Koloniale sporen in Halle
Het dekoloniseringsparcours dat we hier voorstellen is een verrassende tocht door Halle.
Ontdek al wandelend of fietsend verborgen, maar onuitwisbare sporen van onze koloniale geschiedenis vlakbij.
Bijkomende suggesties en tips zijn van harte welkom : dekoloniseerhalle@gmail.com
Via deze historische vensters - perspectieven, plekken, uitzichten, inzichten, sleutels, thema’s, periodes, mijlpalen - maken we kennis met cruciale en kenmerkende facetten van het ‘dekoloniseringsverhaal’.
Streefdoel is niet volledigheid : het parcours wil prikkelen en uitnodigen om meer aandacht te besteden aan het kolonialisme en het anti-koloniaal verzet.
Door de vensters te koppelen aan concrete personen hopen we bij te dragen aan de toegankelijkheid van het voorgestelde dekoloniseringsparcours en de geschiedenis tot leven te brengen. Het gaat daarbij niet om romantisering of dramatisering, wel om het zoeken naar waarheidsgetrouwe feiten en inzicht bieden in historische achtergronden. De ontmoetingen met deze mensen van vlees en bloed kan ons verbazen, verafschuwen of inspireren.
Basiliek Halle
Het verhaal van het Drie Koningen Portaal
Het Drie Koningen Portaal van de Basiliek van Halle dateert uit 1385.
Drie Koningen treden in de 13de eeuw op de voorgrond en communiceren de ‘universele geldigheid’ van het christendom.
Tot 1492 vertegenwoordigen deze koningen de drie toen bekende werelddelen.
Het Driekoningenportaal van de Basiliek van Halle dateert uit 1385 : een periode waarin het verhaal van de Drie Koningen populair was. De hoofdtegenstelling in de geesten van de mensen in Europa was toen niet tussen rassen, maar tussen christenen en heidenen. De zwarte koning wordt niet minderwaardig uitgebeeld, maar met respect en gelijke status. Pas met de opkomst van het kolonialisme verandert de beeldvorming van zwarte mensen.
De eerste zwarte Afrikaan in Halle ?
Na de ’ontdekking’ van het ‘vierde’ werelddeel, Amerika, in 1492 doet het ‘eurocentrisme’ zijn intrede : Europa als middelpunt, voordien Jeruzalem middelpunt.
De datum 1492 is één van die jaartallen waarin de wereldgeschiedenis een beslissende richting uitgaat : het was het jaar van de herovering van Granada op de Moren en de ‘ontdekking' van een Nieuwe Wereld.
De gevolgen zijn moeilijk te overschatten.
Illustratie : Portret van een Afrikaanse man -met bedevaartsinsigne Halle uit het gevolg van Keizer Karel V (was in 1520 in Halle) - door door Jan Mostaert. Datering : ca. 1525-1530. Techniek : olieverf op paneel. Afmetingen 30,8 x 21,2 cm. Museum : Rijksmuseum, Amsterdam. Ontdek een mooie reproductie in 'den Ast' te Halle.
Het insigne op zijn muts toont dat hij op bedevaart is geweest in Halle.
Opmerkelijk is dat het schilderij het vroegst bekende zelfstandige portret is van een zwarte man uit de geschiedenis van de westerse schilderkunst.
Als lijfwacht begeleidde hij keizer Karel V op zijn reizen door Europa.
Lucas Catherine : "We weten dat Keizer Karel een vrijgelaten zwarte ex-slaaf, afkomstig uit het Midden-Oosten, als lijfwacht had. De man, bekend als Christoffel De Moor was begonnen als stalmeester. Moren waren specialisten in het africhten van paarden. Na zijn vrijlating werd hij dus persoonlijke lijfwacht en in die hoedanigheid trok hij in 1520 met Keizer Karel op bedevaart naar de Zwarte Lieve Vrouw van Halle. Jan Mostaert schilderde hem iets later."
Man met wapenschild in de kijker
Het retabel dat nu in de Trasignieskapel staat heeft in 1910 plaats moeten ruimen voor een altaar met figuren en wapenschilden.
Opvallend is onder meer de zwarte drager van het wapenschild van Congo.
Onder impuls van Deken Andreas Michiels (1871-1931) werd in 1910 het vroegere hoofdaltaar (1533), dat in opdracht van Keizer Karel V, (1500-1558) werd vervaardigd door kunstenaar Jan Mone (1480-1554) verplaatst naar de Trazegnieskapel.
Het nieuwe altaar, gemaakt van verguld koper, zilver en email, werd geplaatst bij de 500ste verjaardag van de kerkwijding (1410). Het wedervaren van het Halse hoofdaltaar is een bijzondere geschiedenis.
In het oog springend zijn nu de figuren en wapenschilden, met onder meer de zwarte krijger uit Congo met het wapenschild van Congo Vrijstaat (1885-1908) van Leopold II (1835-1909).
Het wedervaren van het Halse hoofdaltaar is een bijzondere geschiedenis.
Hendrik Conscience 1812-1883
Koloniseren om te beschaven ?
“Hij leerde zijn volk lezen” is de meest gehoorde uitspraak over Hendrik Conscience.
Hij verbleef regelmatig in Halle om er zijn kleinkinderen, dochter Marie en schoonzoon Gentil Antheunis te bezoeken.
Het honderdste geboortejaar van Hendrik Conscience in 1912 werd ook in Halle met veel luister gevierd.
Bij deze gelegenheid werd een gedenksteen ingehuldigd in de zijgevel van het historisch stadhuis.
Batavia
Wanneer in Halle verbleef Hendrik Conscience in herberg Lamme Gisj.
In 1932 was er de inhuldiging van de gedenkplaat aan de Lamme Gisj naar aanleiding van de renovatie van deze herberg.
In zijn roman Batavia (1858) ontpopt Conscience zich tot een verdediger van het kolonialisme en tot een promotor van de koloniale plannen van Leopold I.
"Batavia is de eerste Vlaamse koloniale roman" (Bron : Luc Renders, Koloniseren om te beschaven. Het Nederlandstalige Congoproza van 1596 tot 1960).
Naar Wijd en Zijd !
De schoonzoon van Hendrik Conscience, de artistieke vrederechter Gentil Antheunis (1840-1907 , schreef Naar Wijd en Zijd ! (1905), opgedragen aan Leopold II.
Het werd de het volkslied van Belgisch-Congo.
“Is uw bodem hier klein
Ginds doch wacht u een strand
Als een wereld zo groot
Waar uw vlag staat geplant”
Uit 'Naar Wijd en Zijd !' (Vers l'avenir). (Bron en illustratie : Hendrik Conscience in Halle, de stad “waar hij verbleef” Conscience in de Zennevallei (1851-2012) - Peter François, Halle, 2012)In de jaren 1930 kwam het lied in ultrarechts vaarwater terecht, toen het werd opgepikt door de Rexisten van Léon Degrelle, die er hun officieuze hymne van maakten.
Jules Jacques de Dixmude 1858-1928
Plunderkolonialisme
Baron Jacques (1858-1928 Elsene) is omstreden omwille van de wreedaardige rol die hij speelde bij de rubberwinning ten tijde van de Congo Vrijstaat van Leopold II.
Geweld tegen de Congolese bevolking was in Belgisch Congo een fundament voor het instandhouden van de koloniale overheersing
Het koloniaal project was zeker geen liefdadigheidsproject, maar wel een gewelddadige plunder-machine op de kap van Congo en de Congolezen.
De kolonisatie van Congo is gebaseerd op de gewelddadige verovering en bloedige onderwerping met als centraal element de economische factor.
In de Leopoldistische periode (1885 - 1908) lag de klemtoon op de roofbouw van producten als ivoor en rubber. Vanuit het perspectief van Congolese historici spreekt men soms van de "dertigjarige oorlog" ( (1885-1914).
Na dit roofbouwkolonialisme kwam een heuse explosie van bedrijven tot stand actief in de mijnbouwrijkdommen en plantages.
Beeld
Op het beeld voor de Halse 'Koloniale Pioniers' - inhuldiging 1932 - in het stadspark staat onder de naam van Baron Jacques de Dixmude (die geen Hallenaar is) ook de namen van Ardevel (zijn naam werd wel niet correct gespeld op het monument), Baetens en Steens.
Victor Baetens (1868-1896), handelsagent voor de SAB (Société anonyme belge pour le commerce du Haut-Congo : koloniale onderneming die handel dreef in rubber en ivoor) van Albert Thys , Albert Ardevel (1874-1898), sergeant die in Sungula sneuvelde tijdens een strafexpeditie tegen muitende soldaten van de Force Publique, Felix Steens, kadastraal ambtenaar.
Naast de namen van deze drie staat een Congolees afgebeeld met een korf vruchten onder een medaillon van Baron Jacques, bekend om zijn terreurregime in Congo.
Beeldhouwer Dolf Ledel - architect Mario Knauer.
Congo-Vrijstaat tussen 1885 en 1908 is het begin van de Belgische verovering van Congo. Op 15 november 1908 neemt het Belgisch parlement Congo Vrijstaat over van koning Leopold II en wordt Congo een kolonie van België.
Straatnaam
In 1937 werd op vraag van de Koloniale Kring door het toenmalige stadsbestuur een straat naar hem vernoemd ter vervanging van de vroegere Gasmeterstraat.
Dit kaderde binnen een bredere lobby-actie van kolonialen die als doel had om mogelijk straten vernoemd te krijgen naar deze vaderlandse ‘helden’.
Via de QR-code op het straatnaambord kan je meer lezen op de website van de Stad Halle.
De figuur van Baron Jacques heeft niet enkel een sterke connotatie met het koloniale verleden, maar ook met de Eerste Wereldoorlog. Het is vooral dankzij deze rol en de patriottistische context na de oorlog dat er verschillende straten en monumenten naar hem zijn genoemd in onder andere Brussel, Diksmuide, Hoeilaart en Luik. Daarbij is zijn rol in de kolonie onderbelicht gebleven. Om hieraan tegemoet te komen en uit respect voor de slachtoffers werd op 21 maart 2018, de internationale dag tegen racisme en discriminatie, er een duidingsplaatje bij het straatnaambord geplaatst met als vermelding: Baron Jacques (°1858 Stavelot /† 1928 Elsene) onderscheidde zich als generaal tijdens WOI. Hij is evenwel omstreden omwille van de rol die hij speelde bij de rubberwinning ten tijde van de Kongo Vrijstaat van Leopold II.
Lecoq & Bollinckx
Industrieel kolonialisme
De Zennevallei heeft een rijk industrieel verleden.
De industrialisatie van de Zennevallei kwam rond 1880 op volle toeren.
Congo was een echte goudmijn voor het Belgische bedrijfsleven. Ook de industrie in de Zennevallei heeft geprofiteerd van de kolonisering van Congo.
Belangrijke bedrijven uit het verleden van Halle zoals het metaalatelier Lecoq en de motorenfabriek Bollinckx hun orderboek was gevuld met bestellingen bestemd voor Belgisch-Congo.
Industrieel kolonialisme = aanvoer van grondstoffen uit de kolonie en kolonie als afzetgebied voor industriële producten.
Lecoq
“Op de foto : “Ateliers de Construction” op Nederhem. De bedrijvigheid op dit terrein ging reeds van start in 1838. Het was een constructieatelier opgericht door August Lecoq. Er werden treinstellen, bruggen, metalen structuren, spoorwegmateriaal, … vervaardigd. In de volksmond heet de Nederhembrug trouwens ook wel “Brug van Lecoq”, een verwijzing naar de oprichter van het atelier. In augustus 1898 werd het atelier overgenomen door de “S.A. des Ateliers de Construction de Hal” en telde het 400 werknemers. Er werden metaalconstructies gemaakt die geleverd werden in alle continenten. De vestiging in Halle overleefde evenwel de economische crisis van de jaren ‘30 niet.” INFO HALLE. Stedelijk Informatieblad. December 2016.
Bollinckx
Buizingen kende een belangrijke industriële bedrijvigheid. De firma Bollinckx was al sinds 1890 een bekende fabrikant van gasmotoren en stoommachines. Voor de arbeiders werd de cité met de gelijkaardige naam opgericht. In 1929 werd Bollinckx overgenomen door autobedrijf Miesse.
Niet lang daarna produceerde men ook vrachtwagens. In de Blauwe Lotus komt Kuifje in botsing met een Miesse-camion uit 1933. (Bron : Kuifje, Hergé en de auto’s. Charles Henri de Choiseul Praslin, Moulinsart - Studio HergÉ, 2009).
“Ten zuiden van de tuinwijk kwam eveneens in de vroege jaren twintig een woonwijk tot stand, zogenaamd Cité Bollinckx. Deze arbeiderswijk was immers opgericht in functie van de nabijgelegen S.A. Les Nouvelles Usines Bollinckx. De wijk omvatte een 136-tal koppelwoningen langs rechte assen rondom een centraal plein.” (Bron: inventaris onroerend erfgoed).
Er is een gedenkplaat Cité Bollinckx in Buizingen terug te vinden, maar de fabriek niets.
Victor Brien 1876-1959
Wetenschap als handlanger
Victor Brien (1876-1959), mijningenieur en ULB-professor.
Bestuurder mijnbouwmaatschappij Société Industrielle et Minière du Katanga (Simkat).
De Société Générale controleerde via Simkat het grootste deel van de mijnexploratie en -exploitatie in Congo.
De Compagnie du Congo pour le Commerce et l'Industrie (kortweg CCCI) werd opgericht door Albert Thys in 1886. De CCCI was een spil van de "Groupe Thys". Ze stond aan de wieg van 90 bedrijven in de periode 1888-1948, waaronder Simkat.
Na de dood van Thys (1915) ging de groep op eigen kracht verder, maar kwam dan in 1928 onder de controle van de Société Générale. Deze overname creëerde een conglomeraat dat Congo economisch volledig in zijn greep had tot na de onafhankelijkheid in 1960.
De kolonisatie van Congo voorstellen als een edelmoedige daad van zelfopoffering met het doel Congo te ontwikkelen is de waarheid geweld aandoen. Er is geen sprake van een onbaatzuchtig bedrijfsleven, eerder van een meedogenloze exploitatie : winstmaximalisatie ten koste van Congo en de Congolezen. De hele koloniale samenleving werd daarbij zo ingericht dat zij de exploitatie daarvan optimaal kon verwezenlijken.
Illustratie : de internationale geografische conferentie van Brussel op initiatief van Leopold II van 12 tot 14 september 1876 in het Koninklijk Paleis van Brussel.
Financieel-economische factor dominant
Lembeekbos (circa 100 ha) is eigendom van de Université Libre de Bruxelles (ULB). De universiteit kreeg het bos als erfenis van Victor Brien.
“In 1936 werd het bos eigendom aan Victor Brien, industrieel en een oud-koloniaal. Op de heuvel met een ontsluiting van Brusseliaanzand liet hij een neoclassicistisch kasteel te bouwen. Hiervoor werden 4 ha. bos gerooid. Na zijn dood, in 1962, kwam het zogenaamd Kasteel Brien en het Lembeekbos in het bezit van de U.L.B. die het gebruikt als wetenschappelijk onderzoeksdomein. De voornaamste wilsbeschikking van de overledene hield onder meer in dat: "het domein ongeschonden zou bewaard blijven; de inkomsten ervan zouden gebruikt worden voor het behoud van het domein in een onberispelijke staat; het bezit van het domein zou bijdragen tot de wetenschappelijke uitstraling van de universiteit en het realiseren van educatieve doeleinden." Gevolg gevend hieraan werd onder andere wetenschappelijk onderzoek verricht op zoetwatersponzen, insecten, vogels en fauna van het bos.”
Zicht op ULB-domein vanop Mussenberg aan vroeger Café Congo ('Congoberg', grens met Tubize met zicht op o.m. Rue du Congo). Artikel over verwijzing naar Congo op deze plek in Lembeek : https://www.randkrant.be/nl/news/3977/tekens-van-de-tijd-in-den-congo
Vanaf het begin* was wetenschap een onderdeel van het koloniale project. Wetenschap was een instrument van het kolonialisme en wetenschappers hebben zich in dienst gesteld van het kolonialisme. Wetenschappelijke exploratie ging hand in hand met economische exploitatie. *(Bijvoorbeeld 'geografische conferentie' van Leopold II in 1876.)
Exploratie
& exploitatie
& exploitatie
"Il conquit ses diplômes universitaires à Liège, celui d’ingénieur civil des mines en 1900 et celui d’ingénieur géologue en 1902. Dès 1900, il entra, par concours, au Corps des Mines, organisme auquel il resta attaché pendant dix ans, mettant fin volontairement à ses fonctions officielles alors qu’il était ingénieur de l re classe. En 1910, il était nommé professeur à l’Université libre de Bruxelles où il donna successivement un cours d’exploitation des mines puis de géologie appliquée. Il abandonna son enseignement en 1937 et passa à l’honorariat. B r ie n fut mêlé de façon active à l’industrialisation du Congo. Dès 1910, il devint ingénieur-conseil de la Société industrielle et minière du Katanga (sim k a t), au service de laquelle il fit une carrière de plus de trente-cinq années. Il établit les programmes de recherches et de mise en valeur de cette Société et de ses filiales : la s e r m ik a t , la c im e n k a t et la t r a b e k a . Ses succès comme ingénieur et administrateur furent notoires et lui valurent, après sa retraite, le titre de président honoraire des Sociétés de son groupe et celui de doyen d’honneur du travail." (Bron : https://www.kaowarsom.be/nl Koninklijke Academie van België. Zitting van 20 februari 1960. «Victor Brien, géologue du Congo belge». De H. M. Sluys legt een mededeling voor die bovenstaande titel draagt (zie blz. 368) http://www.kaowarsom.be/documents/BULLETINS_MEDEDELINGEN/1960-2.pdf SLUYS, M. Victor Brien, géologue du Congo (Ensival, 8-4-1876 - Bruxelles, 25-11-1959). Bulletin Acad. roy. Sciences d'outremer, nouv. serie, 6, 1960, 368-373 M. Sluys. — Victor Brien, géologue du Congo (Ensival, 8.4.1876 — Bruxelles, 25.11.1959).
Franz Colruyt 1901 - 1958
Koloniale waren
“Bakkerszoon Franz Colruyt begint in 1928 in Lembeek een groothandel in koloniale waren (onder andere koffie, zout, suiker) om kruideniers in het Brusselse te bedienen.” (Bron : Colruyt Group, Van familiebedrijf tot familie van bedrijven, Colruyt Group 1925 -2013, een terugblik. Colruyt Group, Halle, 2017).
Lembeek in oude prentkaarten deel 2, D. Vandenplas, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1994
Rijk
Colruyt is een Belgische supermarktketen met hoofdzetel gelegen in Halle.
De keten wil zich van de concurrentie onderscheiden door zijn no-nonsense aanpak en door de laagste prijzen te garanderen. De naam is afkomstig van de oprichter van het familiebedrijf: Franz Colruyt.
Vandaag staat Colruyt Halle op de 9de plaats in de rangschikking van Belgische bedrijven in de Trends Top, tussen 8 Engie Brussel en 10 BASF Antwerpen (https://trendstop.knack.be/nl/figure/r999/omzet.aspx).
In de actuele lijst van ‘Rijkste Belgen’ (https://derijkstebelgen.be/de-lijst) staat de familie Colruyt op de zevende plaats.
Congolese roots
"De wortels van Belgiës grootste bedrijven liggen niet zelden in de kolonie. Al loopt de weg van het geld niet in een rechte lijn naar het heden. Op de Bergensesteenweg in Halle is er vandaag geen spoor meer van, maar ooit lag er een koloniale groothandel die koffie, suiker en zout aan Brusselse kruideniers leverde. 'Denrées Coloniales' stond er in de gevel gehouwen. DE groothandel werd opgericht door een bakkerszoon : Franz Colruyt, pater familias van de Colruyt-familie die vanuit die koloniale groothandel de grootste Belgische supermarktketen uitbouwd. Maar Colruyt is niet alleen." (Bron : De Standaard, 31 augustus 2020).
Als we de lijst bekijken van de rijkste families van België, dan zien we dat er tal van direct actief waren in Belgisch-Congo en hun kapitaal Congolese roots. Denk aan families zoals Solvay, Emsens, Boël, Janssen, Bekaert, Lippens, Vandemoortele, Van Thillo.
Dolf Ledel 1893-1976
Koloniale kring
De Cercle Colonial de Hal bestelde bij de beeldhouwer Dolf Ledel en architect Mario Knauer het Monument voor de Kongopioniers.
Het beeld werd in 1932 ingehuldigd in het stadspark.
“Het monument in witte zandsteen in de vorm van een kolom van vijf trommels staat op een achthoekig voetstuk in blauwe steen aan de ingang van het Halse stadspark. De architectuur van het monument was van architect Mario Knauer. Tegen de kolom staat een naakte Congolees in hoog-reliëf die met een blik van dankbaarheid vruchten opdraagt aan Baron Jacques. De beeltenis van Baron Jacques prijkt bovenaan. Het portret is gebeeldhouwd in bas-reliëf. Het monument vermeldt de namen van drie Halse Congopioniers, Victor Baetens, Felix Steens en Albert François Ardevel.” (Bron : Jean-Pierre Laus, Beeldende Kunstenaars in Halle 1912-1958, Halle, 2012)
Gelaagde geschiedenis
“Dolf Ledel (1893-1976) est un sculpteur belge.” (Wikipedia-pagina : https://fr.wikipedia.org/wiki/Dolf_Ledel)
Het beeld van Dolf Ledel in het stadspark van Halle kan je aan het denken brengen over onze omgang met ons verleden, over de lagen van de geschiedenis en de voortdurende herinterpretatie ervan.
Hoe zien we ons verleden ? Door welke bril kijken we naar het verleden ?
De rol van herinneringscultuur ? De geschiedenis is gelaagd en deze lagen worden gebruikt en misbruikt. Herinneringseducatie is dan ook een werk van voortdurende kritische reflectie over wat onze boodschap in deze snel veranderende samenleving moet zijn. Het is een leerrijk proces.
Verhaal
Dolf Ledel is onder meer terug te vinden in het boek Orgelman (2014) van Mark Schaevers over het leven van de Joods-Duitse kunstschilder Felix Nussbaum en de website van de Dossin Kazerne omtrent Felix Nussbaum.
“Wanneer de deportaties van Joden uit België in augustus 1942 beginnen, sluit Felix Nussbaum zijn atelier en duikt onder. Tot maart 1943 verblijft hij bij zijn vriend Dolf Ledel. Maar dan beslist Ledel om naar de Ardennen te vertrekken waar het veiliger is. Felix en Felka keren daarop terug naar hun officiële adres in de Rue Archimède. Hun huurbaas bouwt een verstopplek voor hen op zolder. Voorlopig ontsnapt het echtpaar zo aan de deportaties” (Bron : www.kazernedossin.eu)
Patrice Lumumba 1925-1961
Strijd
Het bronzen beeld van Leopold II is een initiatief van de Cercle Colonial de Hal en gemaakt door beeldhouwer Arthur Dupagne naar plannen van architect Guy Lefebvre. Achteraan staat een kaart van Congo met de vermelding ‘Arbeid en Vooruitgang’. Het werd ingehuldigd in 1953.
Al in 2002 trok de lokale afdeling van de politieke partij Spirit ten strijde tegen dit beeld. In 2009 werd er een bord met ‘duiding’ aangebracht.
2019 Halle. Ter gelegenheid van de herdenking van de moord op Patrice Lumumba, actie aan beeld van Leopold II (schop & klimop).
“Wat in deze lijst opvalt, is dat het hoofdzakelijk om twee soorten manifestaties gaat: recente herdenkingen, vooral van Patrice Lumumba die gezien wordt als een antikoloniaal symbool, en acties tegen monumenten ter ere van Leopold II.” Schrijft Lucas Catherine wanneer hij de acties tegen de koloniale beelden in België de voorbije twintig jaar in vogelvlucht bekijkt. (Bron Catherine Lucas, Het dekoloniseringsparcours. Wandelen langs Congolees erfgoed in België, EPO, Berchem, 2019 pagina 180).
Onafhankelijkheid
Omstreeks 17 januari is er jaarlijks in het stadspark van Halle nabij de koloniale beelden de herdenking van de moord op Patrice Lumumba.
Deze eerste democratisch verkozen premier van het onafhankelijke Congo werd vermoord op 17 januari 1961.
De Belgische overheid erkent ondertussen de "onmiskenbare verantwoordelijkheid te hebben gehad in de gebeurtenissen die tot Lumumba's dood hebben geleid".
Patrice Emery Lumumba (Onalua, 2 juli 1925 – 17 januari 1961 nabij Mwadingusha).
De eerste democratisch verkozen premier van onafhankelijk Congo (1960).
Hij wordt in de Congo geëerd als een nationale held.
Patrice Lumumba's toespraak op 30 juni 1960 maakte van hem voorgoed een internationaal icoon van de Afrikaanse bevrijdingsstrijd. Deze toespraak hoort in ieder leerboek geschiedenis. Vandaag leest deze speech van Lumumba als een nauwkeurige omschrijving van het kolonialisme. Toen tekende hij er zijn doodvonnis mee.
Congo : van de tijd van het 'rode rubber' (kolonialisme) naar de tijd van het 'rode coltan' (neokolonialisme).
Foto : 3D-straattekening van Eduardo Relero voor de Apple Store in Madrid in juni 2016 voor een Amnesty International campagne tegen kinderarbeid.
Beeldenstorm
Tegen de achtergrond van de wereldwijde en ongeziene beweging Black Lives Matter naar aanleiding van de moord op George Floyd was er ook in Halle protest en contestatie met onder meer de opgemerkte vreedzame herdenkingsactie in het stadspark zondag 7 juni 2020 met honderden aanwezigen. https://www.hln.be/in-de-buurt/halle/200-aanwezigen-bij-protest-tegen-racisme-in-albertpark-aan-het-standbeeld-van-de-man-bij-wie-het-allemaal-begon~aa375545/?referer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Op 14 juni 2020 werd tijdens de nacht door onbekenden het beeld van zijn sokkel geduwd. In de weken voordien werd een petitie "Weg met standbeeld van koning Leopold II in Halle" door meer 3.000 mensen ondertekend https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/06/14/standbeeld-leopold-ii-van-zijn-sokkel-geduwd-in-halle/
Tijdens de gemeenteraad van 23 juni 2020 werd besloten een consultatieronde op te starten zodat de gemeenteraad van Halle een gemotiveerde beslissing zou kunnen nemen in verband met de toekomst van het Leopold II beeld. Door Dekoloniseer Halle werd naar aanleiding hiervan een Adviesgroep opgericht; zie website Dekoloniseer Halle www.dekoloniseerhalle.be Deze website www.dekoloniseerhalle.be bevat informatie met betrekking tot het koloniaal verleden van Halle en links naar educatief materiaal.
Emile Possoz 1885-1969
Beschavingsmissie
Emile Possoz werd geboren in Halle op 8 mei 1885 als oudste zoon van notaris Joseph Possoz (1857-1942).
Hij was een stads- en studievriend van Jozef Cardijn (1882-1967).
In 1926 vertrok hij naar Congo waar hij werkzaam was als magistraat in het koloniaal rechtssysteem.
Emile Possoz is een zeer markante figuur omdat hij ook etnologische studies maakte en zich verdiepte in het Congolese gewoonterecht en er ook over publiceerde . Emile Possoz komt in 1945 terug naar België. Hij overleed op 2 juni 1969.
Foto (voet van Kardinaal Cardijnbeeld, Cardijnplein te Halle)
- Emile POSSOZ, de jeugdvriend van Jozef Cardijn, vatte als koloniaal ambtenaar het plan op om het gedachtengoed van Cardijn naar de Congolese context om te zetten. De conservatieve bisschop F. de Hemptinne (1876 – 1958) weigerde Emile Possoz niet alleen het kerkelijk imprimatur, maar legde hem in 1942 zelfs verbod op om over geloofsvragen en apostolaat nog te corresponderen met missionarissen.
- Emile Possoz was ook bevriend met Placide Tempels (1906 – 1977), auteur van het boek Bantoe-Filosofie. Deze progressieve Franciscaner missionaris kwam in Congo eveneens in botsing met Mgr. de Hemptinne en werd in 1946 zelfs teruggeroepen naar België. In 1950 keerde Tempels terug naar Belgisch-Congo, maar kwam er later opnieuw in moeilijkheden met de Kerkelijke Overheid. De hem opgelegde zwijgplicht werd echter opgeheven dankzij een tussenkomst van kardinaal Cardijn bij de Congregatie voor de Geloofsleer in Rome.
Individu versus systeem
Foto : Irumu, 1926. Emile Possoz met zijn echtgenote Madeleine Debous en kinderen Robert en Paul, omgeven door hun kok, huishoudhulp en boys.
Zie voor uitvoerige achtergrondinformatie betreffende Emile Possoz : Clement Piet, Emile Possoz 1885-1969. Een bewogen leven in het teken van Cardijn en Congo. In Verhandelingen, Nieuwe reeks nr 35, Hallensia, Halle, 2010.
Of zie onder meer artikel van Piet Clement over Emile Possoz op de website van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen -KAOW - www.kaowarsom.be.
De drie K's
Het Belgische koloniale systeem steunde op 3 grote pijlers gedurende de gehele koloniale periode.
Het samenwerkingsverband van deze drie koloniale pijlers was van cruciaal belang in Belgisch Kongo.
Dit huwelijk tussen Koning (staat, administratie, leger), Kerk en Kapitaal (de grote ondernemingen) wordt ook wel de „Koloniale Triniteit‟ genoemd, of de „drie K‟s‟: kapitaal, koloniale overheid en katholicisme.
De drie groepen steunden en beschermden elkaar.
De staat subsidieerde de katholieke kerk en het katholiek koloniaal onderwijssysteem leidden „christelijke en gehoorzame‟ werkkrachten op zodat deze ingeschakeld konden worden in de koloniale ondernemingen.
De staat zorgde voor de bouw van infrastructuur – zoals spoorwegen voor het transport van de goederen en grondstoffen – in het belang van de koloniale ondernemingen.
Deze koloniale machts-drievuldigheid was tot in 1960 de basis voor het koloniale regime.
Illustratie : Exposition 'Notre Congo/Onze Kongo', la propagande coloniale belge dévoilée (https://www.cec-ong.org/).
Jean-Pierre Laus 1949-2020
Pionier in dekoloniseren
'Pionier in de dekoloniseringsbeweging van Halle.' (Linda)
‘Voor hem was het racisme in onze samenleving onverbrekelijk verbonden met onze koloniale geschiedenis. Dat racisme, die koloniale erfenis wilde hij uit de mensen hun hoofden.' (Herwig)
‘Gangmaker in de lokale solidariteitsbeweging met de derde-wereld, de anti-racistische strijd en de inzet voor gelijkheid van migranten en vluchtelingen.’ (Miguel)
Bij Jean-Pierre Laus (1949-2020) was er geen fixatie op het karakter en het persoonlijk optreden van Leopold II in de Onafhankelijke Congostaat.
Hij had aandacht voor de bredere historische achtergronden, het belang van de sociaal-economische werkelijkheid en de mondiale dimensie.
Jean-Pierre Laus : 'De waarheid komt tot stand in de strijd met de leugen, het doorprikken van mythen en te graven in de geschiedenis.'
Ondertitel van dit dekoloniseringsparcours is niet voor niks ‘een inspirerende tocht in de voetsporen van Jean-Pierre Laus’. Jean-Pierre, pionier in de dekoloniseringsbeweging van Halle, maar plots overleden in maart 2020.
In zijn ‘Brown Paper’ onderzoeksproject was hij bezig met het verzamelen van verbanden, links en aanknopingspunten die een licht werpen op het aspect ‘Follow the Money’ : mensen, organisaties en systemen die, vooral financieel-economisch, verband houden met Halle en het kolonialisme. Hij heeft het werk niet kunnen voltooien.
Maar de wandeling en de fietstocht van het dekoloniseringparcours in Halle probeert in alle bescheidenheid dit ‘work in progress’ voort te zetten en de blanke beschavingsmythe te doorprikken.
Foto : Jean-Pierre Laus in zijn bibliotheek.
Leugens doorprikken
De kolonisatie van Congo voorstellen als een edelmoedige daad van zelfopoffering met het doel Congo te ontwikkelen is de waarheid geweld aandoen. Dit is de zogenaamde ‘beschavingsmythe’. Er is geen sprake van een onbaatzuchtig beschavingsproject, eerder van een meedogenloze exploitatie : winstmaximalisatie ten koste van Congo en de Congolezen. De hele koloniale samenleving werd daarbij zo ingericht dat zij de exploitatie daarvan optimaal kon verwezenlijken.
In het recent verschenen referentiewerk Koloniaal Congo. Een geschiedenis in vragen (2020, Goddeeris Idesbald, Lauro Amandine & Vanthemsche Guy - red.), behandelen 31 onderzoekers de diverse aspecten van het Belgische koloniale verleden. Dit boek werpt een wetenschappelijk licht op vier essentiële trekken die gedurende de hele 75 jaar (1885-1960) van de Belgische overheersing van Congo herkenbaar blijven.
‘Een eerste hardnekkige trek : geweld.’ De kolonisatie van Congo is gebaseerd op de gewelddadige verovering en bloedige onderwerping.
‘Een tweede hardnekkige trek : racisme.’ De koloniale samenleving was structureel racistisch : zwarten werden als inferieur beschouwd aan witten, er was segregatie en discriminatie.
‘Een derde hardnekkige trek : het cruciale belang van de economische factor.’ De onverzadigbare honger naar winst was hoe dan ook het centraal element van de Belgische aanwezigheid in Centraal Afrika.
‘Een vierde hardnekkige trek: de ambitie om de ‘autochtoon’ en de gekoloniseerde samenleving om te vormen.’ De officiële retoriek om het koloniaal project te legitimeren was de ‘beschavingsmissie’ : Europeanen hadden de ‘plicht’ om ‘primitieve’ volken naar een ‘hoger’ beschavingsniveau te tillen, goedschiks of kwaadschiks.
Foto : Jean-Pierre Laus met de affiche voor de installatie 'Mythen Doorprikken' in de ontmoetingsruimte Averechts, november 2019.
De olifant in de kamer
We kunnen een onderscheid maken tussen drie basishoudingen, met name de koloniale houding, de koloniaal-kritische houding en de antikoloniale houding:
De koloniale houding steunt en rechtvaardigt het hele koloniale project met zijn excessen.
De koloniaal-kritische steunt het koloniale project maar is kritisch voor een aantal praktijken.
De antikoloniale houding verwerpt het koloniale project in zijn geheel.
'Welke houding kies jij ?'
In een beroemd zeer oud Indiaans verhaal dat nog steeds tot de verbeelding spreekt wordt een aantal blinde mannen en een olifant ten tonele gevoerd. In dit verhaal verkennen zes blinden op de tast een olifant. Omdat iedereen een ander deel van de olifant onderzoekt, hebben ze een totaal ander beeld van de olifant.
Ieder van hen voelt aan een deel van de olifant: de slagtand (‘een speer !'), de slurf (’een slang !’), de poot (‘een boomstam !’), de staart (‘een touw!’), zijn oor (‘een waaier!'), zijn flank (‘een muur !’). Ze spreken over hun waarnemingen, maar die verschillen volledig van elkaar… Ze zitten er helemaal naast omdat ze het geheel niet kunnen overzien.
De moraal van dit verhaal is dat je op basis van beperkte waarnemingen niet zomaar een beeld van de werkelijkheid kunt vormen. Het verhaal van de zes blinden en de olifant toont de noodzaak aan van het samenvoegen van perspectieven en dialoog.
Foto : 'Olifant' op Grote Markt Halle.
Via een reeks stops bij plekken en mensen wordt in Halle een dekoloniseringsparcours uitgezet.
Deze leerrijke route is niet alleen op papier (folder in toerismebureau) beschikbaar, maar ook online simpel consulteerbaar in het kader van ERFGOEDAPP TOURS (https://erfgoedapp.be/tour) : de koloniale geschiedenis van Halle met één klik en aan de hand van een app.
Vensters op dekolonisering
De actuele discussie over de koloniale standbeelden hebben nog maar eens duidelijk gemaakt hoe onverwerkt ons koloniale verleden wel is.
Na de ‘diepste spijt’-toespraak van Koning Filip op 30 juni 2020 en de oprichting van de parlementaire commissie over het Belgische kolonialisme is het maatschappelijk gesprek omtrent ‘dekolonisering’ in een stroomversnelling gekomen.
Het is een roep om eens en voor altijd komaf te maken met koloniale denkbeelden, attitudes en opvattingen die expliciet en impliciet op alle niveaus van de samenleving blijven doorwerken en zo mechanismen en patronen van racisme, discriminatie en uitsluiting in stand houden.
Een belangrijke fase van die dekolonisering is om met een nuchtere blik dat koloniale verleden in al zijn aspecten en actuele uitwassen onder ogen te durven zien.
Dit lokaal dekoloniseringsparcours is slechts een bescheiden en voorzichtige aanzet tot zelfonderzoek en kennismaking met ons koloniaal verleden. Het dekoloniseringsparcours in Halle is via een wandeling of fietstocht zeer gemakkelijk te doen. De weg van dekolonisering van onze samenleving is echter is nog erg lang en ongetwijfeld nog vol uitdagingen.