godversusgoden

Belgische Christadelphians

God versus goden

God = Machtige.

De bijbel spreekt over goden (en daar zijn Joden en Christenen het overigens wel over eens). Het woord god is dan ook een

titel. Het Hebreeuwse woord voor God (El of Eloah) betekent: machtige. Het is dus niet verwonderlijk dat machthebbers en rechters "god" genoemd werden. Dat betekent gewoon dat ze grote macht hadden toebedeeld gekregen. Je zou het kunnen zien als een sterk alternatief voor "koning", "heer", etc. Dit is inderdaad een joods gegeven. Die autoriteit was natuurlijk beperkt, en hield/houdt zeker geen universele almacht in.

In de oudheid werden vele groten goden genoemd, maar werden er ook vele goden aanbeden, nochtans waren het voorwerpen, natuurverschijnselen of eigenlijk gewone mensen die een machtspositie hadden verworven, maar ook die een bepaalde wijsheid hadden en deze tentoonspreidden. Daarom werden in bepaalde strekkingen of filosofische groepen de goden afgewezen en bestempeld als mensen of verzinsels van mensen. Door de eeuwen heen hebben velen naar antwoorden gezocht voor de dingen die zij niet konden begrijpen en vooral voor het bovennatuurlijke, door middel van religie of greep men terug naar de zuivere rede. Nadat Gautama Boeddha een zieke man, een oude man en een dode man had gezien, zocht hij naar verlichting, of zingeving, in religie, maar zonder geloof in een persoonlijke God, die men niet nodig zou hebben. Anderen hebben zich tot hun kerk gewend. en weer anderen vonden zoals de filosoof Epicurus (341-270 v.G.T.) dat goden te ver weg zijn om ons ook maar enig kwaad of goed te doen. In Griekse en andere mythologieën wordt een tijd beschreven waarin goden en halfgoden zich met mensen inlieten.

Naast de verering van de vele goden die volgens een bepaalde hiërarchie werden gerangschikt had men vroeger en nu nog bij bepaalde groeperingen de verering van demonische machten. Het Griekse woord ”daimon” betekent oorspronkelijk god, godheid, en dan vooral een lagere godheid, een tussenwezen, een boze geest.

Ook vandaag hebben mensen het over hun goden. De god Voetbal heeft zeer vele goden en volgelingen daarin gaan zeer ver in hun verering ( Maradonna, Pele, Cruijf, Zidane, Ronaldino, Puskas). Verder treft men in de sport mensen aan zoals: Muhammed (Louisville Lip) Ali, Lewis, Tyson, Michael Jordan, Eddy Merckx, Wayne Gretzky, Martina Navratilova en vele anderen. Ook de show en theaterwereld zijn voorzien van een resem aanhangers van favoriete sterren die verafgood worden door bepaalde leken (Nijinsky, Nureyev, Baryshnikov, Louis Armstrong, Ella Fitzgeral, John Coltrane, Duke Ellington, Miles Davis, Madonna, Britney Spears, Kate Bush, Robert De Niro, Tom Hanks, Cary Grant, Tom Cruise, George Clooney, en vele anderen). Sommige van deze goden hebben zichzelf tot goden opgeworpen; andere zijn door degenen die hen dienen tot voorwerpen van aanbidding gemaakt. Een van de gekendste afgoden van vandaag is Elvis Presley die in verscheidene landen zelfs kerken heeft gekregen.

Zo zien wij dat er op aarde gesproken wordt over goden die hier op aarde zijn, maar er wordt ook gesproken over een god in of goden in de hemel. Als het over die God gaat gaan meer mensen makkelijker hun stekels opzetten. Het blijkt een god te zijn die meer wrevel oproept dan die aardse goden.

De vele mensen die eigenhandig hun gouden en zilveren afgodsbeelden maken moeten er zich van bewust zijn dat er slechts één God is. Al hebben die beelden die ze maken of de figuren, een mond, kunnen zij niets zeggen. Ook al hebben de beelden ogen kunnen zij niets zien. De oren waar zij van voorzien zijn blijken van geen nut omdat die niet kunnen horen. En ademen kunnen zij helemaal niet. De mensen die die beelden hebben gemaakt en ieder die op die beelden vertrouwt, zullen net als die beelden worden: dood en vergaan tot stof. Daarom moeten wij er bewust van zijn dat er misschien vele goden bestaan voor de mensen, maar dat er slechts één is die de Ware Éne God kan zijn welke de aarde gecreëerd heeft. Ook al zeggen de mensen dat er in de hemel en op aarde vele goden en vele heren zijn (en er zijn heel wat zogenaamde goden en heren) wij weten wel beter. Er is maar één God: de Vader, door Wie alles is en voor Wie wij leven. En er is ook maar één Heer: Jezus Christus, door wie alles is kan bestaan en die het mogelijk heeft gemaakt om verder te leven.

"Wij weten dat een afgod niets is in de wereld en dat er geen God is dan één. Want ook al zijn er die 'goden' worden genoemd, hetzij in de hemel of op aarde, zoals er vele 'goden' en vele 'heren' zijn, in werkelijkheid is er voor ons maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en wij voor hem; en er is één Heer, Jezus Christus, door bemiddeling van wie alle dingen zijn en wij door bemiddeling van hem." - (1 Korinthiërs 8:4-6)

"De afgoden der natiën zijn zilver en goud, Het werk van de handen van de aardse mens. Een mond hebben ze, maar ze kunnen nog geen [woord] spreken; ogen hebben ze, maar ze kunnen niets zien; oren hebben ze, maar ze kunnen aan niets het oor lenen. Ook is er geen geest in hun mond. Degenen die ze maken, zullen net zo worden als zij, ieder die erop vertrouwt". (Psalm 135:15-18).

Wanneer er over God gesproken wordt in absolute, universele zin, dan is er in de Bijbel natuurlijk maar één God, dat staat buiten kijf. Zijn naam wordt ons ook bekend gemaakt: YHWH. (Jahweh of Jehovah) En die YHWH is één. Geen familie of conglomeraat van meerdere personen, maar één, enkel, almachtig, individu.

Alle andere "goden" zijn schepselen met beperkte autoriteit.

In het begin van onze gewone tijdrekening werd één van de eerste grote Christenvervolgers voor een hooggerechtshof in Athene genodigd. Daar kreeg hij te maken met epicuristen en stoïcijnen, die niet in een persoonlijke God geloofden. In zijn inleidende opmerkingen zei deze man Saulus, die zich ondertussen bekeerd had en Paulus werd genaamd, dat hij in hun stad een altaar had gezien met het opschrift "Aan een onbekende God" (Grieks: A·gno'stoi The'oi). Het is interessant dat volgens sommigen de bioloog Thomas H. Huxley (1825-1895) hierop zinspeelde toen hij de term "agnostisch" bedacht. Huxley paste het woord toe op degenen die van mening zijn dat "de uiteindelijke oorzaak (God) en het essentiële wezen der dingen onbekend of onkenbaar zijn". Maar is de Schepper werkelijk "onkenbaar", zoals velen hebben betoogd?

Dat is, eerlijk gezegd, een verkeerde toepassing van Paulus' zinsnede; ze gaat voorbij aan Paulus' bedoeling. In plaats van te zeggen dat de Schepper onkenbaar was, zei Paulus eenvoudig dat Hij onbekend was voor die Atheners. Paulus beschikte niet over evenveel wetenschappelijke bewijzen voor het bestaan van een Schepper als wij in deze tijd. Toch betwijfelde Paulus niet dat er een persoonlijke, intelligente Ontwerper is tot wie wij ons wegens zijn hoedanigheden aangetrokken dienen te voelen. Merk op wat Paulus vervolgens zei:

"Waaraan gij . . . onwetend godvruchtige toewijding schenkt, dat verkondig ik u. De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat daarin is, Hij die Heer is van hemel en aarde, woont niet in door handen gemaakte tempels en wordt ook niet door mensenhanden verzorgd, alsof hij iets nodig had, daar hij zelf aan allen leven en adem en alle dingen geeft. En hij heeft uit één mens elke natie van mensen gemaakt om op de gehele oppervlakte der aarde te wonen" (Handelingen 17:23-26).

Tussen god en God is er een groot verschil en in die zin kan men ook zeggen dat er valse goden zijn en slechts één Ware God, door wie alles is ontstaan of mogelijk gemaakt.

Naast de goden met vele namen is er diegene die wenst dat de mensen Hem zouden kennen als de Enige Ware God Elohim wiens unieke naam, Jehovah/Jahweh, ten doel heeft hem van alle andere goden te onderscheiden. Hij heeft zich kenbaar gemaakt en heeft diegenen die Hem trouw waren Zijn wonderdaden laten opmerken maar ook laten optekenen. In die Geschriften wenste Hij dat ook Zijn Naam vernoemd zou worden. Daarom staat die naam zo vaak in de bijbel, vooral in het gedeelte dat in het Hebreeuws is geschreven. Doorheen de jaren is de afvalligheid gekomen en de weerstand tegen die ene God die zich onderscheid van de andere goden. Alsook is er later bij de volgelingen van Jezus apostelen een groepering ontstaan die zich wenste te verzoenen met de machthebbers en daarom toegaven aan het heidense beeld van drie goden die de wereld zouden beheersen. Doordat beeld van Drie-eenheid kwam er vervaging in het Christendom en verkoos men de duidelijkheid van de naamsverwijzingen tot bepaalde personen in de Heilige Schrift weg te nemen. Veel vertalers besloten om de goddelijke naam niet meer te plaatsen in de Bijbelvertalingen, zogezegd om geen verwarring te zaaien, maar integendeel was het om de rol van bepaalde personen te verduisteren of in een ander licht te stellen. Zo zou men dan ook aan Jezus de titel van god kunnen geven, Maar in Psalm 83:18 staat duidelijk: "Gij, wiens naam Jehovah is, gij alleen [zijt] de Allerhoogste . . . over heel de aarde." De Elohim die zich reeds van in het begin der tijden had kenbaar gemaakt en verzocht Zijn naam kenbaar te maken, is de enige en niemand buiten Hem kan zich God noemen. Hij is de Enige die ons antwoorden en eeuwig leven kan geven. Het is dus passend dat wij Gods persoonlijke naam gebruiken wanneer wij over hem spreken.

De naam Jehovah is een vorm van een Hebreeuws werkwoord dat "worden" betekent. Gods naam betekent dan ook "Hij veroorzaakt te worden" of "Ik ben die ben" "Ik ben het zijn". Jehovah God identificeert zich daardoor als het wezen zelf dat het zijn an sich is. Hij maakt zich bekend als diegene die alles veroorzaakt en er voor zorgt dat iets er kan zijn. Hij manifesteert zich als de Grote God die een voornemen heeft, een Plan dat vandaag de dag nog steeds niet ten volle is uitgevoerd. Niet tegenstaande veroorzaakt Hij altijd dat zijn voornemens verwezenlijkt worden.

In 1 Timotheus vinden wij: onze Redder, God, wiens wil het is dat alle soorten van mensen worden gered en tot een nauwkeurige kennis van de waarheid komen. Want er is één God en één middelaar tussen God en mensen, een mens, Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als een overeenkomstige losprijs voor allen. Het komt er op aan dat wij een duidelijk onderscheid maken tussen de gever van Redding en diegene die de zware taak volbracht om ons die redding te ‘betalen’. Alsook moeten wij er ons bewust van zijn dat er op de speciaal daarvoor bestemde tijden getuigenis zal dienen te worden afgelegd.

“die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen. Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd. Om dit te verkondigen ben ik als apostel aangesteld. Ik spreek de waarheid, ik lieg niet-ik ben aangesteld als leraar voor de heidenen om hun het geloof en de waarheid te onderwijzen.” (1Ti 2:4-7 NBV)

Vele Christenen getuigen van hun geloof met Deuteronium 6 aan te halen: ... "Jehovah, onze God, is één Jehovah. " en kan mensen doen afvragen als de apostel Paulus deed voor de Romeinen: (3:30) " indien God werkelijk één is, die besnedenen rechtvaardig zal verklaren ten gevolge van geloof en onbesnedenen rechtvaardig zal verklaren door middel van hun geloof." plus: "Wat nu het eten van voedsel betreft dat aan afgoden is geofferd, wij weten dat een afgod niets is in de wereld en dat er geen God is dan één. Want ook al zijn er die „goden" worden genoemd, hetzij in de hemel of op aarde, zoals er vele „goden" en vele „heren" zijn, in werkelijkheid is er voor ons maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en wij voor hem; én er is één Heer, Jezus Christus, door bemiddeling van wie alle dingen zijn en wij door bemiddeling van hem. "(1Korinthiers 8:4-6)

Ook Jezus kende zijn plaats tegenover Zijn Schepper en Vader:

“Deze dingen sprak Jezus, en terwijl hij zijn ogen naar de hemel opsloeg, zei hij: „Vader, het uur is gekomen; verheerlijk uw zoon, opdat uw zoon u verheerlijkt, gelijk gij hem autoriteit over alle vlees hebt gegeven, opdat hij, wat het gehele [aantal] betreft [van hen] die gij hem hebt gegeven, hun eeuwig leven moge geven. Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus. Ik heb u op de aarde verheerlijkt, daar ik het werk heb voleindigd dat gij mij te doen hebt gegeven. En nu, Vader, verheerlijk mij naast uzelf met de heerlijkheid die ik naast u had voordat de wereld was.” (Johannes 17:1-5)

Jehovah is "een God die exclusieve toewijding eist" (Exodus 20:5). Mozes herinnerde de Israëlieten eraan dat 'Jehovah, onze God, één Jehovah is' (Deuteronomium 6:4). Jezus Christus herhaalde die woorden: “Het eerste gebod is: Hoor Israël; de Heer JHWH, onze God, is de énige Heer;” (Mr 12:29)

Degenen die de bijbel als Gods Woord aanvaarden, aanbidden dan ook geen Drieëenheid, bestaande uit drie personen of goden in één. Het woord "Drieëenheid" komt trouwens niet eens in de Bijbel voor. De ware God is één Persoon, onderscheiden van Jezus Christus (Johannes 14:28; 1 Korinthiërs 15:28). Gods heilige geest is geen persoon, maar Jehovah's werkzame kracht, waarvan de Almachtige zich bedient om zijn voornemens te volbrengen. ( Genesis 1:2; Handelingen 2:1-4, 32, 33; 2 Petrus 1:20, 21).

“Jullie hebben toch gehoord dat ik zei dat ik wegga en bij jullie terug zal komen? Als je me liefhad zou je blij zijn dat ik naar mijn Vader ga, want de Vader is meer dan ik.” (Joh 14:28 NBV)

“En op het moment dat alles aan hem onderworpen is, zal de Zoon zichzelf onderwerpen aan hem die alles aan hem onderworpen heeft, opdat God over alles en allen zal regeren.” (1Co 15:28 NBV)

“De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.” (Ge 1:2 NBV)

“Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.” (Hnd 2:1-4 NBV)

“Jezus is door God tot leven gewekt, daarvan getuigen wij allen. Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft van de Vader de heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft hij op ons doen neerdalen, en dat is wat u ziet en hoort.” (Hnd 2:32-33 NBV)

“Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat, want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest.” (2Pe 1:20-21 NBV)

Ook al mogen er blijvend nieuwe goden gecreëerd worden, moeten ware gelovigen zich houden aan de Ene Ware God Elohim Jehovah, Jahweh de Allerhoogste.

Het is belangrijk dat wij beseffen dat er slechts één God is. Hij is de God der goden, de God die hemelwezens en aardse wezens gemaakt heeft. Het is belangrijk Hem te dienen en Hem op de eerste plaats te zetten. Wie andere goden wil dienen, verbreekt de band met de ene God.

Om meer te weten wie die Ware God is die tegenover die vele goden en valse of afgoden staat kan u best eens nagaan wat de titels van God allemaal betekenen. Vergelijk ook de eigenheden aan God toegeschreven met de eigenheden aan Jezus toegeschreven en merk dan duidelijk de verschillen tussen Jehovah/Jahweh en Jeshua/Jezus.

Voorkeur gevende aan het Woord van God in plaats van aan het woord van mensen en aan tradities.