Het volledige verhaal vertellen
Artikel met historische duiding van de toespraak
van Patrice Lumumba
op 30 juni 1960.
Door Andries Devogel,
leraar geschiedenis.
Artikel in kader van de actie ‘Lumumba vanuit je bubbel',
dinsdag 30 juni 2020, rond toespraak Patrice Lumumba 30.06.1960.
Donderdag 14 januari 2021.
Historische duiding speech Lumumba
Na de volksopstand van januari 1959 beloofde België een snelle onafhankelijkheid voor Congo. De koloniale overheid organiseerde hierop verkiezingen in mei 1960. Dankzij deze verkiezingen kreeg Congo een allereerste eigen parlement en regering. Joseph Kasavubu werd president, Patrice Lumumba premier. Aan hen de loodzware taak om 80 jaar koloniaal beleid van zich af te schudden en Congo op haar eigen benen te laten staan.
Een maand later, op 30 juni 1960, werd Congo officieel onafhankelijk. De Belgische koning Boudewijn werd ter ere van die gelegenheid uitgenodigd in de hoofdstad van de toekomstige ex-kolonie. Tijdens de officiële plechtigheid waren slechts twee sprekers voorzien: koning Boudewijn en president Kasavubu. Premier Lumumba kreeg kort daarvoor de toespraken van beide persoonlijkheden onder ogen. Hij vond dat ze niet het hele verhaal vertelden en besloot dan maar zelf een speech te schrijven. Deze zou hij, totaal onaangekondigd, brengen in aanwezigheid van de Congolese en Belgische hoogwaardigheidsbekleders. Die speech van Lumumba ging de geschiedenis in als een aanklacht tegen het kolonialisme.
Toespraken 30 juni 1960
Op de dag van de onafhankelijkheidsviering speechten, zoals afgesproken, Koning Boudewijn en president Kasavubu.
Boudewijn zag de onafhankelijkheid van Congo als “de bekroning van het werk dat door het genie van koning Leopold II werd bedacht...” en Leopold II “...vatte dat werk aan met volhardende moed, een werk dat later met overtuiging door België werd verder gezet.” Het kolonialisme werd door Boudewijn gezien als een taak die de Europeanen wel op zich moesten nemen. De blanke man had de ‘taak’ de rest van de wereld te ‘beschaven’.
Kasavubu had het in zijn speech vooral over de dankbaarheid van het Congolese volk ten aanzien van de Belgen en hun ‘beschavingswerk’. De 80 jaar oude retoriek over ‘de nobele bedoelingen van de Belgen en de weldaden van kolonisatie’ werden tot op de laatste dag van de kolonisatie verkondigd. De onafhankelijkheid was volgens beide sprekers het gevolg van het afronden van dat beschavingswerk. Congo werd eindelijk ‘volwassen’ genoeg bevonden om op eigen benen te staan.
Toen nam premier Lumumba onverwacht het woord
De woorden die Lumumba toen uitsprak, waren in vele opzichten baanbrekend. Zo vatte hij zijn speech aan door te stellen dat de onafhankelijkheid geen geschenk was van België, maar afgedwongen werd door “een volgehouden strijd die ons ontberingen, lijden en ons bloed kostte.” Hij sprak verder over de ongelijkheid tussen blank en zwart, over de uitbuiting, over de dwangarbeid, de spot, de beledigingen, de lijfstraffen. Nooit eerder had iemand zo openlijk het koloniale systeem aangevallen. Nooit eerder had iemand het discriminerende en racistische aspect van kolonisatie aangekaart. Nooit eerder had iemand tachtig jaar koloniale terreur, uitbuiting en vernedering zo treffend samengevat.
Bij de meeste Congolese aanwezigen kon de speech op applaus rekenen. Bij de aanwezige Belgen sloegen de woorden echter in als een bom. Zeker de eregast, koning Boudewijn, vond de redevoering van Lumumba een respectloze belediging. “Hoe durfden de Congolezen zo ondankbaar zijn, na alles wat de Belgen voor hen gedaan hadden?” Vandaag weten we wel beter. Vandaag weten we dat Lumumba gelijk had toen hij zijn dat kolonisatie geen altruïstisch project is, maar een systeem van onderdrukking en uitbuiting.
Verleden en geschiedenis
Maar hoe is het nu te verklaren dat de Boudewijn, en met hem vele andere Belgen, beledigd waren door wat Lumumba vertelde? Dit terwijl dit simpelweg de waarheid was. Hoe kan het nu dat Boudewijn en Lumumba, kolonisator en gekoloniseerde, anders keken naar hetzelfde verleden?
Dat, ‘dames en heren’, is de kracht van geschiedenis. Verleden en geschiedenis worden vaak door elkaar gebruikt. Dat is verkeerd. Het verleden is wat er gisteren, vorige week, 5 jaar geleden gebeurd is, geschiedenis is hoe men daar NU naar kijkt. Met andere woorden: het verleden verandert niet, geschiedenis wel. Op 30/6/1960 keek zo goed als heel België, inclusief koning Boudewijn, naar het koloniale project dat België in Congo had ondernomen als een verhaal van menslievendheid, het verstrekken van gezondheidszorg, onderwijs, industrie en infrastructuur. Kortom, als een beschavend en nobel project. De Congolezen keken er naar zoals Lumumba. Zij wisten wel beter. Zij hadden dag in dag, dag uit vernedering, lijfstraffen en zware arbeid gekend.
We kunnen stellen dat Boudewijn verbaasd en beledigd was, omdat hij niet beter wist. Boudewijn had nooit volledig begrepen hoe kolonisatie voor de gekoloniseerde aanvoelde. Boudewijn was net zoals de meeste Belgen dan ook opgegroeid in een omgeving waar kolonisatie geprezen werd. Waar zijn voorvader Leopold II onterecht werd afgedaan als een genie, een brenger van beschaving in het duistere hart van Afrika, de man die België een kolonie schonk. Dit terwijl Leopold II in zijn eigen tijd absoluut niet populair was, laat staan dat men hem zag als een genie. Dat hij verplicht werd zijn kolonie af te geven aan de Belgische staat omdat hij er een knoeiboel van had gemaakt, zegt genoeg. Een knoeiboel is dan nog zacht uitgedrukt. Voor een Belgische koning en de meeste Belgen was Congo een “ver-van-zijn-bedshow”.
Cruciale rol van het onderwijs
Kunnen we het Boudewijn kwalijk nemen dat hij niet op de hoogte was van de wandaden van de kolonisatie? Dat is voer voor debat. Wie het volledige verhaal niet kent, kan inderdaad niet begrijpen waarom Lumumba de kolonisatie helemaal niet als positief ervaarde. Wat zeker is dat wij vandaag niet meer kunnen zeggen ‘we wisten van niets’. Vandaag de dag weten we meer en beter over Leopold II dan de mensen in de jaren ’50 en ’60.
De brief van koning Filip die verscheen, past dan ook in deze tijdsgeest. Waar Filip anders kijkt naar zijn voorouder Leopold II dan Boudewijn dat deed, zo kijken wij vandaag allemaal ook anders naar Leopold II en kolonisatie.
Allemaal? Net zoals Boudewijn destijds zijn er vandaag de dag nog altijd mensen die, door gebrekkige kennis, niet begrijpen waarom deze duistere bladzijde uit de Belgische en Congolese geschiedenis zo gevoelig ligt. Het onderwijs speelde, speelt en zal een cruciale rol spelen in het aanbrengen van deze geschiedenis. Dit kan volgens mij enkel door het vertellen van het volledige verhaal zowel op school als in de openbare ruimte.
Het volledige verhaal
Het is daarom noodzakelijk om de discussie omtrent de aanwezigheid van koloniale propaganda in de openbare ruimte te voeren. Wie denkt dat beelden weghalen, vandalisme of verwijderen zonder meer een goede oplossing is, heeft ongelijk. Wie het verleden vergeet of wist, is immers gedoemd ze te herhalen. Wie denkt dat beelden zonder meer laten staan een goede oplossing is, heeft eveneens ongelijk.
Frank Gerits, assistent-professor aan de universiteit van Utrecht verwoordde het bijzonder helder: “Ondanks het feit dat de tijdgenoten van Leopold II overwegend negatief tegenover hem stonden, werd hij in de jaren 40-60 wel het ideologisch fundament waarop de Belgische overheid het koloniale verhaal kon blijven bouwen. Het verwijderen van zijn beeltenissen of het installeren van beelden ter ere van zijn slachtoffers gaat dus minder over het uitwissen van geschiedenis en meer over het beëindigen van een oud propagandaverhaal.”
Laat ons meegaan met onze tijdsgeest, onze kijk naar het verleden, en vaststellen dat we vandaag niet langer wensen koloniale racistische retoriek te verheerlijken. Laten we, net zoals Lumumba deed 60 jaar geleden, het volledige verhaal vertellen.
Andries Devogel