fundamentindeschrift

Belgische Christadelphians

Fundament in de Schrift

“Denk aan Hem op al uw wegen en Hij zal uw paden effenen.” (Spr 3:6 WV78)

“De gerechtigheid van de deugdzame effent zijn weg, maar de zondaar komt ten val door zijn zondigheid.” (Spreuken 11:5 WV78)

Indien wij onze zondigheid opzij willen doen en groeien in oprechte liefde naar de volheid van Christus, dan zullen wij meer mogelijkheden vinden om sterk te staan tegen verleiding, maar ook meer mogelijkheden vinden om het foute opzij te zetten. door het verkeerde te herkennen zullen wij ook makkelijker het juiste kunnen inzien en koesteren.

Er durven op vertrouwen dat de Heilige Schrift zich zelf zal kunnen verklaren is al een eerste goede zet. dan moeten wij nog de moeilijkste stap doen, en dat is afzien van het vroeger geleerde om eerst even de zuivere tekst tot ons te nemen. Met open geest enkel lezen wat er gedrukt staat en pas dan afgaand op het voorgaand gelezene de teksten met elkaar gaan vergelijken en elkaar laten aanvullen. Want uiteindelijk is elke nieuwe tekst een voortzetting van de voorgaande, ofwel met vernieuwingen, verduidelijkingen of aanvullingen.

“Zij heeft hen tot wie het woord Gods gericht werd, goden genoemd, en de Schrift heeft bindende kracht.” (Johannes 10:35 WV78)

Jezus weerlegt niet wat er in de Schrift wordt gezegd. Hij bekend en verdedigt het en geeft te kennen dat het Jehovah, God Zijn Vader is die het ons mededeelt via Zijn Boodschappers.

Alhoewel de Heilige Schrift uit verschillende boekenrollen is samengesteld, vormen al deze afzonderlijke delen toch één geheel.

"Men kan niet zeggen dat een woord op de een plaats geen kracht heeft, omdat er een uitspraak op een andere plaats tegenover staat, die meer kracht heeft. Het ene woord heeft evenveel kracht als het andere; daarom moet ieder in verband met de anderen worden opgevat en de betekenis van het ene door het andere nader bepaald worden. " (Dächsel, Van Lingen, Van Griethuijsen)

Men kan de Heilige Schrift niet tegenspreken, en dat kan niet weerlegd worden.

Men kan de woorden van de profeten en de apostelen niet ontkennen en moet er een ongelofelijke waarde aan hechten.

Volgens Jamieson, Fauset en Brown horen wij in de stem van Christus de stem van de uitstekende Glorie, de Veruiterlijking van het Woord, waardoor wij de Godsbevestiging krijgen via een mens van vlees en bloed.

Datgene dat van de aarde afkomstig is zal steeds als van een bloot mens zijn en natuurlijker wijze spreekt als een bloot mens, hoewel hij met Gods Geest begaafd kan zijn. (Kant) Dan hangt het af hoe men Christus Jezus wil aanschouwen. Neemt men Hem als een ordinaire mens of ook als Zendeling van God. Indien men aan neemt dat ook Hij gezonden is van God en uit de hemel zou komen dan moet Hij ook die hemelse gaven van spreken en handelen hebben. “Wie van boven komt, staat boven allen. Wie van de aarde is, behoort tot de aarde en spreekt de taal van de aarde. Wie uit de hemel komt, staat boven allen.” (Johannes 3:31 WV78)

Al de opgeschreven raad komt niet zo maar uit mensen voort. zij hebben misschien veel dingen ontlokt maar waren niet bij machte om het allemaal zelf te verwezenlijken. de schrijvers zelf laten ons weten dat de teksten hen zijn ingegeven door goddelijke inspiratie. Zij spraken niet door hun eigen suggestie maar door de waarheid die tot hen gebracht was door God. en als men de teksten door neemt ziet men tussen al die menselijkheden en verschillen van persoonlijkheden toch één constante. De 'buitenaardse invloed' waar zij allen over spreken komt door heen hun werken als één leidraad. Als één licht blijkt het doorheen al de teksten eenzinnig te spreken. De schrijvers zelf nemen de nederigheid hun gedachten toe te schrijven aan iemand die hoger is dan hen en veel meer kennis heeft dan hen. Elohim, Jehovah, de Ene Waarachtige wordt alle eer gegeven.

“De geest van Jahwe spreekt door mij; zijn woord is op mijn tong.” (2 Samuël 23:2 WV78)

“Want profetie is nooit voortgekomen uit menselijke aandrift; door de heilige Geest gedreven hebben mensen gesproken van Godswege.” (2 Petrus 1:21 WV78)

Ook Christus woorden zullen als de andere woorden van de profeten niet voor bij gaan.

“Beginnend met Mozes verklaarde Hij hun uit al de profeten wat in al de Schriften op Hem betrekking had.” (Lucas 24:27 WV78)

“Hij sprak tot hen: ‘Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was: Alles wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes, in de profeten en psalmen moet vervuld worden.’” (Lucas 24:44 WV78)

“Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.” (Mattheus 24:35 WV78)

Aanvullend tot de Hebreeuwse Geschriften gingen na Jezus de apostelen verder met er op te duiden dat niets uit het Woord van God mocht verloren gaan. Ook hun woorden gingen verder deel uitmaken van Gods verkondigingen aan deze wereld.

door dat er nieuw licht op de kennis werd gebracht was het belangrijk geworden dat ook de woorden van de apostelen deel gingen uitmaken van de Heilige Schrift, omdat Gods Geest bepaalde dingen pas in de eerste jaren van onze Nieuwe Tijdrekening bekend of geopenbaard heeft gemaakt

“Nooit is het onder vroegere geslachten aan de kinderen der mensen bekend gemaakt, zoals het nu door de Geest is geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten:” (Efeziërs 3:5 WV78)

“door u te herinneren aan de voorspellingen van de heilige profeten en aan het gebod van onze Heer en Heiland, dat u door uw apostelen is overgeleverd.” (2 Petrus 3:2 WV78)

Wij moeten beseffen dat het heiligen waren die ons het Woord van God op schrift hebben gesteld zo dat wij ook deelgenoot er van konden worden. De echtheid er van kan men nagaan door al de teksten de ontrafelen en op hun echtheid en voorspellingswaarde te toetsen. Men zal dan ook merken dat niets van die verhalen als onwaar zal kunnen betiteld worden. Ook is het opmerkelijk hoe al deze verhalen de tand des tijds hebben kunnen doorstaan en in onveranderde vorm zijn overgeleverd.

21. Want de profetie, die inderdaad zo een is geweest en in de Schrift is bewaard, is voortijds niet voortgebracht door de wil van een mens, zoals dat met de bedriegerijen van de valse profetie het geval is (Jeremia 23:26 ); maar de heilige mensen van God, die de Heilige Schriften te boek stelden, door de Heilige Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken (Handelingen der apostelen 28:25. 2 Timotheus 3:16, Hebreeën 1:1). Volgens de zekere regel, dat ieder voor zijn eigen woorden de beste en meest betrouwbare uitlegger is, moet ook de uitlegging van de Schrift uitgaan van Hem, die de eigenlijke schrijver is, en mag die niet naar eigen menselijk inzicht plaats hebben.

Als eerste en voornaamste regel in het acht geven op het profetische woord stelt de apostel de erkentenis, dat "geen profetie van de Schrift is van eigen uitlegging," dat is een, die van menselijke uitlegging afhankelijk zou zijn en door deze te verklaren. Voortgebracht, niet door menselijke wil, maar door ingeving van de Geest van God, moet de profetie ook worden uitgelegd niet door de mens zelf, maar door de Heilige Geest. Dit te weten, is ware wetenschap; en de apostel herinnert zijn lezers deze vast te houden en niet te ruilen met een valse wetenschap, die trotse geesten hogere wetenschap noemen, om hun mooie fabels (2 Petrus 1.16), die zij in het profetische woord leggen onder de naam van "diepe uitlegging," waarmee zij de zin van de Schrift bederven (2 Petrus 3.16). Als wij vergeten, wat wij vóór alle dingen naar de woorden van de apostel moeten weten, dan zullen wij, zoals Flacius zegt, de Schrift lezen, alsof die menselijke vinding was en zullen niet met eerbied sidderen bij de uitspraken van de levende God; dientengevolge kan ook de Geest van God niet op ons komen en op ons rusten. Met lichtvaardige waagstukken zullen wij velerlei bedoelingen van de Schrift ons dromen en daarentegen Gods bijstand tot haar recht verstaan nooit afbidden. Zo zullen wij lopen tegen de steen des aanstoots met de papisten en andere verachters van de Schrift, terwijl wij uit de Schrift onze dwalingen versterken, in plaats van ons door haar te laten leren en verlichten. (Besser).

Wij moeten dus trachten de basis van ons geloof op te bouwen uit de gegevens die wij in de Heilige Schrift kunnen vinden. Het Woord van God zo als het is overgeleverd in de Boeken der Heiligen moeten wij als de bouwsteen laten worden om onze kennis van God op te bouwen en om de Waarheid te leren inzien. Door in de Heilige Schrift op zoek te gaan naar de waarheid, zullen wij deze leren kennen als wij ons zelf er voor willen open stellen.

Petrus heeft geleerd: u moet niet uitleggen, de Heilige Geest moet het zelf uitleggen, of het moet onuitgelegd blijven. (Luther).

Met de eigen uitlegging, hier door de apostel verworpen, is echter niet bedoeld de naarstigheid van ieder Christen, om de betekenis van de Schrift uit de Schrift zelf te onderzoeken, maar de eigen mening en zin van de mensen, die hij naar eigen willekeur vormt en in de Schrift inbrengt. (J. Gerhard).

“Gemakkelijker vergaan hemel en aarde dan dat een haaltje van de Wet wegvalt.” (Lucas 16:17 WV78)

“Wie dus een van die voorschriften, zelfs het geringste, opheft en zo de mensen leert, zal de geringste geacht worden in het Rijk der hemelen, maar wie ze onderhoudt en leert zal groot geacht worden in het Rijk der hemelen.” (Mattheus 5:19 WV78)

“Elk door God geïnspireerd geschrift dient ook om te onderrichten in de waarheid en dwalingen te weerleggen, om de zeden te verbeteren en de mensen op te voeden tot een rechtschapen leven,” (2 Timotheüs 3:16 WV78)

DE BIJBEL onze Gids

Als wij beweren christenen te zijn behoren wij even vast op de Schriften te vertrouwen als Jezus en de apostelen deden:

Jezus: “De Schrift kan niet gebroken worden” (Johannes 10:35)

Paulus: “Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te

voeden in de gerechtigheid” (2 Timotheüs 3:16)

Petrus: “Want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben

mensen van Godswege gesproken” (2 Petrus 1:21)

Het ware geloof moet gefundeerd zijn op een volledig geïnspireerde Bijbel

+++

In de Schrift kunnen wij de rechtvaardigheid van God leren kennen.

“Voor het Evangelie toch schaam ik me niet. Immers het is een goddelijke kracht ter zaligheid voor iedereen, die gelooft; eerst voor den Jood en dan voor den Griek. Want in het Evangelie openbaart zich de gerechtigheid Gods, verkregen door een steeds groeiend geloof; zoals geschreven staat: "Wie rechtvaardig is door het geloof, hij zal leven". (Ro 1:16-17 CANIS)

In de Heilige Schrift kunnen wij vele antwoorden vinden. door er veelvuldig in te lezen zullen wij ook duidelijker inzicht in die boeken krijgen en in de beweegredenen van God.

Door in Het Woord van God te geloven maken wij al een kans om inzicht te krijgen hoe wij gered kunnen worden. Wij zullen merken dat hét geloof in God een eerste voorwarde zal zijn. Daarna volgt het geloof in de mens die Hij, Jehovah, ons heeft gezonden.

Zonder aanvaarding van de offerdaad van Jezus is er geen Christos, Messias of Redder voor ons.

Velen denken dat men enkel tot inzicht van de Heilige Schrift kan komen door universitaire studies te volgen en dan nog wel degelijk een theologische opleiding. zij vergeten de Kracht van God.

Het is namelijk god die inzicht geeft en niet de mens.

Wanneer iemand tot het geestelijk leven opgewekt wordt is het de Roep van God die hem of haar verder zal leiden.

Indien wij dan met de juiste reden volgen zal God ook ons hart verder aan vullen met de juiste hoedanigheden en ons verstand met de juiste en nodige inzichten.

Niet het weten, maar het geweten zullen de belangrijke factor zijn voor de juiste kennis.

De Bijbel is maar een middel, een spreekbuis van God naar ons toe, om ons te helpen de Kracht van God te leren kennen.

Door ons verder in de Schrift te verdiepen zullen wij ook ons verder kunnen sterken en gewapend zijn tegenover de minder goede invloeden van buiten af.

“De wapens waarmee wij strijden zijn niet zwak, ze zijn geladen met Gods kracht, in staat elke sterkte te breken. Wij werpen redeneringen omver, elke verschansing door de hoogmoed opgeworpen tegen de kennis van God. Wij nemen elke gedachte gevangen om haar te onderwerpen aan Christus,” (2Co 10:4-5 WV78)

“Mijn woord is als een vuur - godsspraak van Jahwe -, als een hamer die een rots vaneensplijt.” (Jer 23:29 WV78)

Voor die genen die in Jehovah geloven en Christus willen volgen als hun verlosser staat het vast dat zij de kracht uit het Woord van God zullen kunnen halen om deze wereld te kunnen overleven, is het niet letterlijk dan geestelijk.

“Want de prediking van het kruis is dwaasheid voor hen die verloren gaan, maar voor hen die gered worden, voor ons, is zij Gods kracht.” (1Co 1:18 WV78)

God heeft de Boeken van de Heilige Schrift tot ons doen brengen uit liefde voor ons en om ons de kans te geven inzicht te krijgen hoe wij Redding kunnen krijgen en van Gods kracht mogen genieten.

De bedoeling van de Bijbel is om ons waardig te maken die Redding te ontvangen. Het is het hulpmiddel om ons tot gelijken van Christus te maken. Het is namelijk door de Genade Gods dat wij gelijkgeschakeld zijn geworden om tot de Vader te komen. door niemand minder dan Christus kunnen wij dat doen. Dankzij Jezus zullen wij ook als Hem in Gods nabijheid mogen komen wonen. Wij zullen volledig vrij gewassen zijn van zonden en verder in onschuld kunnen blijven leven.

“Maar God, die rijk is aan erbarming, heeft wegens de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad, ons met Christus ten leven gewekt, hoewel wij dood waren door onze zonden; aan zijn genade dankt gij uw redding. En Hij heeft ons samen met Hem doen opstaan en zetelen in de hemelen, in Christus Jezus, om de naderbij komende eeuwen de overgrote rijkdom van zijn genade te tonen door zijn goedheid jegens ons in Christus Jezus. Ja, aan die genade dankt gij uw heil, door het geloof; niet aan uzelf, Gods gave is het; niet aan uw prestaties, niemand mag zich verhovaardigen.” (Efe 2:4-9 WV78)

“Maar nu het geloof gekomen is, staan we niet langer onder toezicht, want door het geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God. U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed. Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen–u bent allen één in Christus Jezus.” (Ga 3:25-28 NBV)

“Wij zijn dwaas om Christus’ wil, u bent zulke verstandige christenen! Wij zijn zwak, u sterk! U bent geëerd, wij veracht!” (1Co 4:10 GNB)

Door bijbelstudie zullen wij verder inzicht krijgen in Gods werk, in de daden en opdrachten van Christus, in de Wil van God en hoe wij ons leven vorm kunnen geven om volledig klaar te staan om opgenomen te worden in het Koninkrijk van God.