om de achterstand in te lopen, of om weg te rukken, of (weg) te nemen, en rapio `', wat „inhalen“ betekent[22]. Het Griekse woord "harpazo" vertaald als „opgenomen in; betrokken zijn bij; in beslag genomen zijn bij; verdiept zijn in; verzonken zijn in; geheel in beslag genomen zijn door “ geeft op zichzelf geen richting aanduiding (noch naar boven of naar onder). Het betekent eenvoudig, "to snatch away" of “to carry off “[23] „wegrukken“ of “wegvoeren”. In de meeste woordenboeken vinden wij dat “rapture” heeft iets te maken met snelheid of geweld van één of andere. Het gebeurt plotseling.

Het gebruik kan men geïllustreerd vinden in de volgende referenties waar het zelfde werkwoord “raptur” voorkomt:

a) Het wordt gebruikt voor Fillipus toen hij weggenomen werd naar Azotus: "The spirit of the Lord caught away Philip." (Acts 8:39): “Toen zij in het water gekomen waren, rukte de Geest des Heren Filippus weg; de eunuch zag hem niet meer en zette vol blijdschap zijn reis voort.” (Hnd 8:39 WV78).

b) het vertolkt vangen, roven, grijpen, pakken, maar wordt in sommige Nederlandse Bijbels vertaald als aanvallen en overvallen /It is rendered "catch": "The wolf catcheth them, and scattereth the sheep." (John 10:12). “Maar de huurling, die geen herder is en geen eigenaar van de schapen, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht weg; de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen.” (Joh 10:12 WV78) vangen (Af84, Afr 53), pakken (Boek), roven (Canis, GNB, Lei, NBG 51, Palm, Telos, Vissering, Voorh), grijpen (HSVNTPS, NB, NLB, STV), aanvallen (NBV), overvallen (WV95)

c) plukken, roven, wegroven, weggrijpen, rukken, ontrukken, / "pluck": "No man is able to pluck them out of my Father’s hand." (John 10:29). “Mijn Vader immers, die ze Mij gegeven heeft, is groter dan allen; en niemand kan iets uit de hand van mijn Vader roven.” (Joh 10:29 WV78), plukken, rukken (Af83, Afr 53, HSVNTPS, Lu, LuNT04, NLB, Palm, STV, Telos, Vissering), ontrukken (Lei, WV95), wegroven (Boek), roven (Canis, GNB, NBG51, NBV), weggrijpen (NB)

d)trekken, uittrekken, uitrukken, ontrukken, (uitredden), verscheuren, uit mekaar trekken, uit elkaar trekken/scheuren / "pull" “And others save with fear, pulling [them] out of the fire; hating even the garment spotted by the flesh.” (Jude 1:23 AV) “And when there arose a great dissension, the chief captain, fearing lest Paul should have been pulled in pieces of them, commanded the soldiers to go down, and to take him by force from among them, and to bring [him] into the castle.” (Ac 23:10 AV) “en tracht ze te redden door hen aan het vuur te ontrukken. Bij anderen evenwel moet uw medelijden gemengd zijn met vrees, en met afschuw zelfs voor hun door de zonde bezoedeld kleed.” (Jds 1:23 WV78), uittrekken, uitrukken (Af83, Afr 53, Canis, HSVNTPS, Lu, LuNT04, NB, NBG51, NLB, Palm, Telos, Vissering), ontrukken (GNB, NBV, WV95) , uitgrijpen (STV) uitredden (Boek), uittrekken (LEI); “Daar de onenigheid nog erger werd en de bevelhebber begon te vrezen dat zij Paulus zouden verscheuren, gelastte hij de soldaten naar beneden te komen om hem haastig uit hun midden weg te halen en naar de kazerne te brengen.” (Hnd 23:10 WV78),(Afr53, Canis, GNB, HSVNTPS, Lu, LUNT04, NB, NBG51, NBV, NLB, Palm , STV, Telos, Vissering, voorh), scheuren (Boek, LEI), uit mekaar scheuren (Af83), uittrekken (WV95)

e)nemen, grijpen, wegnemen, wegrukken, buitmaken, in de greep krijgen, tot zich trekken, beslag op leggen, geweldigerhand wegnemen, roven, meevoeren, komen met geweld, dwingen mee te gaan, met geweld meenemen / "take" “And from the days of John the Baptist until now the kingdom of heaven suffereth violence, and the violent take it by force. {suffereth…: or, is gotten by force, and they that thrust men}” (Mt 11:12 AV) “When Jesus therefore perceived that they would come and take him by force, to make him a king, he departed again into a mountain himself alone.” (Joh 6:15 AV); “Van de dagen van Johannes de Doper tot nu toe breekt het Rijk der hemelen zich met geweld baan en geweldenaars maken het buit.” (Mt 11:12 WV78), grijpen (Afr53, HSVNTPS, LEI, NB), nemen (STV), in bezit krijgen (Af83), wegnemen (Canis), wegrukken (Telos, Voorh),, in de greep krijgen (GNB), tot zich trekken (LU, LUNT04, NLB), beslag op leggen (NBV), geweldigerhand wegnemen (Palm), roven (Vissering), ondr de voet lopen (WV95); “Daar Jezus begreep, dat zij zich van Hem meester wilden maken om Hem mee te voeren en tot koning uit te roepen, trok Hij zich weer in het gebergte terug, geheel alleen.” (Joh 6:15 WV78), (Canis, Lu, LUNT04, NBG51, NLB, vissering), met geweld wegvoeren (Telos, voorh), komen met geweld (Af83, Afr53), dwingen mee te gaan (GNB, NBV), met geweld meenemen (HSVNTPS, WV95), met geweld nemen (STV), geweld aan hem plegen (Palm)

Raptus is de vertaling van Jerome van het Koine Griekse woord harpazo, wat uit het Engels vertaald„de achterstand ingelopen“, “opgenomen in”, “in beslag genomen” of „weggehaald“ betekent. ἁρπάζω harpazō van een derivaat van aireomai, - oumai, - hsomai, aor. eilomhn, particip. Elomenov, wordt slechts gebruikt in 1 Thessalonicenzen 4:17 en Handelingen der Aopostelen 8:38. In Handelingen 8:38 beschrijft ἁρπάζω harpazō het plotseling vervoeren van Filippus van Gaza naar Azotus.

In de Latijnse vertaling Vulgate door Hiëronimus vinden wij:

“deinde nos qui vivimus qui relinquimur simul rapiemur cum illis in nubibus obviam Domino in aera et sic semper cum Domino erimus” (1Th 4:17 VULGATE)

“et iussit stare currum et descenderunt uterque in aquam Philippus et eunuchus et baptizavit eum” (Ac 8:38 VULGATE)

De Griekse Woordenboeken geven voor dit woord ‘rapture’:

to seize, carry off by force {grijpen, met geweld wegnemen}

to seize on, claim for one’s self eagerly { beslag leggen op}

to snatch out or away { snel grijpen en meenemen}

Harting geeft aan: arpazw, -asw (bij de Griekse schrijvers ook arpazw), aor. 1. pass. hrpasyhn, aor. 2. pass. hrpaghn, fut. 2. pass. arpaghsomai, van het volgende woord, met geweld wegvoeren, wegrukken, roven, (in:Mt 11:12 13:19 Joh 10:12), ek thv ceirov tinov, (in: Joh 10:28,29); ook zonder boos opzet, slechts met aanwending van overmacht, (in:Joh 6:15 Ac 8:39 23:10 Jude 1:23 Re 12:5); van een weg- of opvoeren door zinsverrukking, (in:2Co 12:2,4); ook tot aanduiding van iets, dat plotseling en met verrassende snelheid geschiedt, als (in: 1Th 4:17).

De Common Greek Dutch Dictionary duidt ook aan dat het betekend “wegnemen” of “op nemen met ‘zinsverrukking’” intenties, verrukking[24], ‘een vervoering’[25] met een verrassende snelheid.[26]

Het Grieks-Nederlands Lexicon geeft: 1) grijpen, met geweld wegnemen; 2) beslag leggen op; 3) snel grijpen en meenemen.

Diegenen die rapture of ‘vervoering’ definiëren als „het opliften door de macht van een hogere aard, van datgene dat volgens die aard is dan dat boven die aard is “of “het opnemen van gelovigen uit de dood in de hemel”, nemen vrijheid van denken door die verzen aldus te lezen. Dionysius zegt (Afd. Nom. viii) dat “Gods rechtvaardigheid wordt gezien in dit dat Hij alle dingen volgens hun wijze en waardigheid behandelt.“ Maar het is niet overeenkomstig menselijke wijze en waarde dat hij wordt opgeheven boven wat hij volgens de natuur is. Daarom zou het schijnen dat de menselijke ziel niet wordt weggevoerd tot goddelijke dingen[27]. God heerst niet over ons of beslist niet over ons door geweld of kracht, zoals Damascene zegt [DE Fide Orth. ii, 30]. Daarom zou de menselijke ziel niet meegesleept worden naar goddelijke dingen op dergelijke manier.

Het Grieks heeft geen welomlijnde artikel, en de uitdrukking kan gelezen worden(zoals het in de Diaglott voorkomt): „in wolken,“ namelijk in groepen, gemeenschappen of bedrijven. De uitdrukking „wolk van getuigen“ in Hebreeërs 12:1[28] verstrekt de achtergrond van de gedachte. De heiligen zullen aan de oordeelzetel in groepen worden vervoerd, waarschijnlijk op gelijkaardige wijze als Fillipus naar Azotus werd genomen: door de macht van de God.

Wij kunnen naar de “rapture” of de „Vervoering“ kijken gelijk het gaat gebeuren bij de verrijzenis dichtbij het eind van de laatste ellende periode gaat gebeuren:

1 Thessalonicenzen 4:13 – 18: wij die in leven zijn en blijven zullen worden ingehaald.

2 Thessalonicenzen 2:1 – 8: Apostasy en het eerste openbaren van de antichrist gaan vervoering vooraf.

1 Korintiërs 15:51 – 52: zullen wij niet allen sterven, maar wij allen zullen veranderd worden. Mattheüs 24:36 – 41:Sommigen zullen ontsnappen aan een globale proef zoals Noah, door dat de ene zal weggenomen worden

Openbaring van Johannes 7:3,4: de ene wordt opgenomen de andere achter gelaten

Lukas 21:28 – 36: verwacht de Vervoering wanneer de tekens beginnen, slaap, schudt en bidt dat u aan al deze dingen ontsnapt.

(Zie ook: Gen. 5:24; 2 Ki. 2:11; Song. 2:10-14; Isa. 26:14-21, 66:5-9; Jn. 14:1-3;

Ac. 8:39; 2 Cor. 12:2-4; Col. 3:4; 1 Thess. 5:1-11; Titus 2:13; Heb. 9:28, 11:35; Ja. 5:7-8; 1 Jn. 3:2; Jd. 14.)

Het doel van het verzamelen, waar Paulus in zijn brief aan de bewoners van Thessalonica spreekt, is „om de Heer te ontmoeten”. Het hier gebruikte woord is apantesis, en volgens de Woordenschat van het Nieuwe Testament (Moultan en Milligan): „ schijnt het een soort technische term voor het officiële onthaal van hoogwaardigheidsbekleders geweest te zijn.“[29] Toen een ambtenaar een bezoek aan een stad bracht, ontmoette een deputatie van belangrijke burgers hem om hem te escorteren tijdens het laatste traject. Het woord komt ook in Mattheüs 25:6[30] voor met betrekking tot het “uitgaan tot” de „wijze maagden”, en als “kwam“ / “kwam uit“, voor de groep broeders die uitgingen om Paul te ontmoeten of hem “tegemoet gingen” in Handelingen 28:15[31].

Het doel van zich het verzamelen is daarom goedkeuring te verkrijgen van de Heer, en hem ook te ontmoeten in zijn officiële hoedanigheid als toekomstige monarch van de wereld. De vergadering moet „in de lucht zijn“. Is het figuratief of letterlijk? Wanneer men zou geloven dat men in de lucht zou worden opgenomen om daar in de hemel te blijven, kan het niet letterlijk worden geïnterpreteerd zonder geweld aan andere Schriftplaatsen te doen, daar de heiligen op de aarde zullen zijn om er te regeren (Openbaring 5:9 - 10)[32]. Jezus, als zoon van de Allerhoogste, moet ook op de „troon van David“ komen te zitten (Lukas 1:32 - 33)[33]. Er staat in de Schriften geschreven dat dan de dode volkeren en alle overlevenden onder alle volken ook tot aan Jeruzalem, de stad ter wereld zullen stijgen, om Jehovah te aanbidden, en dat de stad de „troon van Jehovah“ moet worden (Zacharias 14:16)[34].

Al deze, en vele andere, profetieën, eisen dat Christus ter wereld regeert, en dat de heiligen met hem regeren. Met andere woorden, moet de verklaring in Thessalonicenzen niet meer letterlijk worden geïnterpreteerd dan de vroegere uitdrukkingen die door Paulus worden gebruikt zoals: „ een schreeuw,“ „stem van de aartsengel,“ „bazuingeschal van God.“ Figuurlijk begrepen, heeft de „lucht“ op de politieke „atmosfeer“ of op “de ruimte van de komende tijd” betrekking, waaruit de symbolische Zon, de Maan en de Sterren te voorschijn zullen komen om te glanzen.[35]

Het is natuurlijk voor de mens om te neigen naar goddelijke dingen door de vrees voor zinnige dingen, volgens Romeinen 1:20[36] wordt de onzichtbare en ongrijpbare God aan hen duidelijk gemaakt door de dingen die zij kunnen begrijpen. Maar de wijze, waardoor een mens opgeheven wordt tot goddelijke dingen en teruggetrokken wordt van zijn zinnen is niet natuurlijk aan de mens.[37]

Als een Christen het woord “rapture” of “vervoering” zou willen gebruiken moet het worden verbonden met het ‘ontwaken’ zoals misschien een komst in een extatische toestand wanneer zij zich terug in leven zullen voelen nadat zij stierven. Voor vervoering of extase betekend eenvoudig verrukking of het komen in opgetogenheid wat zal gebeuren doormiddel van het uitgaan van ons zelf en door buiten zijn juiste orde te worden geplaatst. [38] Het is een staat van geestelijke vervreemding en veranderd of verminderd bewustzijn; de situatie van het hebben van bovenmatige vreugde, enthousiasme of om het even welk verheven gevoel[39]. De mens kan buiten zich zelf geraken betreffende de eetlust omdat hij zich terug vindt uit een diepe slaap[40]. Wanneer wij spreken van een levend lichaam of van een slapend lichaam of van het wekken van een slapende mens, of van diegene die onttrokken is van zijn lichamelijke gevoelens tijdens ecstasy, of als zijn ziel[41] (zijn adem) totaal van zijn lichaam uitging, zodat zijn lichaam bij de doden ligt, zullen nu die mensen met adem of opnieuw met leven zich terug in hun organismen vinden. U kunt veronderstellen wat een speciale atmosfeer daar zou zijn wanneer al die mensen die stierven terug tot leven zullen komen. Wanneer iedereen de vele triljoenen mensen zal kunnen zien die op deze wereld hebben geleefd die geen naambekendheid hebben, maar ook alle historische figuren. Het moet een ongelofelijke situatie zijn. Wij zouden ons voor minder verwonderen.

Na de verrijzenis van zij die in de graven zijn, zal er een overstroming van intellect aan de lagere bevoegdheden en zelfs aan het lichaam zijn. Vandaar is het in overeenstemming met de regel zelf van de goddelijke visie die de mensen naar fantasieën en zinnige voorwerpen deden keren. [42] Op verscheidene plaatsen in de Schriften worden wij verteld dat er een tijd zal komen dat de mensen zullen gewekt worden en van het graf worden weggehaald. Dat zal de tijd zijn dat Jezus alle mensen zal roepen om voor hem te komen. De levenden en de doden zullen dan meegesleept worden om voor de oordeelzetel van Christus Jezus te komen. De gedachten zullen opnieuw met de ziel worden verenigd, die het levende lichaam is[43].Uit de as zullen wij opstaan. Van stof waaruit wij kwamen en terugkeerden toen wij stierven[44] zal ons lichaam hervormd worden. Dan zal het ogenblik van waarheid komen en zal duidelijk gemaakt worden wie er in slaagde te volharden en daarom zal slagen in het bewaren van zijn of haar ziel (het leven)[45]. Maar niet iedereen zal haar of zijn ziel kunnen redden[46]. Degenen die riepen tot de naam van de Aller Hoogste, Jehovah / Jahweh en zij die Jezus, Yeshua als hun Redder erkenden zullen de juiste weg kunnen vinden naar de Poort van het Koninkrijk als zij de Wet van God volgden en tot het eind gelovig waren[47]. De waarheid laat ons toe, niet alleen om te begrijpen maar ook om te overwegen met vervoering, deze tentoonstelling van welke doeleinden de God aan het eind van Zijn transacties met het huis van Israël zal doen. Dat hij niet de aarde vergeefs heeft gemaakt - dat hij het met Zijn glorie wil vullen op het einde zoals Hij verklaard heeft van bij het begin. [48]

Voor het geval dat het slechts de kerk zou zijn die zou worden opgenomen, kunt u zich afvragen welke kerk hiervoor dan wel in aanmerking zou mogen komen, omdat er heel wat mensen zijn die zich Christen voelen en van andere Christenen zeggen zij geen Christenen zijn. De mensen hebben hun eigen verschillende definities van wat de Kerk eigenlijk is. Er zijn heel wat mensen die niet aanvaarden dat al die denominaties of verschillende kerken zouden kunnen deel uitmaken van de ledematen Christus.[49]

Christus is reeds opstaan uit de doden als voorbeeld voor wat er met ons gaat gebeuren. God die Jezus aan Zijn rechter hand heeft laten plaatst nemen plaatste ook Zijn zoon als het hoofd van Zijn Kerk.[50] Doden of graven konden niets aan deze kerk doen die Christus moest opbouwen, leiden en beschermen.[51] Jezus had in zijn leven zijn apostelen voor het werk voorbereid dat zij moesten voortzetten. Jezus vergeleek de groep die hem zouden volgen als een lichaam met vele lidmaten. En aangezien hij door zijn fysiek lichaam tijdens Zijn aards ministerie werkte, werkt hij nu door zijn spirituele lichaam - de Kerk[52]. Deze Kerk die het lichaam is van Jezus, zou in eenheid met Christus moeten zijn en zou de volheid van hem moeten hebben die alles vervult.[53] Allen zouden de zelfde persoon moeten erkennen die het Hoofd draagt, door de geleverde verbindingen en banden, die samen zijn aangesloten, zodat dat lichaam zou kunnen groeien met de wasdom van God vóór de tijd van beproeving.[54] In ons leven worden wij reeds uitgeroepen met die allemaal die geheiligd zijn in Christus Jezus, en zoals zij zijn die in elke plaats zich zouden beroepen op de naam van Jezus Christus onze Heer.[55] Voor zoals het lichaam één is en toch vele leden heeft, en alle leden van dat één lichaam, hoe talrijk ook mogen zijn, velen zijn,toch één lichaam vormen; zo ook is Christus.[56] Ook zal die kerk lijden als Christus en zijn apostelen hebben geleden. Zij zullen aan geen poging om hen te verleiden om van God weg te krijgen, of om het even welke pijn, of achtervolging kunnen ontsnappen en wij, als leden van die kerk, zouden ons in ons lijden namens al die aanhangers van Christus moeten verheugen, dat wij met het lichaam of het vlees mogen aanvullen wat er nog aan Christus’ lijden ontbreekt, ten behoeve van zijn lichaam, de kerk.[57]

Christus bouwt Zijn Kerk om het plan van de God voor het mensdom te vervullen. De apostel Petrus beschrijft dit proces: „U ook, als levendige stenen, wordt een geestelijk huis, een heilig priesterschap, opgebouwd om geestelijke aanvaardbare offers aan God aan te bieden door Jezus Christus“ (1 Petrus 2:5)[58]. Het is in ons leven dat wij het tot werk moeten maken dat wij tot dit Lichaam van Christus kunnen behoren. Dit kunnen wij doen door te leren van Heilige Schrift hoe wij kunnen leven overeenstemmend de wil van God en Zijn bevelen houden. Wij kunnen slechts tot Jezus komen tenzij de Vader, die hem heeft gestuurd, ons trekt[59]. In de Profeten kunnen wij vinden wie God kan leren kennen, hoe wij hem kunnen vinden en wat er ‘na het leven’ gaat gebeuren. In het Nieuwe Testament vinden wij vele gelijkenissen en lessen hoe wij aan dat beloofde Koninkrijk van God zullen komen. Jezus verzekert ons dat wanneer wij over God worden onderwezen, gehoord en van de Vader geleerd hebben, wij tot Jezus zullen komen en hij ons zal oprichten bij de Laatste Dag[60]. Merk dat het bij de „laatste dag“ zal plaatsvinden.[61] En slechts dan.

Deze “Laatste Dag“ gaat de “Dag van Oordeel“ of “Doomsday“ zijn. Duidelijk gaat Jezus zijn kerkmensen bijeenroepen nadat de gehele wereld is getest door de grote problemen en de Grote Oorlog van de Tijden van het Eind. Het zal slechts na die tijd zijn, wanneer Jezus klaar zal zijn, dat bepaalde bevoorrechte goddelijke mensen het recht zullen krijgen met Christus Jezus te regeren in het Koninkrijk van God op de wereld zoals het in de hemel is[62]. De aanhangers van Jezus zullen plaatsen in “herenhuizen“ of “ruimten, verblijven of woonplaatsen“ - of bureaus worden toegewezen. In oud Israël, diende het Levitische priesterschap in diverse ruimten in de tempel van God; deze ruimten vertegenwoordigden posities van gezag. Het woord “herenhuizen“ verwijst naar gezag dat na die tijd van beproeving gegeven zal worden, omdat Hij slechts dan de overheid van God zou oprichten.

Christus sprak over Zijn “Tweede Komst” of Terugkomst, wanneer hij de overheid van God ter wereld zal oprichten en posities van heerschappij aan Zijn aanhangers zal geven. De bedienden van de God worden nu opgeleid om onder Christus als koningen en priesters te dienen (Openbaring 1:6; 5:10)[63]. Ook wordt er ons verteld dat dit rijk ter wereld zou zijn[64] en gevraagd om voor die regering te bidden in het modelgebed „Onze Vader die in hemel is “. Jezus Christus is nog steeds dit vooruitgangsteam aan het opleiden om onder hem te beslissen in Gods Koninkrijk, een wereldbeslissende super regering. Maar God zal slechts op leiders vertrouwen die behoorlijk zijn opgeleid en zich hebben bewezen voor zulk een taak. Die leiders van de Kerk die „heilig priesterschap” zullen kunnen worden genoemd.[65] De aanhangers zullen tot Koninkrijk priesters[66] gemaakt worden tot Jezus zijn God en Vader; tot aan wie de glorie toebehoort en tot wie de heerschappij voor altijd toebehoort. Zij zullen worden gezegend en heilig zijn wanneer zij deel in de eerste verrijzenis hebben. En die eerste verrijzenis zal slechts plaatsvinden wanneer Jezus zijn voorbereidingen heeft gemaakt. Over deze geheiligde mensen, heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zullen met hem duizend jaar regeren[67]. Daarom kan de Kerk slechts vóór het Millennium worden verzameld, wanneer die zielen of mensen gaan regeren.[68]

Christus begreep dat zijn kerk - zijn kleine kudde – zou worden vervolgd en worden veracht door de wereld. Vlak vóór zijn kruisiging, waarschuwde hij, „herinner het woord dat ik tot u zei, ‘de bediende is niet groter dan zijn heer’. Als zij me hebben vervolgd, zullen zij u ook vervolgen “ (Johannes 15:20)[69]. Het is omdat Jezus zijn mensen uit de wereld heeft gekozen, dat de wereld hen haat. Christus werd vervolgd, tot het punt van een afschuwelijke kruisiging na een nacht van brutale marteling. Daarom kon de ware Kerk ook verwachten te worden vervolgd en te worden gehaat! Die daarin zijn niet „van de wereld.“ De wereld voelt dit en haat hen daar voor[70]. Omwille van Jezus zijn naam zal de Christelijke Kerk niet geliefd zijn en zal zij de tegenstand tot het eind volledig moeten verdragen en stand houden[71].

Maar vóór dit alles: de terugkeer van Christus, het verzamelen van alle mensen, het oordeel, de toewijding en de benoeming van de koningen en de priesters, zal ook de Kerk worden genomen en de wreedheden van deze wereld ondergaan[72]. Beproeving is geen ongeval. Het maakt deel uit van het plan van God. Uiteindelijk zullen wij er overwinnend uit komen, als wij ons gegrond vertrouwen niet weg gieten. Uiteindelijk zullen wij ons in de verzameling van de beproefde mannen en vrouwen van alle leeftijden bevinden, die zich op de Berg Zion in de sterkte van onsterfelijkheid, in de blijheid van goedkeuring zullen bevinden, en in de vervoering van lof die slechts geschikte uitdrukking zal vinden in het lied dat Johannes in zijn droom hen hoorde zingen met een geluid als het machtige donderen, en het gebrul van vele wateren[73].

Sommige mensen plaatsen de eerste verrijzenis na de vervoering of “rapture”. Waarschijnlijk bedoelen zij de eerste verrijzenis van zij die nu in het graf zijn. Omdat wij reeds in het Oude Testament het terug brengen tot het leven van de weduwe van Sarfath haar jongen hadden, die door Elias werd terug gebracht (1 Koningen 17:8-24 )[74]. Ook is er de notitie van het tot leven brengen of het terug naar deze wereld worden gebracht van de zoon van de vrouw uit Sunem door Elisa (2 Koningen 4:8-37)[75]. Jezus bracht ook meerdere mensen terug tot leven, waaronder Lazarus. Voor het geval dat zijn ziel rechtstreeks naar hemel zou gegaan zijn zou dit een vreselijke handeling geweest zijn, omdat Lazarus toen in deze wereld met moeilijkheden moest terugkomen en dan weer met moeilijkheden zou geconfronteerd worden. Ook wordt de dochter van Jaïrus terug van de ‘diepe slaap’ gebracht en anderen als de weduwe uit de stad Naïn (Lukas 8:40-56; 7:11-17; Johannes 11:17-44.)[76].

Dan is er de eerste belangrijkste verrijzenis in de Huidige Gewone Tijdrekening, dié van Christus Jezus, drie dagen na zijn dood (Mattheüs 28:1-7; Markus 16:1-8; Lukas 24:1-12; Johann es 20:1-9).[77] En Jezus is de enige die in hemel is op genomen (Mark 16:19-20; Luke 24:50-53)[78]. Met zijn verrijzenis verkreeg Jezus Christus ook een ander lichaam dan datgene dat hij had toen hij hier ter wereld was. Hij ontving onsterfelijkheid. Daarin werd het goddelijke bewijsmateriaal van zijn heiligheid en van de oprechtheid van God gegeven aan ons en was de sleutel gegeven tot onze rechtvaardiging door geloof wanneer wij worden gedoopt, de dingen gelovend betreffende het koninkrijk van God en de naam van Jezus Christus. Dank zij Jezus zijn offer werden wij geheiligd door het bloed van de eeuwige overeenkomst, het Nieuwe Verbond, waardoor wij vergiffenis ontvangen van zonden en hoop wordt verleend van de afkoop van het lichaam bij de terugkeer van Christus. Bedekt door zijn machtig herstellend werk, verlangen wij naar de dag wanneer hij dit lichaam van onze vernedering zal vormen en tot gelijk zijn glorieus lichaam zal maken[79]. Maar ook na Christus Jezus vinden wij verrijzenissen, zoals dat van Tabita Dorcas, de vrouw van Joppa [80].

Het zullen echter die in Christus zijn die eerst zullen opstaan. [81] Het is wanneer iedereen op de Zoon van Goden uit de hemel moet wachten, die van de doden terugkwam[82]. Jezus, onze Verlosser, zal ons van de komende toorn redden. Het is wanneer de Heer Jezus uit hemel komt met de engelen van zijn macht in vlammen van vuur[83], dat wij een Eerste en Tweede Verrijzenis na Armageddon rond het millennium vinden.[84] Het gaat over de “verrijzenis van de veranderlijke organismen“ (de “verrijzenis van de veranderlijke lichamen“). Het is het ogenblik in de laatste dagen en in het millennium dat de doden door God in een verschillend lichaam zullen worden veranderd. Johannes wijst naar de speciale verrijzenis waar op zij die stierven, als waren zij in een diepe slaap, opnieuw stof werden en als zij gestegen waren vanuit de dood een nieuw lichaam zullen ontvangen. De eerste groep “eerstelingen” “firstfruits“ of “eerste oogst”[85] de heilige mensen of 144.000 gekozen mensen van God die een lichaam zullen ontvangen dat als geestelijk lichaam in geen behoefte van materieel voedsel zal hebben. Zij zullen niet meer moeten eten of drinken om te blijven leven. Zij zullen in hemel worden opgenomen en zullen een lichaam ontvangen tot in de eeuwigheid. De tweede dood zal geen macht meer over hen hebben[86]. Zij zullen de taak hebben om met Jezus te regeren in het Koninkrijk van God voor duizend jaar[87]. Anderen zullen een lichaam ontvangen waarin zij voor altijd in het Paradijs zullen mee kunnen leven. Maar zij zullen moeten werken en eten om te blijven leven. In wezen dragen zij de dood nog in zich maar zullen de toelating krijgen om voor eeuwig te leven. Maar voor hen zal er geen druk, kwelling of pijn meer zijn, behalve voor aan het einde van het Millennium. Maar zij die waren ervoor waren gestorven en waren geoordeeld door Christus hoeven zich geen zorgen te maken, omdat zij aanvaard gebleken waren voor God, omdat zij voor Hem bleken te zijn. Maar hun verwanten, hun nakomelingen die in het Millennium nog geboren zullen worden moeten bewijzen dat zij vrijwillig verkiezen om Jezus en de Almachtige God, Schepper van hemel en aarde te volgen. De verrezen gelovigen hadden voor hun dood reeds aan genoeg moeilijkheden het hoofd te bieden voor zij stierven. De goede mensen moesten gunst krijgen, zoals het niet wordt gegeven tot het uur van dood, voor dat eigenaardige werk. Vandaar, kunnen zij dan ontdekken dat zij niet alleen gerechtvaardigd maar veel geavanceerd zijn, betreft het voelen en wensen, voor ingang in de verheerlijkte staat.[88] Zij zullen de verzekering van de dingen hebben die zij geloofden en zullen nu volkomen goed het verschil tussen goed en kwaad kennen, de aangewezen wereld en de manier om niet in vergetelheid of eeuwige dood te beëindigen. De terug tot leven gebrachte gelovigen zullen die mensen kunnen erkennen die zij voordien hebben gekend. Wij hebben onze kinderen, onze ouders, en onze vrienden gezien, en wij denken het gemakkelijkst aan hen in onze totstandbrenging van toekomstige bijeenkomsten. Maar dan, hebben wij tot hiertoe de Verlosser nog niet zelf gezien, bijgevolg hebben wij geen idee van de overschrijdende betovering van zijn schoonheid. Het ogenblik dat hij zal waargenomen kunnen worden, zullen elke andere wens en elke andere herinnering in de verrukte visie van hem worden geabsorbeerd, aan wie wij ons dan schuldig zullen voelen voor al de glorie die ons zal omringen. Maar hoewel het zo zal zijn, zal er ook de voldoening van onze geperfectioneerde natuurlijke wensen zijn. Het zal, inderdaad, de verrukking van de Redder zelf zijn om deze in de hemel bijeen te brengen die aan elkaar lief waren ter wereld. Hij, daardoor, zal geen vermindering van hun opperste liefde voor hem vrezen. Hij zal weten dat deze vriendelijkheid van zijn kant het te meer zal moeten verhogen.[89]

Diegene die zullen geplaatst worden om in het Paradijs op deze aarde te leven wisten reeds van hun kennis van de Bijbel in het vorige leven dat twaalf apostelen op hun twaalf tronen gingen zitten, en de glorie zullen ontvangen toegeschreven aan hun rang, en voor hun diensten in de kerk. Zij zullen, zonder twijfel, aanvaarden dat er graden van glorie zullen zijn in de hemel en op aarde, en dat zij die vele zielen hebben bekeerd of een speciale verhouding met God of met zijn zoon gehad hebben, grotere eer zullen krijgen, en worden geplaatst als helderdere sterren in de hemel-Melkweg. [90] Deze regeling, echter, mengt zich niet in het voorrecht dat iedereen in gemeenschap zal genieten, van het herbeginnen van liefde en vriendschap gemeenschap die ter wereld was begonnen met, en onderbroken voor een seizoen bij dood - niet dat wij daar in elke betekenis in verband een verhouding zullen hebben zoals wij deze hier hadden; want het is waarschijnlijk dat de familiebanden daar niet zullen kunnen worden gevoeld zoals zij momenteel hier zijn. Er kan niets zijn in de ouder, in het kind, in de echtgenoot, of in de vrouw, om precies met die sympathieën te corresponderen die nu in dergelijke verhoudingen co-existeren. Toch is er veel om de idee te steunen dat alle zuivere affecties van onze aard, die hier het proces van heiliging ondergingen, achtereenvolgens in de hemel op de zelfde doelen zullen worden uitgeoefend die hen ter wereld aantrokken. De ouderlijke affecties, bijvoorbeeld, zijn niet eenvoudig economisch, zij zijn natuurlijk; zij worden verplicht in onze menselijke grondwet; zij zijn er essentieel aan; en aangezien deze affecties eeuwigdurend zouden worden uitgeoefend, hadden Adam en Eva hun eerste landgoed kunnen houden, kunnen wij debatteren, dat zij, in één of andere maatregel, een opening zullen vinden wanneer wij in het bezit van het hersteld Paradijs zullen geraken. Er, zullen zeker sommige zeer belangrijke en uitgebreide verschillen zijn; maar veel van de originele elementen van onze natuurlijke vermogens in dergelijke verbindingen, zullen deelnemen van geen andere verandering dan die voor perfectie in heiligheid onontbeerlijk is.[91]

In de gelijkenissen van Jezus, worden de slechten en rechtvaardigen tezelfdertijd beoordeeld wanneer de Mensenzoon verschijnt.[92] Alle volken, uit alle richtingen, zullen Jezus horen die aan de eerste groep zal zeggen dat zij voedsel, kleren en gastvrijheid gaven, terwijl anderen met het feit zullen worden geconfronteerd dat zij geen voedsel of geen dranken gaven of geen bezoeken aflegden aan hen die troost nodig hadden. Het zijn de rechtvaardigen en de slechten die op dat aangewezen ogenblik met Jezus zullen converseren: „wanneer de Zoon van de mens in zijn glorie zal komen, en alle heilige engelen met hem, dan zal hij op de troon van zijn glorie zitten “en wanneer “de meester de deur heeft gesloten “; (cf. Lukas 13:24 - 30)[93] - wordt de zitting in het koninkrijk voorgesteld in de zelfde context zoals het uitstoten van de slechten, misschien kon dit erop wijzen dat er geen 1.000 jaarinterval is tussen de verrijzenis van de rechtvaardigen en onrechtvaardigen.

“Maar de rest van de doden leefden niet opnieuw tot de duizend jaar beëindigd waren“zou parenthetisch moeten worden gelezen. “Dit is de eerste verrijzenis“ verwijst niet naar de resterende doden, maar naar hen die “leefden en regeerden met Christus voor duizend jaar“ (Openbaring van Johannes 20:4,6)[94] - d.w.z., dezen die onsterfelijk werden gemaakt bij de terugkeer van Christus; de heilige mannen en vrouwen of de 144.000 gekozenen waarvan het lichaam van een werelds naar een geestelijk lichaam moest worden omgezet.

De Zevende Dag Adventisten halen de Revelatie 21:10[95] aan tot steun van hun doctrine dat de vervoering de heiligen naar de hemel zal nemen voor 1.000 jaar, waarna de bruid, die als stad wordt vertegenwoordigd, naar de aarde zal neerdalen. [96] Hierboven toonden wij u aan dat de Bijbel ons laat weten dat Jezus met speciale tekens na de tijd van de Grote Slag of Armageddon en vóór het Millennium zal terugkeren.[97] God keurde Jezus, Yeshua, als Hogepriester goed en als de man die met zijn medeheersers zal mogen regeren. Het gemaakte Koninkrijk en de priesters voor onze God zullen op de aarde beslissen. (Openbaring 5:10)[98] Dit regeren is tijdens de 1.000 jaar zoals in de Openbaring van Johannes hoofdstuk 20 vers 6[99] vermeld is: “zij zullen priesters van God en van Christus, de Messias, zijn en zullen met hem duizend jaar regeren.“”Uit de hemel“ benadrukt zijn goddelijke oorsprong zonder te beweren dat het in hemel werd vervaardigd en neer dreef naar de aarde[100]. Op dezelfde manier beeldt de bruid die uit de hemel daalt symbolisch haar hemelse oorsprong af. Door de eeuwen heen had God Zijn geliefd volk land beloofd. Hij zei niet aan hen dat zij hemel moesten gaan erven. Voor het woord van God, dat de aarde zijn erfenis zou zijn, werd aan Abraham gegeven, niet door de wet, maar door de oprechtheid van geloof.[101] Duidelijk gingen aanbidders van de enige Ware God en het zaad van Abraham land erven, d.w.z. een speciale plaats op deze wereld ontvangen om in vrede te verblijven. Het zou geen plaats zijn voor alleen Joden zijn maar ook voor die allemaal die Jezus als hun Messias en Redder goedkeurden. De broeders en de zusters in Christus worden ook beschouwd het zaad als van Abraham.[102] Al diegenen die Christus toebehoren worden aanschouwd als nageslacht van Abraham en erfgenamen van deze Patriarch of Aartsvader wegens de belofte.

Die mensen, welke als het zaad van Abraham worden aanschouwd,zullen worden toegestaan om dat land te erven dat Abraham kon zien. En die gebieden zouden deel van dat beloofde Koninkrijk uitmaken. Een koninkrijk heeft een koning en een overheid. Er zal een veronderstelde administratie zijn. Jezus heeft zijn koninkrijk aan het Nieuwe Israël gegeven. De heiligen van de Allerhoogste zullen God gehoorzamen en van Hem gezag ontvangen en zij zullen het koninkrijk nemen, en het zal voor altijd het hunne zijn. Ons wordt ook verteld dat de rechter zal neerzitten aan de rechterhand van God, en dat het gezag en de macht van de koninkrijken onder al de hemelen aan de mensen van de heiligen van de Allerhoogste zullen worden gegeven. Zijn koninkrijk is een eeuwig koninkrijk, en alle bevoegdheden zullen Zijn bedienden toebehoren en zullen Zijn genoegen verkrijgen.[103]

Volgende hoofdstuk: De vervoering of de toegang met Christus.

[1] 21st Century translation by Mark Heber Miller.

“13 Broeders, wij willen u niet in onwetendheid laten over het lot van hen die ontslapen zijn; gij moogt niet bedroefd zijn zoals de andere mensen, die geen hoop hebben. 14 Wij geloven immers dat Jezus is gestorven en weer opgestaan; evenzo zal God hen die in Jezus zijn ontslapen levend met Hem meevoeren. 15 En dit kunnen wij u meedelen volgens een woord van de Heer: wij die in leven blijven tot de komst van de Heer, wij zullen de doden in geen geval voorgaan. 16 Want wanneer het bevel gegeven wordt, als de stem van de aartsengel weerklinkt en de bazuin van God, dan zal de Heer zelf van de hemel neerdalen, en eerst zullen de doden die in Christus zijn verrijzen; 17 daarna zullen wij die nog in leven zijn tegelijk met hen in een oogwenk op de wolken in de lucht worden weggevoerd, de Heer tegemoet. En zo zullen wij voor altijd samen zijn met de Heer.” (1Th 4:13-17 WV78)

“Dan zullen wij die levend zijn en overblijven worden ‘ingehaald’ samen met hen in de wolken (“samengebracht”) om de Heer in de lucht te ontmoeten en zodat wij altijd met de Heer zullen zijn.” (1 Thessalonicenzen 4:17 ESV in vertaling van M. Ampe)

[2] In het Engels biedt de 21st Century vertaling van Mark Heber Miller wel het woord in vers 17 van de brief aan de Thessalonicenzen.

[3] John Nelson Darby verwijst naar de brief van Paulus.

[4] Nicholas Kristof in the New York Times 24 November 2004.

[5] The Late Great Planet Earth , Lindsey, p. 127.

[6] The Late Great Planet Earth, Lindsey, p. 126.

[7] “en hij zal hen weiden met een ijzeren staf en als aardewerk worden zij verbrijzeld” (Opb 2:27 WV78)

[8] “Maar in de tijd van de koningen zal de God des hemels een rijk stichten dat in eeuwigheid niet te gronde zal gaan en niet aan een ander volk zal uitgeleverd worden. Het zal al die rijken verpletteren en er een eind aan maken, maar zelf zal het in eeuwigheid blijven bestaan.” (Da 2:44 WV78)

[9] A Biblical and Historical Study of 2 Thessalonians Chapter 2: The Man of Sin,p 18, Ron Abel, Printed by Stallard & Potter, 1984.

[10] Of er een totale of gedeeltelijke vervoering van de heiligen zou zijn, Interpretaties van Bijbel voorspelling. Dit laatstgenoemde was een bron van divisie binnen Elim zelf. Zie Elim Evangel, 21, (1940), p. 125. Naar verwezen door Bryan Wilson, Sekten en Maatschappij: Een Sociologische Studie van Drie Godsdienstige Groepen in Groot-Brittannië, (Londen: William Heinemann N.v., 1961), p. 57.

[11] Gale Encyclopedia of the Unusual and Unexplained; 2003.

[12] Christadelphians geloven niet in Satn als een persoon. Satan is het Kwaad of elke tegenstander van God. De Antichrist is de bestrijder van de Kerk van God.

[13] Meeks over 1 Thessalonicenzen: 17 op Christadelphian Good News.

[14] Theologian debunks popular series' take on the Rapture; Chicago Sun-Times May 31, 2004.

[15] "The Rapture." Gale Encyclopedia of the Unusual and Unexplained. 2003. Encyclopedia.com. 24 Mar. 2010 <http://www.encyclopedia.com>.

[16] Webster’s Third New International Dictionary – Unabridged - and Seven Language Dictionary. Encyclopaedia Britannica, inc. & G.&C. Merriam Co 1976

[17] By A.S. Hornby, E.V. Gatenby, H.Wakefield; Second Edition, London, Oxford University Press 1963; eight impression 1967

[18] "rapture." The Oxford Pocket Dictionary of Current English. 2009. Encyclopedia.com. 24 Mar. 2010

[19] Encarta® World English Dictionary [World English Edition] © & (P)2009 Microsoft Corporation.

[20] "A state of being carried away by overwhelming emotion" http://www.conservapedia.com/Rapture

[21] http://www.answers.com/topic/rapture

[22] Afgeleid van “caught up” in Van Dale Groot Woordenboek Engels Nederlands, 4° Editie, 2008

[23]Robert Young, Analytical Concordance to the Holy Bible, 8th ed., (London: Lutterworth Press, 1965). Bullinger comments: "To snatch away, to carry off (suddenly and by force) esp. of wild beasts." Ethelbert Bullinger, A Critical Lexicon and Concordance to the English and Greek Testament 8th ed., (London: Samuel Bagster and Sons Ltd., 1957) p. 138.

[24] Free Translation.Com

[25] ElAn Languages Vertaal Bureau ; and also by Google Vertalen / Google Translation

[26] At a twinkling of an eye. (1 Thessalonians 4:17)

“afterward we, the living, who remain, shall, at the same time with them, be instantly taken up in clouds, to join the Lord in the air; and so we shall be for ever with the Lord.” (1Th 4:17 LO)

[27] Whether the soul of man is carried away to things divine?; New Advent Question 175. Rapture: Is the soul of man carried away to things divine?

[28] “Therefore also we, such having surrounding us a cloud of witnesses, encumbrance having laid aside every, and the close–girding sin, by means of patient endurance we should run the being laid out for us course;” (Heb 12:1 Diaglot); “Laten wij ons dan aansluiten bij die menigte getuigen van het geloof, en elke last en belemmering van de zonde van ons afschudden, om vastberaden de wedstrijd te lopen waarvoor we hebben ingeschreven.” (Heb 12:1 WV78)

[29] The Vocabulary Of The New Testament (Moultan and Milligan)

[30] “Maar midden in de nacht klonk er geroep: Daar is de bruidegom! Trekt hem tegemoet!” (Mt 25:6 WV78)

[31] “Ook vandaar kwamen de broeders, die al van ons gehoord hadden, ons tegemoet tot aan Forum Appii en Tres Tabernae. Toen Paulus hen zag, dankte hij God en schepte nieuwe moed.” (Hnd 28:15 WV78)

[32] “9 En zij zongen een nieuw lied: Waardig zijt Gij het boek te nemen en zijn zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt hen gekocht voor God met uw bloed uit elke stam en taal en volk en natie. 10 En Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninklijk geslacht van priesters, en zij zullen heersen op de aarde.’” (Opb 5:9-10 WV78)

[33] “32 Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken 33 en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.’” (Lu 1:32-33 WV78)

[34] “En alle overlevenden van al de volken die tegen Jeruzalem waren opgetrokken zullen dan ieder jaar opgaan om zich neer te buigen voor de koning, Jahwe van de machten, en om het loofhuttenfeest te vieren.” (Zac 14:16 WV78); “Dan zullen alle overlevenden onder alle volken, die tegen Jerusalem zijn opgetrokken, jaar in jaar uit, den Koning, Jahweh der heirscharen, komen aanbidden, en het loofhuttenfeest vieren.” (Zac 14:16 CANIS)

[35] Logos vol.36 p. 315.

[36] “Van de schepping der wereld af wordt zijn onzichtbaar wezen door de rede in zijn werken aanschouwd, zijn eeuwige macht namelijk en zijn godheid. Daarom zijn zij niet te verontschuldigen.” (Ro 1:20 WV78)

[37] Whether the soul of man is carried away to things divine?; New Advent Question 175. Rapture: Is the soul of man carried away to things divine?

[38] Whether the soul of man is carried away to things divine?; New Advent Question 175. Rapture: Does rapture pertain to the cognitive or to the appetitive power?

[39] Chambers Twentieth Century Dictionary, revised edition 1977, T A Constable, Edinburgh

[40] The dead fall a sleep. The dead are inconscious and inactive. (Ecclesiasts 9:5,10)

[41] De mens zelf is de ziel en sterft. (Ge 2:7; 1Co 15:45; Nu 23:10; Eze 18:4.

[42] Whether the soul of man is carried away to things divine?; New Advent Question 175. Rapture: Was he withdrawn from his senses?

[43] Men is zelf de ziel. (Genesis 2:7; 1 Korintiërs 15:45; 1 Petrus 3:20)

[44] “Het stof keert terug naar de aarde waar het vandaan kwam en de levensgeest naar God die hem schonk.” (Pre 12:7 WV78)

[45] “Door uw standvastigheid zult gij uw ziel behouden.” (Lu 21:19 CANIS)

[46] “Hoe nauw toch is de poort en hoe smal de weg die voert naar het leven, en weinigen zijn er die hem vinden.” (Mt 7:14 WV78)

“Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen omwille van mijn Naam. Wie echter ten einde toe volhardt, hij zal gered worden.” (Mt 10:22 WV78)

“En als de rechtvaardige ternauwernood gered wordt, waar blijft dan de goddeloze en de zondaar?” (1Pe 4:18 WV78)

[47] “Voor, “Iedereen die de naam aanroept van Jehovah of YHWH zal gered worden”” (Ro 10:13); “Want al wie de naam van de Heer aanroept zal gered worden.” (Ro 10:13 WV78)

“(31:24) Hangt de Heer aan, gij die Hem behoort, de Heer behoedt wie Hem trouw zijn, doch wie zich uitviert in hoogmoed doet Hij het betalen: veelvoudig!” (Ps 31:23 WV78)

“Want de Heer schept behagen in zijn volk en de nederigen kroont Hij met zege.” (Ps 149:4 WV78)

“en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen die Hem gehoorzamen oorzaak geworden van eeuwige heil,” (Heb 5:9 WV78)

“niet stelen, maar zich strikt betrouwbaar tonen; dan zullen zij allerwegen het aanzien verhogen van de leer van God onze Heiland.” (Tit 2:10 WV78)

“Vrees niet het lijden dat u wacht. De Duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen om u te beproeven, en gij zult hevig lijden, tien dagen lang. Wees getrouw tot de dood en Ik zal u de kroon des levens geven.” (Opb 2:10 WV78)

[48] Seasons Of Comfort, volume two p 306, Robert Roberts, ed Logos, G. E. Mansfield, 1996

[49] “zo vormen wij allen tezamen in Christus een lichaam, en ieder afzonderlijk, zijn wij, evenals de ledematen van het lichaam, aangewezen op elkaar.” (Ro 12:5 WV78)

“omdat wij ledematen zijn van zijn lichaam.” (Efe 5:30 WV78)

[50] “20 heeft Hij betoond in Christus, toen Hij Hem opwekte uit de doden en zette aan zijn rechterhand in de hemelen, 21 hoog boven alle heerschappijen, machten, krachten en hoogheden, en boven elke naam die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomstige tijd. 22 Alles heeft God onder zijn voeten gelegd, en Hemzelf, verheven boven alles, heeft Hij als Hoofd gegeven aan de kerk, 23 die zijn lichaam is, de volheid van Hem die het al in alles vervult.” (Efe 1:20-23 WV78)

[51] “Op mijn beurt zeg ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.” (Mt 16:18 WV78)

[52] “Welnu, gij zijt het lichaam van Christus, en ieder van u is een lid van dit lichaam.” (1Co 12:27 WV78)

[53] “die zijn lichaam is, de volheid van Hem die het al in alles vervult.” (Efe 1:23 WV78)

[54] “Zo iemand houdt zich niet aan Christus, die het hoofd is van wie het hele lichaam, door gewrichten en banden gesteund en bijeengehouden, zijn goddelijke wasdom ontvangt.” (Col 2:19 WV78)

[55] “aan de kerk Gods te Korinte, aan hen die, geheiligd in Christus Jezus, tot een heilig leven zijn bestemd, samen met allen die allerwegen de naam aanroepen van Jezus Christus, hun Heer en de onze.” (1Co 1:2 WV78)

[56] “Het menselijke lichaam vormt met zijn vele ledematen een geheel; alle ledematen, hoe vele ook, maken tezamen een lichaam uit. Zo is het ook met de Christus.” (1Co 12:12 WV78)

[57] “Op het ogenblik verheug ik mij dat ik voor u mag lijden en in mijn lichaam aanvullen wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus, ten bate van zijn lichaam, dat is de kerk.” (Col 1:24 WV78)

[58] “en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn.” (1Pe 2:5 NBV)

[59] “Niemand kan tot Mij komen, als de Vader die Mij zond, hem niet trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.” (Joh 6:44 WV78)

[60] “En al die u bouwen, Worden door Jahweh zelf onderricht! Een heerlijke vrede valt uw zonen ten deel,” (Jes 54:13 CANIS)

“Dan behoeven ze elkander niet meer te leren, De een tot den ander niet te zeggen: Leert Jahweh kennen. Neen, dan zullen zij allen Mij kennen, Kleinen en groten, spreekt Jahweh; Want dan zal Ik ze hun misdaad vergeven, Hun zonde niet langer gedenken.” (Jer 31:34 CANIS)

“44 Niemand kan tot Mij komen, zo de Vader, die Mij zond, hem niet trekt; en Ik zal hem op de jongste dag doen verrijzen. 45 Er staat geschreven bij de profeten: "En allen zullen zij onderricht worden door God". Wie naar den Vader luistert en door Hem is onderricht, hij komt tot Mij.” (Joh 6:44-45 CANIS)

[61] “Toch kan niemand bij mij komen, tenzij de Vader die mij gezonden heeft hem bij me brengt, en ik zal hem op de laatste dag tot leven wekken.” (Joh 6:44 NBV)

[62] “2 In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen. Ware dit niet zo dan zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. 3 En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben. 4 Gij weet waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend.’” (Joh 14:2-4 WV78)

[63] “die ons gemaakt heeft tot een koninklijk geslacht van priesters voor zijn God en Vader, Hem zij de heerlijkheid en de macht in de eeuwen der eeuwen! Amen.” (Opb 1:6 WV78)

“En Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninklijk geslacht van priesters, en zij zullen heersen op de aarde.’” (Opb 5:10 WV78)

[64] “Gij zult Mij een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk". Zo moet ge tot de zonen Israëls spreken.” (Ex 19:6 CANIS)

“Gij hebt ze gemaakt voor onzen God Tot koningschap en priesters, En heersen zullen ze over de aarde.” (Opb 5:10 CANIS)

[65] “en laat u als levende stenen opbouwen tot een geestelijke tempel, bestemd voor een heilig priesterschap, dat geestelijke offers brengt, welgevallig aan God door Jesus Christus.” (1Pe 2:5 CANIS)

[66] “Gij zult Mij een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk". Zo moet ge tot de zonen Israëls spreken.” (Ex 19:6 CANIS)

“Maar gij zult priesters van Jahweh worden genoemd, Bedienaars heten van onzen God. De schatten der volkeren zult ge verteren, En met hun luister gaan pronken.” (Jes 61:6 CANIS)

[67] “Zalig en heilig die deel hebben aan de eerste opstanding! Over hen heeft de tweede dood geen macht. Zij zullen priesters zijn van God en Christus, en met Hem als koningen heersen, duizend jaren lang.” (Opb 20:6 WV78)

[68] “Nu zag ik tronen; en hun, die er op zaten, werd het oordeel toegewezen. Ook \@zag ik\@ de zielen van hen, die om de getuigenis van Jesus en om het woord van God waren onthoofd, die het Beest noch zijn beeld hadden aanbeden, en het teken niet hadden aanvaard op hun voorhoofd en hand. En ze leefden en heersten met Christus, duizend jaar lang.” (Opb 20:4 CANIS)

“Zalig en heilig zijn zij, die deel hebben aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht; maar ze zullen priesters zijn van God en van Christus, en heersen met Hem, duizend jaar lang.” (Opb 20:6 CANIS)

[69] “Herinnert u wat Ik gezegd heb: een dienaar staat niet boven zijn heer. Als ze Mij vervolgd hebben, zullen ze ook u vervolgen. Als ze mijn woord onderhouden hebben, zullen ze ook het uwe onderhouden.” (Joh 15:20 WV78)

[70] “Dan zal men u overleveren om mishandeld te worden en men zal u doden; alle volkeren zullen u haten omwille van mijn Naam.” (Mt 24:9 WV78)

“Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen omwille van mijn Naam. Wie echter ten einde toe volhardt, hij zal gered worden.” (Mt 10:22 WV78)

[71] “En gij zult door allen gehaat worden omdat gij mijn naam draagt; maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.” (Mt 10:22 LEI)

[72] “Maar nog voor dit alles geschiedt, zullen zij u vastgrijpen en vervolgen; zij zullen u overleveren aan de synagogen en gevangen zetten, u voor koningen en stadhouders voeren omwille van mijn Naam.” (Lu 21:12 WV78)

[73] Seasons Of Comfort, volume two p 354, Robert Roberts, ed Logos, G. E. Mansfield, 1996

[74] “8 Toen kwam het woord van Jahwe tot hem: 9 ‘Vertrek naar Sarefat, dat onder Sidon valt, en ga daar wonen; Ik heb daar een weduwe bevolen voor u te zorgen.’ 10 Hij vertrok dus naar Sarefat. Toen hij bij de stadspoort kwam, was daar een weduwe hout aan het sprokkelen. Hij riep tot haar: ‘Wees zo goed en haal voor mij in deze kruik een beetje water; ik zou graag wat drinken.’ 11 Toen zij het ging halen riep hij haar na: ‘Wees zo goed en breng ook een stuk brood mee.’ 12 Zij antwoordde: ‘Zowaar Jahwe uw God leeft, ik heb geen brood meer; alleen nog maar een handvol meel in de pot en nog een beetje olie in de kruik. Ik sprokkel nu wat hout en ga dadelijk naar huis om voor mij en mijn zoon voor het laatst eten klaar te maken; daarna wacht ons de dood.’ 13 Elia antwoordde: ‘Vrees niet, ga naar huis en doe wat u van plan bent, maar maak van het meel en de olie eerst een broodje voor mij en breng mij dat; voor uzelf en uw zoon kunt u daarna zorgen. 14 Want zo zegt Jahwe, de God van Israel: De pot met meel raakt niet leeg en de kruik met olie niet uitgeput totdat Jahwe het weer laat regenen.’ 15 Toen ging zij heen en deed wat Elia gezegd had, en dag aan dag hadden zij te eten, hij, zij en haar gezin. 16 De pot met meel raakte niet leeg en de kruik met olie niet uitgeput, volgens het woord dat Jahwe gesproken had door Elia. 17 Enige tijd later werd de zoon van de vrouw des huizes ziek en zijn ziekte werd steeds erger, totdat alle leven uit hem geweken was. Toen zei de vrouw tot Elia: 18 ‘Man Gods, hoe heb ik het nu met u? Hebt u bij mij uw intrek genomen om mijn zonden openbaar te maken door mijn zoon te doen sterven?’ 19 Hij antwoordde: ‘Geef uw zoon aan mij.’ Hij nam het kind uit haar armen, bracht het naar de bovenkamer waar hij logeerde en legde het kind op zijn bed. 20 Daarop riep hij Jahwe aan en zei: ‘Jahwe mijn God, brengt Gij zelfs over de weduwe bij wie ik te gast ben onheil door haar zoon te laten sterven?’ 21 Toen ging hij driemaal languit op het kind liggen. Daarbij riep hij Jahwe en zei: ‘Jahwe mijn God, laat toch de ziel in dit kind terugkeren.’ 22 En Jahwe gaf gehoor aan de bede van Elia: de ziel keerde terug in het kind en het leefde weer. 23 Toen nam Elia het kind op, ging van de bovenkamer naar beneden, trad het huis binnen en gaf het kind aan de moeder. En Elia zei: ‘Zie, uw zoon leeft.’ 24 Daarop zei de vrouw tot Elia: ‘Nu weet ik zeker dat u een man Gods bent en dat Jahwe werkelijk door uw mond spreekt.’” (1Kon 17:8-24 WV78)

[75] “8 Op zekere dag kwam Elisa langs Sunem. Daar woonde een welgestelde vrouw, die hem met aandrang uitnodigde, bij haar te komen eten. En iedere keer dat hij in het vervolg daar in de buurt kwam, ging hij daar eten. 9 Daarom zei de vrouw tot haar man: ‘Luister eens, ik heb gemerkt dat de man die altijd bij ons aankomt, een heilige man Gods is. 10 Laten we op ons huis een kleine kamer voor hem metselen en er een bed, een tafel, een stoel en een lamp in zetten; als hij dan bij ons aankomt, kan hij daar zijn intrek nemen.’ 11 Toen Elisa er dus op zekere dag aan kwam, kon hij de bovenkamer betrekken en er zich te ruste leggen. 12 En hij zei tot zijn dienaar Gechazi: ‘Roep de Sunammitische.’ Hij riep haar en zij kwam. 13 Elisa zei tot Gechazi: ‘Zeg tegen de vrouw: U heeft zich al die moeite voor ons getroost; wat kunnen wij nu voor u doen? Kunnen wij voor u een goed woord doen bij de koning of bij de legeroverste?’ Maar zij antwoordde: ‘Ik woon ongestoord temidden van mijn volk.’ 14 Hierop vroeg Elisa: ‘Kunnen we dan werkelijk niets voor haar doen?’ Gechazi antwoordde: ‘Zij heeft helaas geen zoon en haar man is oud.’ 15 Toen riep hij: ‘Roep haar.’ Hij riep haar en zij bleef in de deuropening staan. 16 En Elisa zei: ‘Volgend jaar om deze tijd zult u een zoon aan uw hart drukken.’ Zij antwoordde: ‘Och neen, mijn heer, man Gods, u moet uw dienares niet iets voorspiegelen.’ 17 Maar de vrouw werd zwanger en baarde het jaar daarop om dezelfde tijd een zoon, zoals Elisa voorspeld had. 18 Toen de jongen groter was geworden, ging hij eens naar zijn vader, die bij de maaiers was. 19 Opeens riep hij tot zijn vader: ‘Mijn hoofd! Mijn hoofd!’ De vader zei tot een knecht: ‘Pak hem op en breng hem naar zijn moeder.’ 20 De knecht nam hem op, en bracht hem bij zijn moeder. Tot de middag zat zij met hem op haar schoot; toen stierf hij. 21 Zij droeg hem naar boven, legde hem op het bed van de man Gods, deed de deur achter zich dicht en ging naar buiten. 22 Ze riep haar man en zei: ‘Wees zo goed en stuur me een van de knechten met een ezelin; ik wil dadelijk naar de man Gods, maar kom meteen weer terug.’ 23 Hij vroeg: ‘Waarom wil je vandaag naar hem toe? Het is vandaag toch geen nieuwe maan of sabbat?’ Maar zij antwoordde: ‘Tot straks.’ 24 Zij zadelde de ezelin en zei tot haar knecht: ‘Drijf de ezelin aan en laat mij zonder onderbreking doorrijden zolang ik je niets zeg.’ 25 Zo ging zij op weg en begaf zich naar de man Gods op de berg Karmel. Toen de man Gods haar in de verte zag aankomen, zei hij tot zijn knecht Gechazi: ‘Kijk, daar komt de Sunamitische. 26 Ga haar vlug tegemoet en vraag haar hoe het met haar gaat, hoe het gaat met haar man en met haar kind.’ Zij antwoordde: ‘Goed.’ 27 Maar toen zij bij de man Gods op de berg gekomen was, greep ze zijn voeten vast. Gechazi kwam naderbij om haar weg te duwen, maar de man Gods zei: ‘Laat haar begaan, want een groot verdriet heeft haar getroffen en Jahwe heeft het mij niet laten weten.’ 28 Toen zei ze: ‘Mijn heer, heb ik u soms een zoon gevraagd? Heb ik u niet gezegd: U moet me niets voorspiegelen?’ 29 Toen zei Elisa tot Gechazi: ‘Doe uw gordel om, neem mijn stok in uw hand en ga er heen. Als u iemand tegenkomt, groet hem dan niet, en als iemand u groet, geef dan geen antwoord. Leg dan mijn stok over de jongen.’ 30 Maar de moeder van de jongen zei: ‘Zowaar Jahwe leeft en zowaar u leeft, ik ga niet van u weg.’ Toen stond hij op en volgde haar. 31 Gechazi was voor hen uitgelopen en had de stok over de jongen gelegd, maar deze had geen teken van leven gegeven. Op de terugweg kwam hij Elisa tegen en zei: ‘De jongen is niet ontwaakt.’ 32 Elisa trad het huis binnen en vond de jongen dood op zijn bed liggen. 33 Hij ging de kamer in, sloot de deur en bad tot Jahwe. 34 Toen ging hij op het kind liggen, met de mond op zijn mond, de ogen op zijn ogen en de handen op zijn handen, en bleef zo over hem heengekromd tot het lichaam van het kind warm werd. 35 Toen kwam hij overeind, liep in de kamer op en neer en kromde zich weer over het kind. Toen niesde de jongen, tot zeven keer toe, en deed zijn ogen open. 36 Daarop riep Elisa Gechazi en zei: ‘Roep de Sunammitische.’ Hij riep haar en zij kwam naar hem toe. En hij zei tot haar: ‘U kunt uw zoon weer meenemen.’ 37 Ze liep op hem toe en boog zich ter aarde neer. Daarna nam zij haar zoon op en ging heen.” (2Kon 4:8-37 WV78)

[76] “40 ¶ Toen Jezus bij zijn terugkeer door het volk werd ontvangen, omdat iedereen Hem verwachtte, 41 trad er een man naar voren, die Jairus heette en overste van de synagoge was. Hij viel Jezus te voet en smeekte Hem naar zijn huis te komen, 42 want hij had maar een dochter, een kind van een jaar of twaalf, en deze lag op sterven. Terwijl Hij er heen ging, raakte Hij door de opdringende menigte bekneld. 43 Er was een vrouw bij die sinds twaalf jaar aan bloedvloeiing leed. Haar hele vermogen had zij aan dokters uitgegeven, maar bij niemand genezing kunnen vinden. 44 Zij naderde Hem van achteren, raakte de zoom van zijn mantel aan en op hetzelfde ogenblik hield haar bloedvloeiing op. 45 Jezus vroeg nu: ‘Wie heeft mij aangeraakt?’ Allen ontkenden het en Petrus merkte op: ‘Meester, de samengepakte menigte dringt van alle kanten tegen U op.’ 46 Maar Jezus zei: ‘Iemand heeft Mij aangeraakt, want Ik heb een kracht van Mij voelen uitgaan.’ 47 Toen de vrouw zag, dat zij niet onopgemerkt was gebleven, kwam zij bevend naar voren, viel Hem te voet en verhaalde ten aanhoren van al het volk, waarom zij Hem had aangeraakt en hoe zij op hetzelfde ogenblik genezen was. 48 Hij sprak tot haar: ‘Dochter, uw geloof heeft u genezen; ga in vrede.’ 49 Nog was Hij niet uitgesproken, of daar kwam iemand uit het huis van de overste van de synagoge met de boodschap: ‘Uw dochter is gestorven; val de Meester niet langer lastig.’ 50 Maar Jezus die het hoorde, zei tot Jairus: ‘Wees niet bang, maar heb geloof, dan zal zij gered worden.’ 51 Toen Hij aan het huis kwam, liet Hij niemand mee binnengaan, behalve Petrus, Johannes en Jakobus, en de vader en moeder van het kind. 52 Allen waren luid aan het wenen als rouwklacht over haar. Maar Hij sprak: ‘Weent niet; ze is niet gestorven, maar slaapt.’ 53 Ze lachten Hem uit, omdat ze wisten, dat ze gestorven was. 54 Hij pakte haar bij de hand en roep: ‘Meisje, sta op!’ 55 Haar levensgeesten keerden terug en onmiddellijk stond ze op. Hij gaf opdracht haar te eten te geven. 56 Haar ouders stonden verbaasd, maar Hij verbood hun aan iemand te vertellen wat er gebeurd was.” (Lu 8:40-56 WV78)

“11 Vervolgens begaf Jezus zich naar een stad die Nain heette; zijn leerlingen en een grote groep mensen gingen met Hem mee. 12 Hij was juist in de nabijheid van de stadspoort gekomen, toen daar een dode werd uitgedragen, de enige zoon van zijn moeder, en deze was weduwe. Een groot aantal mensen uit de stad vergezelde haar. 13 Toen de Heer haar zag, voelde Hij medelijden met haar en sprak: ‘Schrei maar niet.’ 14 Daarop trad Hij op de lijkbaar toe en raakte die aan. De dragers bleven staan en Hij sprak: ‘Jongeman, Ik zeg je: sta op!’ 15 De dode kwam overeind zitten en begon te spreken, en Jezus gaf hem aan zijn moeder terug. 16 Allen werden door ontzag bevangen en zij verheerlijkten God zeggende: ‘Een groot profeet is onder ons opgestaan,’ en: ‘God heeft genadig neergezien op zijn volk.’ 17 En dit verhaal over Hem deed de ronde door heel het joodse land en de wijde omtrek.” (Lu 7:11-17 WV78)

“17 Bij zijn aankomst bevond Jezus dat hij al vier dagen in het graf lag. 18 Betanie nu was dichtbij Jeruzalem, op een afstand van ongeveer vijftien stadien. 19 Vele Joden waren dan ook naar Marta en Maria gekomen om hen te troosten over het verlies van hun broer. 20 Zodra Marta hoorde dat Jezus op komst was, ging zij Hem tegemoet; Maria echter bleef thuis. 21 Marta zei tot Jezus: ‘Heer, als Gij hier was geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn. 22 Maar zelfs nu weet ik, dat wat Gij ook aan God vraagt, God het U zal geven.’ 23 Jezus zei tot haar: ‘Uw broer zal verrijzen.’ 24 Marta antwoordde: ‘Ik weet dat hij zal verrijzen bij de verrijzenis op de laatste dag.’ 25 Jezus zei haar: ‘Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, 26 en ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit?’ 27 Zij zei tot Hem: ‘Ja, Heer ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods, die in de wereld komt.’ 28 Na deze woorden ging zij haar zuster Maria roepen en zei zachtjes: ‘De Meester is er en vraagt naar je.’ 29 Zodra zij dit hoorde, stond zij vlug op en ging naar Hem toe. 30 Jezus was nog niet in het dorp aangekomen, maar bevond zich nog op de plaats waar Marta Hem ontmoet had. 31 Toen de Joden die met Maria in huis waren om haar te troosten, haar plotseling zagen opstaan en weggaan, volgden zij haar in de mening dat zij naar het graf ging om daar te wenen. 32 Toen Maria op de plaats kwam waar Jezus zich bevond, viel zij Hem te voet zodra zij Hem zag en zei: ‘Heer, als Gij hier was geweest zou mijn broer niet gestorven zijn.’ 33 Toen Jezus haar zag wenen, en eveneens de Joden die met haar waren meegekomen, doorliep Hem een huivering en diep ontroerd 34 sprak Hij: ‘Waar hebt gij hem neergelegd?’ Zij zeiden Hem: ‘Kom en zie, Heer.’ 35 Jezus begon te wenen, 36 zodat de Joden zeiden: ‘Zie eens hoe Hij van hem hield.’ 37 Maar sommigen onder hen zeiden: ‘Kon Hij, die de ogen van een blinde opende, ook niet maken dat deze niet stierf?’ 38 Bij het graf gekomen overviel Jezus opnieuw een huivering. Het was een rotsgraf en er lag een steen voor. 39 Jezus zei: ‘Neem de steen weg.’ Marta, de zuster van de gestorvene, zei Hem: ‘Hij riekt al, want het is al de vierde dag.’ 40 Jezus gaf haar ten antwoord: ‘Zei Ik u niet, dat gij Gods heerlijkheid zult zien als gij gelooft?’ 41 Toen namen zij de steen weg. Jezus sloeg de ogen ten hem en sprak: ‘Vader, Ik dank U dat Gij Mij verhoord hebt. 42 Ik wist wel, dat Gij Mij altijd verhoort, maar om wille van het volk rondom Mij heb Ik dit gezegd, opdat zij mogen geloven, dat Gij Mij gezonden hebt.’ 43 Na deze woorden riep Hij met luider stem: ‘Lazarus, kom naar buiten!’ 44 De gestorvene kwam naar buiten, voeten en handen met zwachtels omwonden en met een zweetdoek om zijn gezicht. Jezus beval hun: ‘Maakt hem los en laat hem gaan.’” (Joh 11:17-44 WV78)

[77] “1 Na de sabbat, bij het aanbreken van de eerste dag der week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria naar het graf kijken. 2 Plotseling ontstond er een hevige aardbeving en een engel van de Heer daalde uit de hemel, kwam naderbij, rolde de steen weg en zette zich daarop neer. 3 Hij straalde als een bliksemschicht en zijn kleed was wit als sneeuw. 4 De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven en het leven scheen uit hen geweken. 5 De engel sprak de vrouwen aan en zei: ‘Gij behoeft niet bevreesd te zijn; ik weet dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. 6 Hij is niet hier. Hij is verrezen zoals Hij gezegd heeft; komt zien naar de plaats waar Hij gelegen heeft. 7 Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen: Hij is verrezen van de doden, en nu gaat Hij u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Dat had ik u te zeggen.’” (Mt 28:1-7 WV78)

“1 Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria Magdalena, Maria de moeder van Jakobus, en Salome welriekende kruiden om Hem te gaan balsemen. 2 Op de eerste dag van de week, heel vroeg, toen de zon juist op was, gingen zij naar het graf. 3 Ze zeiden tot elkaar: ‘Wie zal de steen voor ons van de ingang van het graf wegrollen?’ 4 Opkijkend bemerkten ze echter dat de steen weggerold was; en deze was zeer groot. 5 Binnnengekomen in het graf zagen ze tot hun ontsteltenis aan de rechterkant een jongeman zitten in een wit gewaad. 6 Maar hij sprak tot haar: ‘Schrikt niet, Gij zoekt Jezus de Nazarener, die gekruisigd is. Hij is verrezen. Hij is niet hier. Kijk, dit is de plaats waar men Hem neergelegd had. 7 Gaat aan zijn leerlingen en aan Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult ge Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft.’ 8 De vrouwen gingen naar buiten en vluchtten weg van het graf; want schrik en ontsteltenis hadden hen overweldigd. En uit vrees zeiden ze er niemand iets van.” (Mr 16:1-8 WV78)

“1 Op de eerste dag van de week echter gingen zij zeer vroeg in de morgen naar het graf, met de welriekende kruiden die zij klaar gemaakt hadden. 2 Zij vonden de steen weggerold van het graf, 3 gingen binnen, maar vonden er het lichaam van de Heer Jezus niet. 4 Terwijl zij niet wisten wat daarvan te denken, stonden er plotseling twee mannen voor hen in een stralend wit kleed. 5 Toen zij van schrik bevangen het hoofd naar de grond bogen, vroegen de mannen haar: ‘Wat zoekt ge de levende bij de doden? 6 Hij is niet hier, Hij is verrezen. Herinnert u, hoe Hij nog in Galilea tot u gezegd heeft: 7 De Mensenzoon moet overgeleverd worden in zondige mensenhanden en aan het kruis geslagen, maar op de derde dag verrijzen.’ 8 Zij herinnerden zich zijn woorden, 9 keerden van het graf terug en brachten dit alles over aan de elf en aan al de anderen. 10 Het waren Maria Magdalena, Johanna en Maria, de moeder van Jakobus; de andere vrouwen die met hen waren vertelden aan de apostelen hetzelfde. 11 Maar dat verhaal leek hun beuzelpraat en zij geloofden het niet. 12 Toch liep Petrus ijlings naar het graf, bukte zich voorover, maar zag alleen de zwachtels. Daarop ging hij terug, verbaasd nadenkend over hetgeen er gebeurd was.” (Lu 24:1-12 WV78)

“1 Op de eerste dag van de week kwam Maria Magdalena, vroeg in de morgen - het was nog donker - bij het graf en zag dat de steen van het graf was weggerold. 2 Zij liep snel naar Simon Petrus en naar de andere, de door Jezus beminde leerling, en zei tot hen: ‘Ze hebben de Heer uit het graf genomen en wij weten niet waar ze Hem hebben neergelegd.’ 3 Daarop gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf. 4 Ze liepen samen vlug voort, maar die andere leerling snelde Petrus vooruit en kwam het eerst bij het graf aan. 5 Vooroverbukkend zag hij de zwachtels liggen, maar hij ging niet naar binnen. 6 Simon Petrus die hem volgde, kwam ook bij het graf en trad wel binnen. Hij zag dat de zwachtels er lagen, 7 maar dat de zweetdoek die zijn hoofd had bedekt, niet bij de zwachtels lag, maar ergens afzonderlijk opgerold op een andere plaats. 8 Toen pas ging ook de andere leerling die het eerst bij het graf was aangekomen, naar binnen; hij zag en geloofde, 9 want zij hadden nog niet begrepen hetgeen er geschreven stond, dat Hij namelijk uit de doden moest opstaan.” (Joh 20:1-9 WV78)

[78] “19 Nadat de Heer Jezus aldus tot hen gesproken had, werd Hij ten hemel opgenomen en zit aan de rechterhand van God. 20 Maar zij trokken uit om overal te prediken, en de Heer werkte met hen mee en schonk kracht aan hun woord door de tekenen die het vergezelden.” (Mr 16:19-20 WV78)

“50 Nu leidde Hij hen naar buiten tot bij Betanie, hief de handen omhoog en zegende hen. 51 En terwijl Hij hen zegende, verwijderde Hij zich van hen en werd ten hemel opgenomen. 52 Zij aanbaden Hem en keerden met grote blijdschap naar Jeruzalem terug. 53 Zij hielden zich voortdurend op in de tempel en verheerlijkten God.” (Lu 24:50-53 WV78)

[79] Logos, volume 47 p 394.

[80] “36 Er leefde destijds in Joppe een leerlinge met name Tabita, wat in vertaling Dorkas, Gazelle, betekent. Zij was onuitputtelijk in het doen van goede werken en het geven van aalmoezen. 37 Juist in die dagen was zij echter na een ziekte gestorven. Men waste haar en legde haar in een bovenvertrek. 38 Omdat Lydda dicht bij Joppe ligt, stuurden de leerlingen, die gehoord hadden dat Petrus daar verbleef, twee mannen naar hem toe met het verzoek: ‘Kom zonder uitstel naar ons toe.’ 39 Petrus ging aanstonds met hen mee. Bij zijn aankomst brachten ze hem in het bovenvertrek, waar alle weduwen wenend hem omringden en al de kleren en mantels lieten zien die Dorkas gemaakt had toen ze nog in hun midden was. 40 Petrus deed allen naar buiten gaan, knielde neer en bad. Toen sprak hij, zich kerend naar het lijk: ‘Tabita, sta op.’ Zij opende de ogen, zag Petrus en ging overeind zitten. 41 Hij reikte haar de hand en hielp haar opstaan. Vervolgens riep hij de heiligen en de weduwen en gaf haar levend aan hen terug. 42 Dit werd bekend in heel Joppe, zodat velen het geloof in de Heer aannamen. 43 Verscheidene dagen verbleef hij nog in Joppe bij een zekere Simon, een leerlooier.” (Hnd 9:36-43 WV78)

[81] “Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan;” (1Th 4:16 STV)

[82] “En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Denwelken Hij uit de doden verwekt heeft, [namelijk] Jezus, Die ons verlost van den toekomenden toorn.” (1Th 1:10 STV)

[83] “en u die verdrukt wordt rust en verkwikking, samen met ons, wanneer de Heer Jezus zal verschijnen en met zijn machtige engelen in laaiend vuur van de hemel zal neerdalen.” (2Th 1:7 WV78)

[84] “De overige doden werden niet levend voordat de duizend jaren voorbij waren. Dit is de eerste opstanding.” (Opb 20:5 WV78)

[85] “Maar zo is het niet! Christus is opgestaan uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn.” (1Co 15:20 WV78)

“Uit vrije wil heeft Hij ons het leven geschonken door het woord der waarheid, zodat wij in zekere zin de eerstelingen onder zijn schepselen zijn.” (Jak 1:18 WV78)

“Willens–en–wetens heeft hij ons voortgebracht met het woord der waarheid, opdat wij zullen zijn een eerste oogst van zijn scheppingen.” (Jak 1:18 NB)

[86] “Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters zijn van God en van zijn Gezalfde, en zij zullen met hem als koning heersen, die duizend jaar.” (Opb 20:6 NB)

[87] “En ik zag tronen, en zij zaten daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en [ik zag] de zielen van hen die om het getuigenis van Jezus en om het woord van God onthoofd waren, en van hen die het beest of zijn beeld niet hadden aangebeden en die niet het merkteken aan hun voorhoofd en aan hun hand ontvangen hadden; en zij leefden en heersten met Christus duizend jaren.” (Opb 20:4 VoorhNT4)

“en hebt hen gemaakt tot koningen 3 en tot priesters voor onze God; en zij zullen over de aarde heersen. {3. S.l. ‘een koningschap’.}” (Opb 5:10 VoorhNT4)

[88] Mount Pischah, p 184, The Mountains of the Bible, rev. John M'farlane, ll,d., 1899.

[89] Mount Tabor. p.307, The Mountains of the Bible, rev. John M'farlane, ll,d., 1899.

[90] Mount Tabor. p.308, The Mountains of the Bible, rev. John M'farlane, ll,d., 1899.

[91] Mount Tabor. p.308, The Mountains of the Bible, rev. John M'farlane, ll,d., 1899.

[92] “31 Wanneer de Mensenzoon komt in zijn heerlijkheid en vergezeld van alle engelen, dan zal Hij plaats nemen op zijn troon van glorie. 32 Alle volken zullen voor Hem bijeengebracht worden en Hij zal ze in twee groepen scheiden, zoals de herder een scheiding maakt tussen schapen en bokken. 33 De schapen zal Hij plaatsen aan zijn rechterhand, maar de bokken aan zijn linker. 34 Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: Komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld. 35 Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven. Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen, 36 Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht. 37 Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden en zeggen: Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? 38 En wanneer zagen wij U als vreemdeling en hebben U opgenomen, of naakt en hebben U gekleed? 39 En wanneer zagen we U ziek of in de gevangenis en zijn U komen bezoeken? 40 De Koning zal hun ten antwoord geven: Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan. 41 En tot die aan zijn linkerhand zal Hij dan zeggen: Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur dat bereid is voor de duivel en zijn trawanten. 42 Want Ik had honger en gij hebt Mij niet te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; 43 Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij niet opgenomen, naakt en gij hebt Mij niet gekleed; Ik was ziek en in de gevangenis en gij zijt Mij niet komen bezoeken. 44 Dan zullen ook zij antwoorden en zeggen: Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien of dorstig als vreemdeling of naakt of ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor U gezorgd? 45 Daarop zal Hij hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij niet voor een van deze geringsten hebt gedaan, hebt gij ook voor Mij niet gedaan. 46 En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven.’” (Mt 25:31-46 WV78)

[93] “24 ‘Spant u tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te komen, want, Ik zeg u, velen zullen het proberen, maar er niet in slagen binnen te komen. 25 Als eenmaal de huisvader is opgestaan en de deur gesloten heeft en gij dan buiten op de stoep begint te kloppen en te roepen: Heer, doe open! zal Hij u antwoorden: Ik weet niet waar gij vandaan komt. 26 Dan zult ge opwerpen: In uw tegenwoordigheid hebben wij gegeten en gedronken, en in onze straten hebt Gij onderricht gegeven. Maar weer zal zijn antwoord zijn: Ik weet niet waar gij vandaan komt. 27 Gaat weg van Mij, gij allen, bedrijvers van ongerechtigheid. 28 Daar zal geween zijn en tandengeknars, wanneer gij Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten zult zien in het Rijk Gods, terwijl ge zelf buiten geworpen zult zijn. 29 Zij zullen komen uit het oosten en het westen, uit het noorden en het zuiden, en aanzitten in het Koninkrijk Gods. 30 Denkt eraan: er zijn laatsten die eersten en eersten die laatsten zullen zijn.’” (Lu 13:24-30 WV78)

[94] “4 En ik zag tronen en zij namen daarop plaats en hun werd het oordeel gegeven. Ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en het woord van God, die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden en het merkteken niet hadden aangenomen op hun voorhoofd en hun hand. En zij werden weer levend en heersten met Christus, duizend jaren lang. 5 De overige doden werden niet levend voordat de duizend jaren voorbij waren. Dit is de eerste opstanding. 6 Zalig en heilig die deel hebben aan de eerste opstanding! Over hen heeft de tweede dood geen macht. Zij zullen priesters zijn van God en Christus, en met Hem als koningen heersen, duizend jaren lang.” (Opb 20:4-6 WV78)

[95] “En hij bracht mij in de geest op een zeer hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, terwijl zij van God uit de hemel neerdaalde,” (Opb 21:10 WV78)

[96] Seventh-day Adventists Answer Questions on Doctrine, (Washington: Review and Herald Publishing Ass., 1967), pp. 504-5.

[97] Zie ook het volgende hoofdstuk.

[98] “En Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninklijk geslacht van priesters, en zij zullen heersen op de aarde.’” (Opb 5:10 WV78)

[99] “Zalig en heilig zijn zij, die deel hebben aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht; maar ze zullen priesters zijn van God en van Christus, en heersen met Hem, duizend jaar lang.” (Opb 20:6 CANIS)

[100] “1 Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. 2 Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. 3 Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten. 4 Ook zag ik tronen, en aan hen die erop zaten werd recht gedaan. Het zijn de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met de messias. 5 De andere doden kwamen niet tot leven voordat de duizend jaar voorbij waren. Dit is de eerste opstanding. 6 Gelukkig en heilig zijn zij die deelhebben aan de eerste opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen. Zij zullen priester van God en van de messias zijn en duizend jaar lang samen met hem heersen.” (Opb 20:1-6 NBV)

[101] “Ook de belofte aan Abraham en zijn nakomelingen, dat zij de wereld zouden erven, steunt niet op de wet, maar op de gerechtigheid van het geloof.” (Ro 4:13 WV78)

[102] “Al het land dat gij ziet, schenk Ik aan u en aan uw nageslacht, voor altijd.” (Ge 13:15 WV78)

“27 Want gij allen die in Christus zijt gedoopt, zijt met Christus bekleed. 28 Er is geen Jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man en vrouw: allen tezamen zijt gij een persoon in Christus Jezus. 29 Maar als gij bij Christus hoort, dan zijt ge ook Abraham, ‘nageslacht’, erfgenamen krachtens de belofte.” (Ga 3:27-29 WV78)

[103] “18 daarna zullen de heiligen van de Allerhoogste het koningschap ontvangen en ze zullen het voor altijd, van eeuwigheid tot eeuwigheid bezitten.’ 19 Toen wilde ik de betekenis weten van het vierde beest, dat van alle andere verschilde, buitengewoon vreeswekkend was, tanden van ijzer had en klauwen van brons, dat vrat en fijnmaalde, en wat het overliet met zijn poten vertrapte; 20 en wat de tien horens op zijn kop beduidden en de elfde, die opschoot en waarvoor er drie uitvielen; die hoorn had ogen en een mond vol grootspraak en zag er groter uit dan de andere. 21 In mijn visioen zag ik dat die hoorn strijd voerde met de heiligen en hen overweldigde, 22 totdat de hoogbejaarde kwam en recht verschafte aan de heiligen van de Allerhoogste en de tijd aanbrak dat de heiligen het koningschap in bezit namen. 23 ‘Het vierde beest,’ zo vervolgde hij, ‘is een vierde koninkrijk dat op aarde zal bestaan; het zal van alle andere rijken verschillen; heel de aarde zal het verslinden, vertrappen en verpletteren. 24 Die tien horens zijn tien koningen, die uit dat rijk zullen voortkomen en na hen komt er nog een elfde, die van de vorigen zal verschillen en drie koningen ten val zal brengen. 25 Hij zal zich tegen de Allerhoogste richten, de heiligen van de Allerhoogste mishandelen en zich vermeten feesttijden en wet te veranderen. Ze zullen aan zijn macht zijn overgeleverd voor een tijd, tijden en een halve tijd. 26 Het gerechtshof zal plaats nemen en men zal hem de heerschappij ontnemen en hem voorgoed te gronde richten en vernietigen. 27 Dan zal het koningschap, de heerschappij en de luister van al de rijken onder de hemel gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koningschap is een eeuwig koningschap en alle machten zullen hem dienen en gehoorzamen.’” (Da 7:18-27 WV78)

Voorkeur gevende aan het Woord van God in plaats van aan het woord van mensen en aan tradities.